+
INSECTEN Een presentatie over insecten
+
Insecten n
Insecten zijn kleine beestjes. Insecten zijn er in alle vormen en maten, rond of langwerpig, kruipend of vliegend, en van goed gecamoufleerd tot felgekleurd. Denk maar aan een mier of een lieveheersbeestje Insecten hebben altijd 6 poten! Er zijn zo’n 925.000 soorten insecten op de wereld, maar er zijn er nog duizenden niet ontdekt. Sommige insecten leven grotendeels onder water en kunnen goed zwemmen of over het water lopen. Insecten komen overal ter wereld voor, behalve op open zee. De meeste soorten insecten leven van planten, maar een groot aantal leeft van andere dieren, vaak andere insecten Er zijn zowel nuttige insecten die op grote schaal worden gekweekt als schadelijke soorten die als plaag worden beschouwd, een aantal soorten insecten wordt gegeten of gebruikt voor de voedselbereiding.
+
De Mier n
We gaan vandaag wat dieper in de mier. Als je door klikt zie je veel informatie over mieren staan. Lees dit goed door. Daarna mag je de vragen beantwoorden en de opdracht doen. Veel plezier.
+
Filmpje n
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070809_mieren02
n
Kijk en luister goed naar het filmpje.
+
De Mier n
Mieren zijn insecten en behoren tot de vliesvleugeligen. De kleine beestjes hebben een grote kop met daarop een paar ogen, deze zijn samengesteld. In de antennen heeft de mier haar reukzin en de tastzin, die beide erg goed ontwikkeld zijn. De bovenkaken van de mier zijn uiterst sterk, terwijl de onderkaak eerder zwak is. Het vloeibare voedsel likt ze met de onderlip op. De mier spuit mierenzuur met het achterlijf. Dit is goed merkbaar: wanneer je een mierenkolonie verstoort, zullen de mieren massaal hun mierenzuur omhoog spuiten. Tot 50 cm hoogte, hou je hand eens boven een verstoorde mierenhoop en ruik nadien maar. De mieren leven van andere insecten, van nectar uit bloemen en ook van honingdauw. Dit is een afscheiding van de bladluis. De mierenkolonie houdt er bladluizen op na om ze te melken. Daartoe wordt op het achterstuk van de bladluis geduwd. Je zou de bladluis de melkkoe van de mier kunnen noemen.
+ n
Net als bij de bij bestaat de kolonie uit mannetjesdieren, vrouwtjesmieren,de werksters en één of enkele koninginnen. De grootste groep zijn de werksters die opgesplitst worden voor de verschillende taken. Je hebt de soldaten die beschikken over een grote kop met sterke kaken. Duidelijk de verdedigers van het volk, die ook het voedsel naar het nest brengen. Harde werkers, die dames. De mannetjes zijn er maar wanneer ze er nodig zijn. De koningin legt onbevruchte eitjes waaruit, net als bij de bij, de mannetjes groeien. Samen met de mannetjes verlaten de jonge koninginnen het nest al vliegend. Dit gebeurt op warme, zwoele dagen. In de lucht bevruchten de mannetjes de vrouwtjes en sterven kort daarna. De koninginnen verliezen hun vleugels, graven zich in en beginnen een nieuw volk. Ze leggen wat eitjes en de larven die eruit voortspruiten kweekt de koningin op met een afscheiding uit de speekselklieren. Na enige tijd verpoppen de larven en wij noemen die miereneieren. Uit die eieren komen kleine mieren die het eten nu gaan verzamelen en voor de kroost van de leggende koningin gaan zorgen. Pas wanneer het volk groot genoeg is, komen er soldaten om de kolonie te beschermen.
+ n
De mieren graven gangen en leggen in die gangen hun nest aan. Vaak wordt dit nest een heuse heuvel. Ze beschikken over een ingenieus systeem om de temperatuur in het nest te regelen. Wanneer het te koud wordt sluiten ze de buitenuitgangen af om de nestwarmte te behouden, wanneer er moet afgekoeld worden, worden er ingangen opengezet. Omdat de temperatuur niet overal gelijk is, sleuren de mieren de eieren en larven doorheen de kamers en gangen naar de juiste plaatsen. Wanneer je de mieren met poppen boven de grond ziet, zijn dat mieren die poppen stelen om als slaven te gebruiken in hun eigen volk. Naast de bladluizen hebben de mieren ook vaak kortschildkevers in het nest. Ze geven ze zelfs te eten. De mieren gebruiken een afscheiding van de kevers als een genotsmiddel.
+
De vragen: n
Tot welke familie behoren de mieren?
n
Waarin zit de reukzin en de tast bij de mier?
n
Wat noemen wij miereneieren?
n
Waarom houden mieren ook nog kortschildkevers?
n
Hoe verdedigt de mier zich? (2 manieren).
n
Waarvoor worden de bladluizen gehouden?
+
Antwoorden n
Tot de vliesvleugeligen.
n
In de antennen.
n
Dat zijn eigenlijk de mierenlarven.
n
De kortschildkever scheidt een stof af die voor de mier een genotsmiddel is.
n
De mier bijt met haar sterke kaken en spuit mierengif in de wonde.
n
De mieren melken de bladluizen voor de honingdauw die ze afscheiden.
+
De opdracht n
Na de tekst te hebben gelezen en de vragen te hebben gemaakt weet je bijna alles over mieren!
n
Nu ga je een werkstuk maken over de mieren. Geef minimaal antwoord op 3 vragen. De vragen moeten gaan over mieren. De vragen mag je zelf bedenken. Je mag voor je werkstuk gebruik maken van het internet.
n
Veel succes!