GEMEENTE LEERDAM NOTA ECONOMIE 2008 - 2014 BIJLAGE 1: ANALYSE HUIDIGE ECONOMIE
17 december 2007
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
2
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
1. Inleiding Eén van de actiepunten uit het Collegeprogramma en de Programmabegroting 2007 is het opstellen van een Nota economie. Het doel van de Nota economie is ‘inzicht geven in de huidige en gewenste economische ontwikkeling van Leerdam voor de komende zeven jaar’. Deze notitie vormt Bijlage 1 van de concept Nota economie 2008 – 2014 en bevat een uitgebreide analyse van de huidige economie van Leerdam. De economische situatie van Leerdam is inzichtelijk gemaakt aan de hand van een vergelijking met de volgende zes andere gemeenten in de directe omgeving: Gorinchem (Zuid-Holland, regio AV). Zederik (Zuid-Holland, regio AV). Tiel (Gelderland). Culemborg (Gelderland). Geldermalsen (Gelderland). Zaltbommel (Gelderland). De cijfers die we hebben gebruikt om inzicht te geven in de economische activiteiten, de prestaties en de werkloosheid zijn afkomstig van de Kamer van Koophandel, het CBS, het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en het UWV. Een concept van deze Bijlage 1 is besproken met de raad, in een informele bijeenkomst op 10 juli 2007. De notitie is daarna aangepast en uitgebreid met een nadere analyse van de werkloosheid in Leerdam. Het verslag van de informele bijeenkomst is ook aan deze notitie toegevoegd. In hoofdstuk 2 geven we een uitgebreide beschrijving van de economie van Leerdam. We gaan achtereenvolgens in op demografische kenmerken, bedrijfsvestigingen, banen, detailhandel, industrie, diensten, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en inkomens- en opleidingsniveau. In hoofdstuk 3 presenteren we zeven stellingen om een beeld te krijgen van het gewenste toekomstige economische beleid. De stellingen zijn besproken met de raad op 10 juli 2007. Het verslag van de informele bijeenkomst met de raad is verwerkt in hoofdstuk 4.
3
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
4
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
2. Huidige economie In dit hoofdstuk beschrijven we de huidige economie van Leerdam. We vergelijken Leerdam met gemeenten in de omgeving. We beginnen met het vergelijken van demografische kenmerken. Daarna gaan we in op het aantal bedrijven en het aantal banen. Vervolgens gaan we in op detailhandel, industrie en diensten. Daarna vergelijken we de verschillen in werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en de verschillen in inkomensen opleidingsniveaus. Tot slot geven we de conclusies.
2.1 Economische regio Om de economie van Leerdam te kunnen typeren en beoordelen is een vergelijking met andere gemeenten noodzakelijk. Een vergelijking met gemeenten in de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden ligt voor de hand omdat de ruimtelijke ontwikkeling van Leerdam ook in dat kader wordt bezien. Toch kiezen we er voor om vanuit het perspectief van een denkbeeldige consument en ondernemer te kijken naar onze regio en daarbij letten we niet op provinciale of regionale grenzen. We hebben in feite een kleine cirkel om Leerdam getrokken en dat levert de volgende vergelijkbare gemeenten: Leerdam (Zuid-Holland, regio AV). Gorinchem (Zuid-Holland, regio AV). Zederik (Zuid-Holland, regio AV). Tiel (Gelderland). Culemborg (Gelderland). Geldermalsen (Gelderland). Zaltbommel (Gelderland). We noemen deze gemeenten samen de ‘economische regio’. Binnen de economische regio is het interessant om te zien wat kenmerkend is voor de economie in Leerdam.
2.2 Demografische kenmerken Om een algemeen beeld te krijgen van de economische regio beginnen we met een overzicht van demografische kenmerken. In tabel 1 op de volgende pagina geven we inzicht in: - De inwoneraantallen in 2006. - De groei van het aantal inwoners in de periode 2000 – 2006. - De mate van stedelijkheid (= aantal adressen per km2). Het percentage inwoners dat in ‘zeer sterk stedelijk’ gebied woont (>= 2.500 adressen per km2), of in ‘sterk stedelijk’, ‘matig stedelijk’, ‘weinig stedelijk’ of ‘niet stedelijk’. - Het percentage allochtonen in een gemeente. In de hier gebruikte CBS-statistieken bestaat het percentage allochtonen uit: o Percentage Marokkanen (1,4% in Leerdam). o Percentage Surinamers/Antillianen en Arubanen (0,7% in Leerdam). o Percentage Turken (8,8% in Leerdam). o Percentage overige niet-westerse allochtonen (1,7% in Leerdam).
5
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Tabel 1: Enkele demografische kenmerken van gemeenten in economische regio (bron CBS) Leerdam Gorinchem Zederik Tiel Culemborg Gelder- Zaltbommel Z-H Z-H Z-H Geld. Geld. malsen Geld. Geld. Inwoners 2006 20.813 34.250 13.499 41.172 27.158 26.253 26.195 Toename van aantal Inwoners ’00 – 06’ +1% +2% -1% +7% +10% +7% +3% Stedelijkheid Zeer sterk 0% 6% 0% 0% 0% 0% Sterk 29% 40% 26% 38% 0% 0% Matig 26% 46% 30% 43% 11% 24% Weinig 29% 4% 36% 15% 34% 20% Niet 16% 4% 100% 8% 4% 55% 56% Percentage Allochtonen 12,5% 13,8% 1,2% 13,0% 12,8% 2,9% 4,6%
Uit tabel 1 herleiden we de volgende demografische verschillen: - De gemeente Leerdam is qua inwoneraantal één van de kleinere gemeenten in de economische regio. -
De gemeente Leerdam kent een lage groei van het aantal inwoners. De gemeente Culemborg heeft de hoogste groei.
-
De meeste inwoners in de economische regio wonen in een ‘weinig tot matig stedelijk’ gebied. Alleen Gorinchem heeft inwoners in zeer sterk stedelijk gebied (6%). Ter indicatie: In de provincie Zuid-Holland woont 40% van de inwoners in zeer sterk stedelijk gebied.
-
De gemeente Leerdam is qua stedelijkheid vergelijkbaar met Tiel. Gorinchem en Culemborg zijn stedelijker maar de andere gemeenten zijn landelijker. Dus Leerdam is wel één van de kleinere gemeenten maar het heeft toch een stedelijk karakter.
-
Het beeld dat Leerdam een stedelijk karakter heeft, valt ook af te leiden uit het percentage allochtonen in de gemeente. Dat is in Leerdam met 12,5% bijna even hoog als in Gorinchem (13,8%), Tiel (13%) en Culemborg (12,8%).
2.3 Bedrijfsvestigingen In Leerdam zijn er 1.172 bedrijfsvestigingen. In grafiek 1 op de volgende pagina laten we zien welk type bedrijvigheid er is in Leerdam.
6
Econ. Regio
190.000 +5% 1% 20% 29% 24% 26% 7,3%
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Grafiek 1: Percentage vestigingen per bedrijfscategorie, gemeente Leerdam 2006 (bron CBS) 25,0%
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
ov er ig
die ns ten
ho rec a ve rvo er fina nc ien
bo uw gro oth an de l de tai lha nd el
lan db ou w ind us trie
0,0%
Voorbeelden van enkele bedrijfscategorieën in grafiek 1: - Financiën: banken, verzekeringen. - Diensten: administratieve diensten, ingenieursbureaus, reclamebureaus, automatiseringsdiensten, verhuurbedrijven, schoonmaakbedrijven, uitzendbureaus. - Overige (diensten): persoonlijke diensten zoals kappers, schoonheidsverzorging en algemene diensten zoals overheid en onderwijs, gezondheid en welzijn en maatschappelijke organisaties. De meeste bedrijven in Leerdam behoren tot de categorie ‘diensten’. Dat zijn onder andere ingenieurs- en reclamebureaus, automatiseringsbedrijven en administratieve diensten. Bijna evenveel bedrijven (20%) zijn er in de categorie ‘detailhandel’. De minste bedrijven kent Leerdam in de categorieën ‘vervoer’ (wegtransport) en ‘landbouw’. Economische regio In tabel 2 vergelijken we de gemeenten in de economische regio voor wat betreft het percentage bedrijven in diverse bedrijfscategorieën. Tabel 2: Percentage bedrijfsvestigingen per bedrijfscategorie, in economische regio in 2006 (bron CBS) Lb. Ind. Bouw Gr. H. Detailh. Horeca Vervoer Fin. Dienst Overig Leerdam 3% 7% 13% 11% 4% 3% 5% 21% 13% 20% Gorinchem 1% 6% 12% 12% 17% 5% 5% 5% 13% 26% Zederik 7% 13% 12% 3% 7% 4% 17% 8% 10% 20% Tiel 2% 8% 10% 14% 17% 5% 3% 3% 24% 15% Culemborg 9% 12% 14% 3% 3% 4% 15% 1% 7% 31% Geldermalsen 5% 7% 11% 13% 13% 3% 6% 4% 24% 13% Zaltbommel 7% 8% 11% 13% 13% 4% 6% 4% 23% 11% Econ. Regio 4% 8% 11% 13% 15% 4% 5% 4% 24% 13%
In tabel 2 staan veel cijfers die in de meeste gevallen ook nog eens vergelijkbaar zijn. Desondanks zijn er enkele opvallende afwijkingen in de tabel, die we in tabel 2 vetgedrukt hebben weergegeven, namelijk: - Leerdam heeft verreweg het grootste aandeel bedrijven in de detailhandel. -
Gorinchem en Culemborg hebben duidelijk een diensteneconomie. 7
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
-
De gemeente Zederik heeft de meest traditionele economie met een fors aandeel landbouwbedrijven en veel bedrijven in de bouw en de vervoerssector (transport).
-
Culemborg heeft nauwelijks bedrijven in de landbouwsector en bouwsector.
Groei aantal bedrijven Eén van de indicatoren voor de economische ontwikkeling is de groei van het aantal bedrijven in de periode 1995 - 2006. In tabel 3 geven we inzicht in de groeicijfers van het aantal bedrijven van de gemeenten in de economische regio. De gemeenten zijn van links naar rechts gerangschikt op basis van de grootte van de groei. Daarnaast is per gemeente aangegeven welke vier bedrijfscategorieën in absolute zin het meest zijn gegroeid. Tabel 3: Groei aantal bedrijven economische regio en 4 bedrijfscategorieën met grootste groei (bron CBS) Zaltbommel Tiel Geldermalsen Culemborg Gorinchem Leerdam Zederik Groei bedrijven ’95 – ‘06
68%
64%
59%
59%
54%
41%
Econ. Regio 56%
28%
Top vier bedrijfscategorieën met grootste groei in absoluut aantal vestigingen Diensten Diensten Diensten Diensten Diensten Diensten Bouw Bouw Overig Bouw Overig Bouw Bouw Diensten Overig Bouw Overig Bouw Financiën Detailh. Grooth. Landbouw Grooth. Landbouw Financiën Vervoer Overig Industr.
Diensten Bouw Overig Grooth.
De groei van het aantal bedrijven in de economische regio bedroeg in de periode 1995 – 2006 gemiddeld 56%. De gemeente Leerdam heeft met 41% een duidelijk lagere groei. De gemeente Zaltbommel kent de hoogste groei van het aantal bedrijven. Bijna alle gemeenten realiseren de grootste groei in de sector diensten. Alleen Zederik wijkt hiervan af met de bouw als grootste groeisector. Opvallend is dat Leerdam een grote absolute groei heeft gerealiseerd in de sector detailhandel. In Leerdam is de groei van het aantal bedrijven in de periode 1995 – 2006 in totaal 41%. Dat betekent dat er 338 bedrijven zijn bijgekomen, als volgt verdeeld over de bedrijfscategorieën: - 102 extra bedrijven in categorie diensten (= 70% meer dienstbedrijven dan 1995). - 74 extra bedrijven in bouw (103%). - 51 extra bedrijven in detailhandel (27%). - 37 extra bedrijven in overig (34%). - 36 extra bedrijven in industrie (72%). - 21 extra bedrijven in groothandel (21%). - 17 extra bedrijven in financiële diensten (44%). - 13 extra bedrijven in horeca (34%). - 13 extra bedrijven in vervoer (52%). Bedrijvendichtheid Een andere indicator voor de economische stand van zaken in een gemeente is de bedrijvendichtheid, ofwel het aantal bedrijven per 1.000 inwoners. Hoe hoger de bedrijvendichtheid, hoe hoger de economische activiteit binnen een gemeente.
8
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
De rangschikking van de gemeenten voor wat betreft bedrijvendichtheid is als volgt: - Zaltbommel (86 bedrijven per 1.000 inwoners). - Geldermalsen (83). - Zederik (78). - Gorinchem (71). - Culemborg (67). - Tiel (66). - Leerdam (56). In de gemeente Leerdam is de bedrijvendichtheid met 56 bedrijven per 1.000 inwoners het laagst. De gemiddelde bedrijvendichtheid in de economische regio is 72.
2.4 Banen In de vorige paragraaf hebben we laten zien hoeveel bedrijven in Leerdam aanwezig zijn. In grafiek 2 geven we nogmaals in de ‘paars gekleurde linkerkolommen’ het percentage bedrijven per bedrijfscategorie. In de rechterkolom geven we het percentage van de werkgelegenheid in de verschillende bedrijfscategorieën. Hierdoor maken we inzichtelijk welke bedrijfscategorieën relatief veel banen genereren. Grafiek 2: Percentage vestigingen én banen per bedrijfscategorie, Leerdam 2005, bron CBS 35,0% 30,0% 25,0% 2.
1.
20,0% 4.
15,0%
3.
10,0% 5,0%
ov er ig
ve rvo er (fin .) d ien ste n
ho rec a
ha nd el
bo uw
ind us trie
lan db ou w
0,0%
Opmerking grafiek 2: In tegenstelling tot grafiek 1 hanteert het CBS bij de verdeling van het aantal banen slechts 8 bedrijfscategorieën. Dit betekent dat het aantal banen in de categorie ‘groothandel’ en ‘detailhandel’ zijn samengevoegd. Dat geldt ook voor het aantal banen in de categorieën ‘financiën en diensten’. Het CBS beschikt enkel over cijfers van het aantal banen tot en met het jaar 2005. In bovenstaande grafiek 2 is het aantal vestigingen voor het jaar 2006 weergegeven en het aantal banen voor het jaar 2005.
In 2005 waren er in Leerdam 6.670 banen. Grafiek 2 laat zien dat de handel (groot- en detailhandel) in Leerdam de meeste werkgelegenheid levert (1.650 banen). In totaal zorgt de handel daarmee voor 25% van het totaal aantal banen. Opvallend in grafiek 2 is dat de categorie ‘overig’ zorgt voor relatief veel banen, namelijk 23% van het totaal aantal banen. Dit komt onder andere door het feit dat wij als gemeente Leerdam in deze categorie horen en we zorgen daarmee met één bedrijfsvestiging voor relatief veel werkgelegenheid. 9
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Verder is het belangrijk om te zien dat de categorie ‘industrie’ met een relatief klein aandeel in het aantal vestigingen (7%) wel veel werkgelegenheid biedt (17%). De industrie is de vierde grootste werkgever in Leerdam, na handel, overig (overheid) en diensten. Bij de landbouwsector wordt duidelijk dat het in Leerdam niet alleen gaat om weinig landbouwbedrijven maar ook nog eens om relatief weinig werkgelegenheid. Economische regio In tabel 4 laten we zien hoe de banenverdeling is binnen de economische regio, in 2005. Tabel 4: Percentage aantal banen per bedrijfscategorie, in economische regio in 2005, bron CBS Lb. Ind. Bouw Handel Horeca Vervoer Dienst Overig Leerdam 2% 17% 9% 2% 3% 19% 25% 23% Gorinchem 0,3% 14% 5% 22% 2% 3% 18% 36% Zederik 8% 22% 8% 8% 12% 13% 10% 20% Tiel 2% 14% 5% 23% 4% 6% 14% 34% Culemborg 1% 14% 6% 24% 2% 18% 24% 11% Geldermalsen 8% 14% 8% 23% 3% 14% 17% 13% Zaltbommel 9% 13% 10% 22% 3% 5% 23% 14% Econ. 4% 14% 7% 23% 3% 7% 17% 26% Regio
We zien in tabel 4 de volgende opvallende zaken: - Leerdam heeft de meeste werkgelegenheid in de handel. De verschillen in de economische regio zijn wel klein. -
Gorinchem en Tiel bieden veel werkgelegenheid in de categorie overig. Dat betekent een grote rol van overheid en onderwijsinstellingen in hun economie.
-
Zederik biedt veel werkgelegenheid in de bouwsector.
-
In Culemborg en Geldermalsen zijn er relatief veel banen in de vervoerssector te vinden.
Groei aantal banen Als we kijken naar de groei van het aantal banen in de periode 1995 – 2005, dan is de rangschikking van de gemeenten in de economische regio als volgt:: - Zaltbommel, hoogste groei aantal banen in periode 1995 – 2005, namelijk 38%. - Tiel, 34%. - Gorinchem, 28%. - Geldermalsen, 22%. - Culemborg, 21%. - Leerdam, 6%. - Zederik, -7%. De groei van het aantal banen in de economische regio bedroeg in de periode 1995 – 2005 gemiddeld 25%. De gemeente Leerdam wijkt met een groei van 6% sterk af van dit gemiddelde groeipercentage. In tabel 5 op de volgende pagina kijken we naar achterliggende oorzaken voor de beperkte banengroei in Leerdam.
10
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Tabel 5: Groei aantal banen per bedrijfscategorie in economische regio in 1995 - 2005, bron CBS Lb. Ind. Bouw Handel Horeca Vervoer Dienst Overig Totale groei 95 – 05 Leerdam -46% 2% 23% 69% 35% 6% -15% -22% -41% Gorinchem -82% 2% 12% 14% 26% 92% 116% 29% 28% Zederik -7% -41% -2% -10% 74% -36% 8% 17% -7% Tiel -6% -6% 19% 36% 12% 72% 66% 49% 34% Culemborg -37% -12% 18% -11% 35% 70% 35% 21% 200% Geldermalsen -10% -5% 54% 8% 6% 57% 40% 54% 22% Zaltbommel -2% 20% 54% 36% 39% -22% 135% 32% 38% Econ. -16% 13% 25% 80% 38% 25% -5% 19% 41% Regio
De vetgedrukte percentages in tabel 5 laten zien waar de kenmerkende verschillen zitten voor wat betreft de banengroei in onze economische regio. Opvallend zijn de volgende feiten: - Leerdam kent een sterke daling in het aantal banen in de sector bouw (-22%). Alle andere gemeenten, behalve Zederik, realiseren juist een groei in de bouwsector (+19% gemiddeld). -
Leerdam kent een iets sterkere daling van het aantal banen in de industrie (-15% versus –5% in de economische regio). Zaltbommel kent een vrij hoge banengroei in de industrie.
-
Leerdam kent een forse daling in het aantal banen in de vervoerssector (-41%). De verschillen in deze sector zijn erg groot. Zo kent Culemborg een groei van 200% in de vervoerssector.
2.5 Detailhandel Binnen de economische regio heeft Leerdam opvallend veel bedrijven in de categorie ‘detailhandel’. Het gaat in geheel Leerdam om 238 bedrijven waarvan ongeveer 150 - 160 winkels in de binnenstad (omgeving Kerkstraat dus geen Europaplein en het Eiland in Noord). Het is dus een belangrijke peiler van onze economie. De vraag is nu of de detailhandel in Leerdam ook goed presteert. In grafiek 3 op de volgende pagina laten we de gemiddelde omzetontwikkeling zien van de winkels in de binnenstad van Leerdam en we vergelijken die met de omzetontwikkeling in de regio.
11
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Grafiek 3: Gemiddelde omzetgroei per jaar 2000 – 2006 van binnensteden econ. Regio, bron KvK 3,0% 2,5% 2,0% 1,5%
gemiddelde omzetgroei per jaar van binnensteden economische regio
1,0%
Leerdam
Zaltbommel
Tiel
Gorinchem
-0,5%
Culemborg
0,0%
Geldermalsen
0,5%
Toelichting grafiek 3: De omzetgroei in 2000 (ten opzichte van 1999) van alle winkels in de binnenstad van Leerdam is 3%. In 2001 is dit 3,5%. Vanaf 2002 begint de omzet te dalen met –1,3%. Daarna –4,3% in 2003 en -3,8% in 2004. Vanaf 2005 stijgt de omzet weer met 0,4% in 2005 en 0,3% in 2006. De gemiddelde omzetgroei van al die jaren is –0,3%.
Leerdam kent de laagste gemiddelde omzetgroei per jaar in de periode 2000 – 2006 (in %) van alle binnensteden in de economische regio. Het heeft ook als enige gemeente een negatieve gemiddelde omzetgroei. Dit beeld zien we ook terug in de werkgelegenheidsontwikkeling van de detailhandel in de binnensteden. De rangschikking van de gemeenten in de economische regio ten aanzien van de gemiddelde werkgelegenheidsontwikkeling in de periode 2000 – 2006 (1,2%) is als volgt: - Zaltbommel, hoogste gemiddelde werkgelegenheidsstijging, namelijk 1,9%. - Geldermalsen, 1%. - Tiel en Culemborg, 0,5%. - Gorinchem, -0,6%. - Leerdam, -0,9%. Oorzaken achterblijvende prestaties binnenstad Leerdam Voor het achterblijven van de economische prestaties van de winkels in de binnenstad heeft de Kamer van Koophandel verschillende oorzaken aangewezen. Er zijn fysieke oorzaken zoals: - Toenemende leegstand winkelpanden. - Beperkte parkeervoorzieningen in het algemeen. - Beperkte parkeervoorzieningen voor toeristische attracties1. - Consument kan géén rondje lopen (onvolledige routing). - Onduidelijke bewegwijzering. Naast deze fysieke oorzaken die de Kamer van Koophandel noemt, hebben wij nog diverse andere vragen over het functioneren van de binnenstad, zoals: - Komt de leegstand niet door een overaanbod van winkels in de binnenstad? 1
Naast beperkte parkeervoorzieningen die de Kamer van Koophandel noemt, is het van belang op te merken dat er ook sprake is van een beperkte (verkeers)infrastructuur in en rond de binnenstad.
12
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
- Hebben de winkels voldoende kwaliteit en uitstraling? - Wat is de samenstelling van het winkelbestand? - Zijn er niet te weinig terrasjes en culturele voorzieningen in de binnenstad? - Zijn de restaurants wel van voldoende kwaliteit en uitstraling? Op deze vragen gaan we hierna dieper in. Kwaliteit en uitstraling binnenstad Onze binnenstad heeft enkele sterke punten. De binnenstad heeft een dorps karakter met een eigen sfeer. De eigen sfeer komt voort uit het feit dat er relatief veel unieke kleine zelfstandige winkels aanwezig zijn, bijvoorbeeld de diverse kledingwinkeltjes. De eigen sfeer is ook het resultaat van Leerdam de glasstad. Er zijn op het gebied van glas vele galerieën. Ander voordeel van de binnenstad is dat het een redelijk compleet winkelaanbod heeft. En een voordeel is dat de binnenstad een herkenbaar compact (historisch) formaat heeft. Maar toch is er leegstand van winkelpanden. De vraag is dan ook of er niet een overaanbod is van het winkelaanbod. Zijn er niet teveel unieke kleine winkeltjes en zijn er niet teveel winkelstraten? En trekken deze winkeltjes niet te weinig publiek? Het lijkt erop dat Leerdam zich bevindt tussen twee schaalgroottes. Het is te klein voor de vestiging van grotere publiekstrekkers (ketens), zoals bijvoorbeeld V&D, C&A of H&M. Maar het heeft relatief veel winkelstraten en winkels voor een stad van 20.000 inwoners. Een oplossing van dit probleem kan zijn: het verkleinen van het winkelaanbod of het vergroten van de vraag. Dus, of kiezen voor een lokale verzorgingsfunctie of een meer (sub)regionale verzorgingsfunctie. Als we kijken naar het vergroten van de vraag (ofwel meer winkelend publiek), dan valt op dat er in de binnenstad weinig terrasjes en culturele voorzieningen zijn die het (winkelend) publiek langer kunnen ‘vasthouden’ in de stad. Natuurlijk zijn we trots op ons glascentrum met 65.000 bezoekers per jaar, maar de vraag is of we bezoekers en Leerdammers niet meer moeten bieden zodat er meer publiek in de binnenstad komt en blijft. We missen bijvoorbeeld een gezellig centraal plein met horeca en terrasjes. Wat ook een verbetering zou kunnen zijn is een kleine bioscoop en/of theatertje en andere culturele voorzieningen in de binnenstad. Indien we dit nader willen onderzoeken, dan dienen we wel de relatie met bestaande culturele voorzieningen in het cultureel centrum Het Dak er bij te betrekken. Wanneer we in Leerdam zouden werken aan het realiseren van dit soort culturele voorzieningen, dan is er ook een kans dat er meer variatie ontstaat in de eetgelegenheden in de binnenstad. We hebben de indruk dat het aanbod momenteel te weinig gevarieerd is. Verkeerssituatie binnenstad Hiervoor hebben we al aangegeven dat de Kamer van Koophandel vindt dat er te weinig parkeervoorzieningen zijn in het algemeen en in het bijzonder voor toeristische attracties. De vraag is inderdaad of het huidige verkeersbeleid (‘verkeerscirculatie’ en ‘parkeerregime’) niet afbreuk doet aan de kwaliteit van de binnenstad als ‘verblijfsgebied’. Zo is bijvoorbeeld de Kerkstraat toegankelijk voor autoverkeer en dat heeft een nadelig effect op de kwaliteit van de Leerdamse binnenstad als verblijfsgebied. Bezoekers van de stad kunnen niet rustig langs de kerk en andere rijksmonumentale gebouwen (hofje en oude raadhuis) wandelen. Verder is het parkeerregime met parkeermeters (op Kerkstraat en bij AH bijvoorbeeld) onvriendelijk voor bezoekers omdat men van te voren moet bepalen hoe lang men wil blijven in de binnenstad. Spontaan langer verblijven in de binnenstad is dan niet mogelijk zonder de parkeermeter bij te vullen.
13
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
De parkeermogelijkheden in de Kerkstraat hebben natuurlijk ook een voordeel. Consumenten die even snel een boodschap willen doen kunnen met de auto naar de Kerkstraat en kunnen voor de deur van de winkel snel iets kopen. Over het algemeen zullen detaillisten veel waarde hechten aan deze mogelijkheid. Het is echter de vraag of een autoluwe Kerkstraat, met meer en langer blijvende bezoekers, uiteindelijk niet meer voordelen biedt aan detaillisten. In hoofdstuk 3 komen we terug op de discussie over de kwaliteit van de winkels, de culturele voorzieningen en het parkeerbeleid.
2.6 Industrie Er zijn in Leerdam in totaal 86 bedrijven in de industrie en dat is 7% van het totaal aantal bedrijven in 2006. De industriebedrijven leverden in 2005 in totaal 17% van het totaal aantal banen in Leerdam. Tabel 6 toont de groei van het aantal industriebedrijven in de regio (periode 1995 – 2006) en de groei van het aantal banen in deze sector (periode 1995 – 2005). Tabel 6: Aantal industriebedrijven in periode 1995 – 2006 in economische regio én groei aantal industriebanen in periode 1995 - 2005, bron CBS Leerdam Gorinchem Zederik Tiel Culemborg Geldermalsen Zaltbommel Econ. regio 1995 50 90 44 165 178 134 110 771 2000 80 135 59 219 176 154 136 959 2005 93 148 74 227 163 158 173 1.036 2006 86 152 74 220 162 161 173 1.028 Groei aantal bedrijven 69% 68% 33% -9% 20% 57% 72% 33% 1995 – 2006 Groei aantal banen 2% -41% -6% -12% -5% 20% -15% -5% 1995 - 2005
De gemiddelde groei van het aantal industriebedrijven is 33% in de economische regio in de periode 1995 – 2006. Leerdam kent een hogere groei. In alle gemeenten is te zien dat de industrie vooral in de periode 1995 – 2000 is gegroeid, daarna neemt de groei af. Ook in Leerdam heeft de groei van het aantal industriebedrijven vooral plaatsgevonden in de periode 1995 – 2000 (uitgifte 2e fase Nieuw Schaik). Opmerkelijk is echter dat de groei in het aantal industriebedrijven in Leerdam niet gepaard gaat met een groei in het aantal banen. De banengroei is in de periode 1995 – 2005 negatief (-15%). Ook in de andere gemeenten is duidelijk te zien dat de ontwikkeling van ‘machines in plaats van mensen’ blijft gelden voor de sector industrie. De economische regio heeft in 1995 – 2006 in totaal 33% meer industriebedrijven gekregen maar het aantal banen in deze sector nam met 5% af.
14
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Toekomst industrie Leerdam We hebben met Nieuw Schaik één bedrijventerrein in Leerdam en het terrein is vol. Er is naar verwachting niet op korte termijn ruimte voor een nieuw bedrijventerrein in Leerdam, dus het optimaliseren van het huidige terrein is de enige optie om in Leerdam nog wat extra kansen te bieden voor industrie. Het is echter niet realistisch om te verwachten dat we het aandeel industrie in onze bedrijvigheid (7%) verder kunnen uitbouwen en het is ook niet realistisch om meer werkgelegenheid te verwachten van de sector industrie. We bespreken dit onderwerp verder in hoofdstuk 3.
2.7 Diensten Als we de bedrijfscategorieën ‘financiën’ en ‘zakelijke diensten’ bij elkaar optellen, dan zijn er in Leerdam in totaal 303 bedrijven in de (financiële)dienstensector en dat is 26% van het totaal aantal bedrijven in 2006. De dienstensector levert in totaal 19% van het totaal aantal banen in Leerdam. Tabel 7 toont de groei van het aantal bedrijven in de dienstensector in de regio. Tabel 7: Aantal bedrijven in dienstensector in periode 1995 – 2006 in economische regio, bron CBS Leerdam Gorinchem Zederik Tiel Culemborg Geldermalsen Zaltbommel Econ. regio 1995 184 366 118 328 238 317 248 1.799 2000 212 548 162 590 469 511 429 2.921 2005 290 689 198 702 583 584 621 3.667 2006 303 748 218 731 642 625 613 3.880 Groei 104% 85% 123% 170% 97% 147% 65% 116% dienstenbedrijven in 1995 - 2006
De gemiddelde groei van het aantal bedrijven in de dienstensector is 116% in de economische regio in de periode 1995 – 2006. Leerdam kent een beduidend lagere groei.
2.8 Werkloosheid In de voorgaande paragrafen hebben we gekeken naar de economische situatie en de economische prestaties. De economische prestaties van Leerdam blijken in vergelijking tot die in de economische regio tegen te vallen. Hierna kijken we of de achterblijvende economische prestaties ook leiden tot een relatief hogere werkloosheid in Leerdam in vergelijking tot de economische regio. We gebruiken cijfers van het CWI (over WWBuitkeringen en werkzoekenden) en cijfers van het UWV (over WW-uitkeringen). Werkloosheid In grafiek 4 op de volgende pagina laten we de werkloosheidcijfers zien in het jaar 2006 van de gemeenten in de economische regio. Het gaat in grafiek 4 om de optelsom van twee categorieën werkloosheid: - Het aantal uitkeringen per 1.000 inwoners in het kader van de algemene bijstand (WWB). - Het aantal uitkeringen per 1.000 inwoners voor werkloosheid (WW). WWB-uitkeringen zijn uitkeringen in het kader van de Wet werk en bijstand. WWuitkeringen zijn uitkeringen in het kader van de Werkloosheidswet. WW-uitkeringen zijn in het algemeen kortdurende uitkeringen (< 0,5 tot 1 jaar).
15
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
In Leerdam is het aantal werkloosheidsuitkeringen per 1.000 inwoners (van 15 – 64 jaar) in totaal 40. Het totaal is opgebouwd uit 21 WW-uitkeringen en 19 WWB-uitkeringen per 1.000 inwoners (in absolute cijfers gaat het dan om 288 WW-uitkeringen en 260 WWBuitkeringen in Leerdam). In de economische regio is de gemiddelde werkloosheid met 44 per 1.000 inwoners hoger dan in Leerdam. Tiel heeft de hoogste werkloosheid en Zederik de laagste. Opvallend is dat Leerdam, ondanks de matige economische prestaties, niet meer werkloosheid kent dan andere gemeenten in de regio. Grafiek 4: Aantal werkloosheidsuitkeringen (WW en WWB) per 1.000 inwoners (15 – 64 jaar) in 2006 in economische regio, bron UWV/CWI 60
WWB gem. aantal werkloosheidsuitkeringen per 1.000 inwoners in econ. regio
50 40 30 20 WW 10
Ze de rik
Za ltbo mm el Ge lde rm als en
Le erd am
Go rin ch em
Cu lem bo rg
Tie l
0
Ontwikkeling werkloosheid (WWB) in de economische regio Grafiek 4 laat zien dat Leerdam in 2006 een gemiddeld werkloosheidniveau kent. Het is van belang om te weten hoe de werkloosheid zich in Leerdam de laatste jaren heeft ontwikkeld. Het gaat dan met name om de ontwikkeling van de langdurige werkloosheid (WWB). Als we kijken naar de ontwikkeling van de WWB in de periode 1998 – 2006, dan is de rangschikking van de gemeenten in de economische regio als volgt: - Gorinchem, sterkste daling werkloosheid in periode 1998 – 2006, namelijk -16%. - Geldermalsen, -15%. - Leerdam, -10%. - Tiel, -5%. - Zederik, 0%. - Culemborg, 29%. - Zaltbommel, 33%. De werkloosheid is in de periode 1998 – 2006 het sterkst gedaald in de gemeente Gorinchem. Leerdam heeft ook een aanzienlijke daling van de werkloosheid bereikt. Beeld van de werkzoekenden in de economische regio Het CWI registreert werkzoekenden. Het gaat om de categorie ‘niet-werkende werkzoekenden’ (NWW), ofwel personen die zich inschrijven bij het CWI en die niet of minder dan 12 uur per week werken en die op zoek zijn naar een baan.
16
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Per september 2007 waren er in Leerdam 410 NWW-ers. In tabel 8 geven we een beeld van de werkzoekenden. We geven alleen de kenmerken van NWW-ers die enigszins verschillen in de regio. Zo zijn er bijvoorbeeld gegevens bekend van het percentage mannen en vrouwen die werk zoeken, maar deze percentages verschillen niet of nauwelijks in de economische regio. Tabel 8: Aantal en beeld werkzoekenden (NWW-ers) september 2007, economische regio, bron CWI Leerdam Gorinchem Zederik Tiel Culemborg Geldermalsen Zaltbommel Regio Aantal NWW-ers 410 791 116 1.523 852 456 472 Opleiding Vmbo 32% 32% 32% 30% 33% 32% 34% 28% hbo / wo 11% 9% 15% 15% 11% 12% 9% 16% Leeftijd < 23 jaar 5% 5% 3% 3% 2% 5% 4% 4% 23 tot 40 jaar 31% 33% 26% 33% 33% 30% 30% 24% 40 – 50 jaar 27% 28% 27% 27% 25% 26% 20% 31% 50 jaar en ouder 35% 42% 37% 45% 41% 40% 45% 34% werkloosheidsduur < 1 jaar werkloos 42% 25% 27% 33% 39% 44% 27% 25% > 1 jaar werkloos 61% 58% 73% 73% 67% 56% 75% 75% Beroepswens elementaire en 61% 61% 60% 63% 59% 63% 60% 50% lagere beroepen middelbare 20% 20% 17% 20% 20% 23% 21% 20% beroepen hogere en 12% 14% 14% 16% 14% 15% 11% 21% wetenschappelijke beroepen
De vetgedrukte percentages in tabel 8 geven enkele (weliswaar kleine) verschillen van de niet werkenden werkzoekenden in de economische regio: - Leerdam kent relatief veel werkzoekenden in de categorie Vmbo (34%). Culemborg heeft veel hbo-ers en wo-ers onder de werkzoekenden. -
Leerdam heeft veel ouderen (>= 50 jaar) als werkzoekenden (45%). Gemiddeld is het aandeel werkzoekende ouderen 40% in de regio.
-
Van de werkzoekenden in Culemborg en Zaltbommel is 75% meer dan 1 jaar werkloos terwijl dit gemiddeld 67% is en in Leerdam slechts 61%. Dit bevestigt het beeld dat Culemborg en Zaltbommel de grootste problemen hebben op het gebied van werkloosheid.
-
In Leerdam is er onder werkzoekenden behoefte aan elementaire en lagere beroepen. Er is weinig werkloosheid bij de categorie die zoekt naar hogere en wetenschappelijke beroepen. In Geldermalsen zijn opvallend veel werkzoekenden op zoek naar hogere beroepen.
2.9 Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen In de vorige paragraaf hebben we gezien dat de werkloosheidsproblemen in Leerdam meevallen in vergelijking tot andere gemeenten in de economische regio. Hierna kijken we hoe het staat met de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Leerdam. We gebruiken hiervoor cijfers van het UWV.
17
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
In grafiek 5 zien we het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (AO) per 1.000 inwoners (15 – 64 jaar) in de economische regio. Het gaat om de optelsom van de volgende uitkeringen: - WAO (op basis van de Wet ArbeidsOngeschiktheidsverzekering). - WAZ (op basis van de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen). - Wajong (op basis van de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten). In Leerdam gaat het om in totaal 1.201 uitkeringen waarvan 939 WAO, 44 WAZ en 218 Wajong. Grafiek 5: Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (WAO, WAZ en Wajong) per 1.000 inwoners (15 – 64 jaar) in economische regio in 2006, bron UWV 100 90
Wao
80
gem. aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen per 1.000 inwoners (15 - 64 jr) in econ. regio
70 60 50 40 30
ze de rik
cu lem bo rg
za ltb om m el ge lde rm als en
lee rda m
0
Wajon g Waz tie l
10
go rin ch em
20
Grafiek 5 laat zien dat Leerdam relatief de meeste arbeidsongeschikten heeft in vergelijking tot de economische regio. Het UWV heeft geen onderzoeks- of beleidsafdeling die zich bezighoudt met verklaringen van dit soort verschillen per gemeente. De hoge mate van arbeidsongeschiktheid in Leerdam zou te maken kunnen hebben met de volgende twee factoren: - De aanwezigheid van enkele bedrijven met relatief zwaar werk, zoals de glasfabriek en de kaasfabriek. - De aanwezigheid van een relatief grote zorginstelling (de Lingebolder) waar personen wonen met een Wajong-uitkering of Wao-uitkering.
2.10 Inkomens- en opleidingsniveau De analyse van de economie hebben we in de voorgaande paragrafen toegespitst op een analyse van de sectoren (diensten, industrie en dergelijke) en op een analyse van de werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. We sluiten de analyse van de economie af met het een beeld van het gemiddeld inkomens- en opleidingsniveau. In grafiek 6 en 7 op de volgende pagina gaan we in op de verschillen in inkomensniveaus in de economische regio. In grafiek 6 laten we per gemeente zien hoeveel procent de huishoudens met hun inkomen afwijken van het landelijk gemiddelde inkomensniveau. 18
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
De huishoudens in Leerdam hebben een gemiddeld inkomensniveau dat –3,5% lager ligt dan het landelijk gemiddelde. In de economische regio is dat plus 0,4%. Alleen Tiel heeft een lager gemiddeld inkomensniveau per huishouden, namelijk –5,1% van het landelijk gemiddelde. Grafiek 6: Procentuele afwijking van landelijk gemiddelde inkomensniveau economische regio, bron CBS 8,0% 6,0% 4,0%
-4,0%
Tiel
Leerdam
Gorinchem
Culemborg
-2,0%
Geldermalsen
Zederik
0,0%
Zaltbommel
%afwijking van economische regio t.o.v. landelijk gemiddelde inkomensniveau
2,0%
-6,0%
Ook uit grafiek 7 valt af te lezen dat de gemeenten Tiel en Leerdam de meeste huishoudens kennen met een laag inkomen. Grafiek 7: Percentage huishoudens met een laag inkomen per gemeente in economische regio, bron CBS 10% 9% gem. percentage huishoudens met laag inkomen
8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1%
Tie l
Le erd am
Go rin ch em
Za ltbo mm el
Cu lem bo rg
Ge lde rm als en
Ze de rik
0%
19
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Het beeld van grafiek 6 en 7 kunnen we tot slot bevestigen met het beeld van het gemiddelde opleidingsniveau in Leerdam. Uit grafiek 8 blijkt dat er in Leerdam relatief weinig personen wonen met een hoge opleiding (>= hbo). Grafiek 8: Percentage hoger opgeleiden (>= hbo) van de totale bevolking (15 – 64 jr) in economische regio, bron CWI 30% 25% 20%
gem. percentage hoger opgeleiden van de totale bevolking (15 - 64 jr.) in econ. regio
15% 10% 5%
Le erd am
Tie l
Ze de rik
Go rin ch em Za ltbo mm el
Via ne n
Cu lem bo rg Ge lde rm als en
0%
Grafiek 8 laat zien dat in de gemeenten Tiel en Leerdam relatief minder hoog opgeleide personen wonen. Het gemiddeld inkomens- en opleidingsniveau van de Leerdamse bevolking is dus relatief laag in vergelijking tot de regio. Een hoger inkomens- (en opleidings)niveau kan leiden tot een economische impuls voor Leerdam. Bijvoorbeeld door extra bestedingen in Leerdam van personen met hogere inkomens. Indirect zorgen hogere inkomensgroepen voor meer vraag naar diverse voorzieningen, zoals bijvoorbeeld culturele voorzieningen, die de stad leefbaarder maken.
2.11 Conclusies De conclusies zijn: - In deze nota vergelijken we de economische prestaties van Leerdam met de gemeenten Gorinchem, Zederik, Tiel, Culemborg, Geldermalsen en Zaltbommel. We noemen deze gemeenten de ‘economische regio’. -
Leerdam heeft in vergelijking tot andere gemeenten in de economische regio opvallend veel bedrijven in de categorie detailhandel.
-
Er zijn in Leerdam 1.172 bedrijven. Het aantal bedrijven is in Leerdam in de periode 1995 – 2006 gegroeid met 41%. Dit is lager dan de gemiddelde groei van het aantal bedrijven in de economische regio (56%).
-
De bedrijvendichtheid is in Leerdam met 56 bedrijven per 1.000 inwoners het laagst in de economische regio.
20
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
-
Er zijn in Leerdam 6.670 banen. De grootste werkgever in Leerdam is de handel (groothandel en detailhandel samen). In vergelijking tot de regio heeft Leerdam relatief weinig werkgelegenheid in de bouw- en vervoerssector.
-
De groei van de werkgelegenheid in de periode 1995 – 2005 is in Leerdam met 6% laag in vergelijking tot de gemiddelde banengroei in de economische regio (25%). Het aantal banen in de industrie, de bouw en in de vervoerssector blijven in Leerdam sterk achter.
-
De gemiddelde omzetgroei in de periode 2000 – 2006 van de winkels in de binnensteden van de economische regio is 1,2%. De omzetgroei in de binnenstad van Leerdam is als enige gemeente negatief (-0,9%).
-
Eén van de oorzaken voor de matige economische prestaties van onze binnenstad is een te groot winkelaanbod. Er zijn meer bezoekers nodig voor de winkels in de binnenstad. Om meer bezoekers te trekken is het nodig om de kwaliteit en uitstraling van de binnenstad te verhogen.
-
Het aantal industriebedrijven in Leerdam is in de periode 1995 – 2000 fors gegroeid door de uitgifte van de 2 e fase van Nieuw Schaik. Daarna is er sprake van een daling. De werkgelegenheid in de industrie is in de periode 1995 – 2006 met 15% afgenomen.
-
De groei van bedrijven in de dienstensector in de economische regio in de periode 1995 – 2006 is gemiddeld 116%. Leerdam heeft met 65% groei van diensten de laagste groei in de regio.
-
Leerdam kent, ondanks de matige economische prestaties, een gemiddeld werkloosheidsniveau in de regio. De langdurige werkloosheid (WWB) is in de periode 1998 – 2006 gedaald met 10% terwijl deze in de economische regio gemiddeld met 2% is toegenomen.
-
Leerdam heeft wel relatief veel arbeidsongeschikten. Het UWV heeft hier géén verklaring voor.
-
Het gemiddelde inkomens- en opleidingsniveau in Leerdam is beduidend lager dan in de economische regio. We denken dat een hoger gemiddeld inkomensniveau (en opleidingsniveau) een impuls kan geven aan de economie van Leerdam. Direct door hogere bestedingen in Leerdam. Indirect doordat personen met een hoger inkomen naar verwachting meer voorzieningen wensen in de stad, bijvoorbeeld culturele voorzieningen. Het realiseren van meer culturele voorzieningen komt de leefbaarheid van de stad ten goede.
21
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
22
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
3. Stellingen voor gewenst beleid Hierna presenteren we zeven stellingen voor het gewenste economische beleid voor de komende jaren. Per stelling geven we een korte toelichting. Stelling 1: We moeten toewerken naar een kleiner winkelaanbod in de binnenstad De detaillisten in de (oude) binnenstad kennen al jaren matige omzetcijfers. Het lijkt erop dat er te weinig vraag is voor een zo groot aantal winkels in onze binnenstad. Dat kan een oorzaak zijn voor de matige omzetcijfers, faillissementen en vertrek van winkels. Het overaanbod zorgt er vervolgens voor dat nieuwe ondernemers zich niet durven vestigen en dat is mogelijk de oorzaak voor leegstand. Stelling 2: We moeten meer bezoekers trekken naar de (oude) binnenstad We kunnen het economisch probleem van de binnenstad ook aanpakken via het vergroten van de vraag. Dat betekent dat we meer publiek moeten aantrekken en we moeten het publiek langer vasthouden. Dat kan bijvoorbeeld door de volgende concrete actiepunten: - Het realiseren van een klein theatertje en een kleine bioscoop in de binnenstad. - De ontwikkeling van het Dokter Reilinghplein (of het Oranjeplein) tot een centraal plein met terrasjes en horeca. - De ontwikkeling van het leegstaande Oude Raadhuis tot een culturele voorziening met bijvoorbeeld een: o Centrum voor beeldende kunst en een dansschool. o Een oudheidkamer met (een deel van) de historische collectie van Leerdam. o Een restaurant/café. - De ontwikkeling van de binnenstad tot een groot wandelgebied door de binnenstad autoluw te maken en eromheen het parkeerregime meer te richten op langdurig verblijf. Stelling 3: We moeten niet streven naar het vergroten van onze industrie Leerdam heeft één bedrijventerrein en dat is vol en er zijn op korte termijn niet of nauwelijks mogelijkheden voor de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. Het aantal banen in de industrie is in de periode 1995 – 2005 gedaald met 15%. Als het gaat om de wens van het college om economische groei te bereiken en daarmee meer werkgelegenheid, dan is het niet mogelijk om die wens te vervullen op het gebied van industrie. Stelling 4: We moeten ons richten op de binnenstad, toerisme en diensten Het is niet realistisch om economische groei te realiseren in alle bedrijfscategorieën. Uit de analyse van de huidige economie blijkt dat Leerdam zich vooral onderscheidt met de detailhandel in de binnenstad. De binnenstad dient echter wel een opwaardering te krijgen. Daarnaast biedt de verdere ontwikkeling van toerisme volop kansen (zie stelling 5) en er zijn wellicht mogelijkheden om de diensteneconomie te versterken (zie stelling 7). Stelling 5: We moeten de verschillende glas- en cultuurhistorische attracties koppelen Op het gebied van toerisme profileert Leerdam zich als de Glasstad. De vier belangrijkste toeristische peilers zijn De Glasfabriek, Royal Leerdam Crystal, Het Glascentrum en Het Nationaal Glasmuseum. Na glas zijn er nog enkele toeristische speerpunten zoals de ligging aan de Linge, de nabijheid van het Groene Hart en het historische centrum. 23
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Wanneer we de toerist een totaalplaatje presenteren van al onze glas- en cultuurhistorische attracties, dan kan het voor een toerist aantrekkelijker worden om Leerdam te bezoeken. We moeten onderzoeken of we ‘alle toeristische en cultuurhistorische attracties van Leerdam beter kunnen koppelen’. Enkele ideëen hierbij zijn: - Renovatie- en uitbreiding van glasmuseum. - Ontwikkeling beschermd dorpsgezicht Oosterwijk. Het dorp Oosterwijk krijgt wellicht een nationaal beschermde status. We vinden dat we toeristen betere mogelijkheden kunnen bieden om het dorp te bezichtigen. - Aansluiting op project Nieuwe Hollandse Waterlinie door verbinding te leggen tussen Fort Asperen en omgeving Glasmuseum aan de Linge. - Samenwerking met provincie door bovenstaande mogelijkheden te koppelen aan diverse subsidiemogelijkheden zoals: o Plattelandsontwikkelingsprogramma. o Project Nieuwe Hollandse waterlinie. o Agenda Vrije Tijd. o Fiets- en wandelplan. o Actieprogramma Cultuurbereik. Stelling 6: We moeten ons richten op het bouwen van duurdere koopwoningen Belangrijk feit uit de analyse van onze huidige economie is dat we in Leerdam een tekort aan de hogere inkomens hebben. We hebben meer werkeloosheid en lagere inkomens dan Gorinchem. Bij nieuwbouwprojecten moeten we ons daarom meer richten op de bouw van duurdere woningen. Stelling 7: We moeten ons richten op meer bedrijven in de dienstensector De meeste gemeenten realiseren vooral economische groei in de dienstensector. We moeten onderzoeken of ook in Leerdam meer groei in deze sector haalbaar is. Gelijktijdig moeten we vanuit ruimtelijk oogpunt de mogelijkheden voor (kleinschalige) kantoorlocaties in kaart brengen. Mogelijkheden zijn: - West-west. - Industrieweg (de rand van de Industrieweg inrichten voor dienstensector) - Omgeving NS-station.
24
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
4. Verslag informele bijeenkomst raad 10 juli 2007 Tijdens de informele bijeenkomst is gesproken over: - Algemene indruk van de notitie, de analyse van de huidige economie. - De stellingen voor het toekomstige economisch beleid. - Vervolg.
4.1 Algemene indruk economische analyse Over de notitie zijn de volgende algemene opmerkingen gemaakt: -
De cijfers van KvK waren al bekend maar de cijfers zijn in deze notitie zorgwekkender omdat ze in perspectief van zeven andere gemeenten zijn geplaatst. De gemeenten Gorinchem, Zederik, Tiel, Culemborg, Geldermalsen en Zaltbommel presteren economisch gezien beter dan Leerdam.
-
Men mist in de notitie de koppeling met voorgaande studies zoals bijvoorbeeld het verkeerscirculatieplan, binnenstadsmanagement en eerder uitgebrachte visies.
-
In het vervolg van de notitie zal dieper worden ingegaan op de match tussen werkzoekenden en banen. Hiervoor zullen cijfers van CWI, RSD en dergelijke worden gebruikt. Men is blij dat het arbeidsperspectief nader wordt onderzocht.
-
Men vindt dat de gemeente Vianen in de vergelijking moet worden meegenomen2.
4.2 Stellingen Voor het bespreken van zeven stellingen zijn de raadsleden verdeeld over drie groepen. Hierna volgen de opmerkingen van de drie groepen raadsleden per stelling.
Stelling 1: We moeten toewerken naar een kleiner winkelaanbod in de binnenstad Blauwe groep: - Nee, hier wordt niet voor gekozen. - Men wil wel meer informatie over de oorzaken van de matige omzetcijfers in de binnenstad. De volgende vragen zijn aan de orde o Wat is het verloop van het winkelbestand? o Hoe is ons vestigingsklimaat? o Hoe is de verhouding binnen de verschillende branches? o Wie bezit welke panden? - Het goed kunnen lopen van een ‘rondje binnenstad’ wordt gemist. - Nieuwe vestiging van winkels in zijstraten wellicht beperken via bestemmingsplan. Wellicht actievere actie van gemeente voor wat betreft sturing van type winkels en vestigingsplaats. Oranje groep: - Nee, dit is een te gemakkelijke oplossing. - We houden onszelf gevangen (bijvoorbeeld met het niet open zijn op zondag). - Sturing is wettelijk gezien niet mogelijk. De markt reguleert zichzelf. Gemeente moet niet actief aanbod proberen te beperken. 2
Het is niet gelukt om de cijfers van de gemeente Vianen mee te nemen in de vergelijking omdat de kamer van Koophandel Utrecht minder cijfers beschikbaar stelt.
25
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
-
-
Er wordt opgemerkt dat bijvoorbeeld een partij als de LOV vaak verwijst naar het strikte parkeerbeleid als oorzaak voor slechte omzet van detaillisten. Dit is onterecht. Er zijn genoeg voorbeelden van steden (Utrecht, Den Bosch, Breda) waar de bezoekers veel verder moeten lopen vanaf parkeerplaatsen naar de binnenstad maar ze komen wel! We moeten wel een gevarieerder winkelaanbod stimuleren. Sturing is wellicht niet mogelijk maar actief stimuleren wel. De binnenstad wordt beheerst door een klein groepje eigenaren van panden. Men moet een actief aanschaffingsbeleid overwegen (kopen onroerend goed). Rondje lopen in binnenstad lukt niet.
Gele groep: - Nee, dit is geen oplossing. - We moeten betere parkeervoorzieningen maken zodat we een regiofunctie kunnen creëren. - Betere parkeervoorzieningen houdt bijvoorbeeld in dat niet vooraf moet worden betaald. - Mist ook het feit dat je geen rondje kan lopen. - Vraagt zich af of het winkelaanbod niet al voldoende gevarieerd is. Plenaire discussie: - De plenaire discussie geeft geen nieuwe discussies omdat alle drie de groepen het eens zijn over de eerste stelling.
Stelling 2: We moeten meer bezoekers trekken naar de (oude) binnenstad Blauwe groep: - Ja, dat willen we. - We missen sfeer. Hoe krijgen we een plein met sfeer? - Hoe krijgen we het groot aantal bezoekers van Sportsworld naar binnenstad, via pendelbussen? - Parkeervoorzieningen regelen aan de randen van het centrum. Oranje groep: - Ja, van harte zeggen we hier ja tegen. - We moeten stimuleren dat Leerdam aantrekkelijker wordt. - We moeten terrasjes regelen, bijvoorbeeld op het Reilinghplein. Gele groep: - Ja, helemaal mee eens. - We moeten sfeer creëren. Bij Nettorama moeten we terrasjes regelen. - We moeten werken aan een beeld- en kwaliteitsplan. - We moeten de markt upgraden. - Kunnen we niet iets met gecombineerde kortingkaartjes doen in een kaartjeswand (zoals ook glascentrum en glasmuseum doen)? Plenaire discussie: - Wethouder Dijkstra vindt het idee van terrasjes bij Nettorama een goed idee. - SGP vindt Leerdam een ordinaire winkelstad. Autoluw maken is niet aan de orde, evenals ontwikkeling klein theatertje en kleine bioscoop.
Stelling 3: We moeten niet streven naar het vergroten van onze industrie Blauwe groep: - Ja, mee eens. 26
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
-
We kunnen hooguit de industrie en andere bedrijvigheid nog intensiveren op Nieuw Schaik.
Oranje groep: - Ja/Nee. - Kunnen we ambachtelijke industrie nog stimuleren? - En hier is vooral samenwerking in de regio van belang. Kunnen we niet een nieuw terrein in Leerdam zien te halen via de samenwerking in de regio (cf. bijvoorbeeld een ROM-S)? - Goed faciliteren van het huidige industrieterrein is van belang. Gele groep: - Ja, mee eens. - Leerdam is te klein voor grote industrie. - Industrie levert relatief weinig arbeidsplaatsen per m2. - We kunnen hooguit een extra impuls geven aan de bestaande industrie door de uitstraling van Nieuw Schaik te verbeteren. Plenaire discussie: - Wethouder Dijkstra wijst op het belang dat er geen woningen op industrieterrein moeten komen (woon/werk units) omdat hiermee de industrie wordt beperkt (hinder). Op de Techniekweg hebben we woningen toegestaan en dat is niet handig. - De kleine tinfabriek komt weer terug (ambachtelijke bedrijvigheid).
Stelling 4: We moeten ons richten op de binnenstad, toerisme en diensten Blauwe groep: - Ja, mee eens. - Het buitengebied moet ook toerist vriendelijker! Oranje groep: - Ja, mee eens. Gele groep: - Ja, mee eens. - Wederom komt hier het parkeerprobleem weer om de hoek dat beperkingen geeft aan toerisme. Plenaire discussie: - De plenaire discussie geeft geen nieuwe discussies omdat alle drie de groepen het eens zijn over deze stelling.
Stelling 5: We moeten de verschillende glas- en cultuurhistorische attracties koppelen Blauwe groep: - Ja, mee eens. - We moeten de attracties fysiek koppelen (betere routes en bewegwijzering en betere fysieke verbindingen). Oranje groep: - Ja, dat willen we. - Identiteit van de stad is GLAS. - Dat moeten we uitbouwen en aantrekkelijker maken. 27
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
-
Aan toerisme moeten we veel aandacht en middelen spenderen. Toerisme is de belangrijkste trekker voor Leerdam.
Gele groep: - Ja, mee eens. - Het glasmuseum zorgt voor het verbinden van de glas- en cultuurhistorische attracties. Wij moeten als gemeente aanvullend de binnenstad upgraden en ook bijvoorbeeld Royal Leerdam een betere plaats geven. - We moeten de koppeling bevorderen! Plenaire discussie: - SGP vindt het allemaal leuk maar wil geen geld in museum steken. SGP wil hooguit meewerken aan randvoorwaarden eromheen zoals fysieke koppelingen. - CDA wil juist duidelijk investeren in glascentrum en glasmuseum.
Stelling 6: We moeten ons richten op het bouwen van duurdere koopwoningen Blauwe groep: - Ja/Nee (?). - We moeten zoeken naar een juiste mix. Oranje groep: - Ja/Nee (?), duurdere koopwoningen akkoord maar dan vooral om daarmee de starterswoningen en sociale woningbouw te financieren. - De argumentatie is niet voldoende onderbouwd bij deze stelling. Is het werkelijk zo dat eigenaren van duurdere koopwoningen meer besteden in Leerdam? Gele groep: - Ja/Nee (?). - Juiste mix is nodig. - We moeten bouwen voor eigen bevolking. - Duurdere woningen bouwen we om starterswoningen te kunnen financieren. Het is maar de vraag of duurdere woningen zorgt voor hogere bestedingen in Leerdam. Plenaire discussie: - VVD wil wel duurdere koopwoningen, zonder dat dit wordt gekoppeld aan de financiering van starterswoningen. - De vraag is of de middengroep niet veel meer besteed in Leerdam.
Stelling 7: We moeten ons richten op meer bedrijven in de dienstensector Blauwe groep: - Ja. - Als we nu echt een economische visie ontwikkelen, dan moeten we ook echt strategische panden aankopen. - We moeten ons richten op scholingsinstituten, die bieden veel werkgelegenheid. Oranje groep: - In principe ja. - Let ook op de zorgsector, die neemt een enorme vlucht. - En ook de ambachtelijke bedrijvigheid blijft van belang. - Ook de koppeling naar glas blijft van belang. We willen graag een scholingsinstituut op het gebied van glas.
28
Nota economie 2008 -2014: Bijlage 1
Gele groep: - Ja. - Dienstensector is arbeidsintensief en daar kiezen we voor. Plenaire discussie: - PvdA geeft een extra toelichting op de aanschaf van panden. De PvdA noemt als voorbeeld Gorinchem die eerst een sterke visie heeft ontwikkeld en vervolgens concreet panden aankoopt om zaken te bereiken. In Gorinchem zijn panden aangekocht waar men een hotel in wilde hebben en dat is ook gelukt.
4.3 Vervolg Er is afgesproken dat we als gemeente de nota economie eerst verder verdiepen en in concept-vorm bespreken met de betrokken commissie en de raad. Daarna gaan we de nota voorleggen aan externe partijen zoals BKL en LOV.
29