Improvising 3

  • May 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Improvising 3 as PDF for free.

More details

  • Words: 3,308
  • Pages: 8
Improvising 3

24/03/08 10:48

In's & Out's of Improvising 3 (Final) Veel studenten vragen me regelmatig hoe ze aan een nieuw nummer moeten beginnen. Het instuderen van de melodie en de akkoorden is meestal geen enkel probleem, maar het improviseren blijkt het grootste struikelblok te zijn. De meesten spelen altijd dezelfde ingestudeerde riffjes, en ieder heeft wel ergens zijn favoriete truukjes die steeds opnieuw opduiken. Vandaar de veel gestelde vraag : hoe geraak je daar vanaf, hoe kan je andere mogelijkheden uitproberen, en nieuwe horizonten ontdekken? Als antwoord op deze problematiek ontstond het idee voor dit artikel om een soort “studieschema” vol mogelijkheden op te stellen waarmee je eindelijk uit de sleur van de steeds weerkerende vastgeroeste patronen geraakt. Daarom zal ik ook proberen om alles zo algemeen mogelijk te houden zodat het niet enkel en alleen voor gitaristen bedoeld is, maar dat elke muzikant er zijn (haar) voordeel kan uit halen. Zoals jullie ongetwijfeld reeds gemerkt hebben, is mijn stokpaardje nog steeds het simpel uitleggen van moeilijke dingen. Wat daarom vooral ook in deze Summer School zal besproken worden, is het uitbreiden van de mogelijkheden door het opleggen van beperkingen. Op het eerste zicht lijkt dit een tegenstelling, doch niets is minder waar. Door jezelf op te leggen om een aantal mogelijkheden uit te sluiten, word je veel creatiever. Bovendien kan je door jezelf te beperken tot bijvoorbeeld slechts op 1 snaar te improviseren, je typische ingestudeerde riff’s niet meer gebruiken, en dat is nu net wat we willen bereiken. Ter verduidelijking volgen nu een aantal mogelijkheden.

Scales Uiteraard is dit het meest bekende item. Ik veronderstel dat iedereen ondertussen weet welke toonladder hij op welk akkoord kan spelen, maar het is helemaal niet verkeerd om, vooraleer je aan een nummer begint, eerst een paar fotokopijen van de partituur te maken, zodat je een aantal mogelijkheden boven de akkoorden kan noteren. In plaats van op elk akkoord nu zijn bijbehorende toonladder te spelen (Vb. Een majeur toonladder op een majeur akkoord, een mineur pentatonische op een mineur akkoord, een melodische mineur toonladder een halve toon hoger op een gealtereerd dominantakkoord, een diminished toonladder op een dominant akkoord enz…), gaan we nu bijvoorbeeld proberen om op elk akkoord dezelfde soort toonladder te spelen. Waarom bijvoorbeel niet een gans nummer improviseren met gebruikmaking van uitsluitend mineur pentatonische toonladders? Diegenen die mijn Summer School artikelen van vorige jaren nog herinneren, weten dat er op elk akkoord wel altijd 1 of meerdere mineur pentatonische scales goed bruikbaar zijn, waarvan sommige zelfs heel modern en outside klinken. Je schrijft dus boven elk akkoord alle mogelijkheden van mineur pentatonic scales die bruikbaar zijn, en dan probeer je enkel en alleen daarmee te soleren. Voor de gitaristen is het uiteraard de bedoeling dat je deze niet telkens in de grondligging speelt, waardoor je constant over de ganse gitaarhals moet manoevreren, maar dat je dit in alle mogelijke positites uitprobeert. Indien je niet zeker weet, welke toonladder goed klinkt, dan kan je op een "twijfelakkoord" natuurlijk eens alle 12 mineur pentatonische toonladders proberen. Je zal verstelt staan hoeveel er toch goed http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 1 van 8

Improvising 3

24/03/08 10:48

klinken. Deze noteer je dan zodat je bij een volgende song niet alles opnieuw moet uitzoeken op hetzelfde soort akkoord. In plaats van mineur pentatonische kan je hetzelfde proberen, maar dan een gans nummer enkel en alleen met simpelweg majeur toonladders. Alweer: over elke akkoord is er wel een majeur toonladder die klinkt. Op een C Majeur akkoord kan je bvb. de majeurtoonladder van C of zelfs van G spelen. Op Cm kan je bvb. de toonladder van Eb spelen, of soms ook deze van Ab of Bb. Laat Uw smaak oordelen. Op C7 speel je uiteraard de toonladder van F, en op C Altered kan je zelfs deze van Db spelen. Dit is slechts 1 noot verschil met de "normale" Db melodisch mineur die we anders speelden, maar mits enige voorzichtigheid is deze Db majeur toonladder ook best te gebruiken. Hiermee ben je reeds een tijdje zoet, maar het spreekt vanzelf dat je nog met andere toonladders kan experimenteren. Doel van de oefening is enkel en alleen dat je jezelf dwingt om andere dingen te spelen dan je normaal gewend bent, en je beperken tot 1 soort toonladder over het ganse nummer is 1 van de vele mogelijkheden.

Patterns on Scales Dit gaat een stapje verder. Het is namelijk de bedoeling om enkel en alleen patronen te spelen. Op zich is daar niets moeilijks aan, ware het niet dat we nu het patroon blijven verder spelen terwijl de toonladder verandert. Vb1 is een eenvoudig voorbeeld van een herhalend patroon.

Vb2 is juist hetzelfde patroon, maar nu volgt het de akkoorden, en dus ook de bijbehorende toonladders. Aan zo'n oefening merk je direkt hoe goed je je toonladders kent, en daarom is deze oefening voor de meeste studenten een heel teleurstellende ervaring. Een reden te meer om dit te blijven oefenen!

Aan jullie nu om andere patronen te ontdekken, want de mogelijkheden zijn onbegrensd. Het leuke aan patronen is bovendien dat ze aangenaam zijn voor de luisteraar. Het spreekt vanzelf dat er voor de meeste patronen meerdere oplossingen mogelijk zijn. (zie Vb 2 variatie )

http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 2 van 8

Improvising 3

24/03/08 10:48

Rhythmic patterns. Bovenvermelde patronen waren steeds herhalende notencombinaties, maar je kan evengoed een ritmisch patroon blijven herhalen, waarbij de notenkeuze niet zo logisch opeenvolgend hoeft te zijn. (Vb. 3 ) Ook deze opeenvolging van dezelfde “ritmische cel” kli!nkt voor de toehoorder zeer aangenaam in de oren, want herhaling is een krachtig gegeven. Je kan het ongeveer vergelijken met iets wat je aan iemand probeert uit te leggen: als je het echt duidelijk wil maken, dan ga je het meestal verschillende keren herhalen, doch steeds op een iets andere manier zodat het beter doordringt. Hoe vaak hoor je iemand bijvoorbeeld niet zeggen: “het was een zomerse dag, het was helemaal niet koud, en de zon scheen fel.” Eigenlijk, als je deze zin analyseert, dan merk je dat er drie maal hetzelfde gezegd word, maar op een iets andere manier. Net zoals de taal, zo zit ook de muziek in elkaar, want het is eveneens een vorm van communicatie. Als je wil , dat een muzikale zin goed doordringt, dan herhaal je hem best nog eens, maar met een subtiel verschil. Dit verschil kan zowel qua noten zijn, als qua ritme.

Vb. 3b is een combinatie : je gebruikt hetzelfde notenbeeld (aangepast aan het akkoord) , maar met een subtiel ritmeverschil.

Het word al gauw duidelijk dat hier een waaier aan mogelijkheden openligt. Het is tevens een methode om niet constant aan toonladders te moeten denken, maar eerder aan ritmische of melodische “cellen” waar je mee speelt (letterlijk en figuurlijk). Het is trouwens een hele goede oefening om zomaar op het gehoor een “cel” te spelen, en te experimenteren met bvb. Slechts 1 noot die verandert. (zie vb. 4)

Triads http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 3 van 8

Improvising 3

24/03/08 10:48

Net zoals je alleen met bepaalde toonladders kan improviseren, zo is het tevens mogelijk om uitsluitend drieklanken te gebruiken. Het systeem is uiteindelijk hetzelfde: probeer op een akkoord eens alle 12 maj drieklanken (of mineur), en noteer welke volgens jouw gehoor het beste klinken. Wedden dat je er een heleboel vind ? Op C7 klinken bijvoorbeeld volgende drieklanken heel goed (afhankelijk van welke alteraties of uitbreidingen je op dit C7 akkoord wenst): C, Gm, Bb, Dm, Gb, Dbm, Ab, en er zijn er nog…. Onderstaande tabel maakt duidelijk hoe elke bestaande maj of mineur drieklank zou kunnen klinken op bijvoorbeeld C7. De best klinkende triads (naar mijn gevoel) heb ik aangeduid in het "vet". Sommige triads klinken helemaal niet door de aanwezigheid van de maj7, en daarom worden deze dan ook vermeden. Uw gehoor blijft echter de beste maatstaf, dus laat vooral niet na om alle mogelijkheden toch even uit te proberen. Drieklanken

Uitbreidingen

Naam

Db

b9 , 11 , #5

C11/#5/b9

D

9 , 11# , 13

C13/#11

Eb

#9 , 3 , b7

C7/#9

E

3 , #5 , Maj7

F

11 , 13 , 1

C7/6/sus4

F#

b5 , b7 , b9

C7/b5/b9

G

5 , Maj7 , 9

Ab

#5 , 1 , #9

C7/#5/#9

A

13 , b9 , 3

C13/b9

Bb

b7 , 9 , 11

C11

B

Maj7 , #9 , #11

http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 4 van 8

Improvising 3

24/03/08 10:48

Dbm

b9 , 11 , #5

Dm

9 , 11 , 13

C6/9/sus4

Ebm

#9 , b5 , b7

C7/b5/#9

Em

3 , 5 , Maj7

Fm

11 , #5 , 1

F#m

b5 , 13 , b9

C13/b5/b9

Gm

5 , b7 , 9

C9

Abm

#5 , Maj7 , #9

Am

13 , 1 , 3

Bbm

b7 , b9 , 11

Bm

Maj7 , 9 , b5

C13

Improvising on 1 string Zoals ik reeds heb vermeld in de inleiding, is dit een mooie vorm van inspiratie door beperking. Als gitaristen spelen we bijna altijd in “vakjes”. Wie springt er niet, bij het zien van het akkoord A7 automatisch naar de vijfde positie om alweer dezelfde “bluesriff” te spelen ? Dat is nu echter juist waar we vanaf willen ! Sommige gitaarhelden zoals Joe Diorio, Scott Henderson en vele anderen, oefenden zelfs met een aantal snaren “afgeplakt” zodat ze er niet op konden spelen. Probeer maar eens een ganse solo op je Dsnaar te spelen, en er iets zinnigs mee te vertellen : dat is inderdaad niet eenvoudig, maar het brengt je wel op nieuwe ideeen. Aangezien geen enkele van je vroegere “patterns” of “licks” nog werkt, ben je wel verplicht om andere dingen uit te proberen, en raak je vanzelf van je oude gewoonten vanaf. Een variatie hierop voor niet-gitaristen, zou bijvoorbeeld kunnen zijn: een ganse improvisatie spelen binnen een toonsafstand van een kwart. Het gaat er namelijk bij deze oefening niet om hoeveel noten je speelt, maar vooral om wat je speelt. Als je jezelf beperkt tot slechts een paar noten, dan moet je wel degelijk een goede notenkeuze maken, anders vertel je gewoon nietszeggende nonsens waar niemand lang kan naar luisteren. http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 5 van 8

Improvising 3

24/03/08 10:48

Net zoals bij de taal, kan je ook met muziek in weinig woorden veel zeggen, ofwel met heel veel woorden niets zeggen. De beste manier echter om een idee duidelijk naar voren te brengen is: dit idee op verschillende manieren te laten doordringen tot de luisteraar, en dit bereik je niet door constant nieuwe argumenten en ideeen aan te brengen. Na verloop van tijd luistert er niemand meer door het teveel aan informatie. Als je het systeem van improvisatie op 1 snaar onder de knie hebt (snap je nu waarom ik er op aandring om alle toonladders ook diagonaal en op 1 snaar te leren ? ) dan kan je eventueel ook 2 snaren nemen. Uiteraard hoeven dit geen 2 naast elkaar liggende snaren te zijn. Joe Diorio bewijst in zijn lesvideo : “developping the right side of the brain” dat hij kan spelen uitsluitend op zijn 2 uiterste E-snaren, maar natuurlijk kan je met elke mogelijke combinaties experimenteren. Joe Diorio durft zelfs improviseren in een “donkere kamer” zodat hij zich niet meer bewust is van welke positie hij gebruikt maakt. Alle middeltjes zijn volgens hem goed “to shut off the symbol system” met andere woorden : het beredeneerde denken uitschakelen zodat je je helemaal kan laten gaan. Een andere mogelijkheid daartoe is bijvoorbeeld je gitaar helemaal herstemmen zodat je je noten niet meer weet liggen. Geen enkele positie is op deze manier nog vertrouwd, en geen enkele ingestudeerde riff is nog toepasbaar. Je bent dus volledig overgeleverd aan je gehoor, wat op zich ook alweer een schitterende oefening is.

Twelve Tone Studies Waar ik ook een ongelooflijke voorstander van ben, is het instuderen van gelijk welk nummer in de twaalf toonaarden. Op de gitaar lijkt dit vrij eenvoudig omdat je alles kan “opschuiven” maar toch is het niet evident om een nummer dat je in E ingestudeerd hebt ineens een halve toon lager te gaan spelen zonder je gitaar te herstemmen. Bovendien klinken de meeste songs niet meer als je te hoog op je hals gaat, dus de enige oplossing is, een andere vingerzetting te zoeken zodat het niet alleen speelbaar blijft, maar bovendien ook nog aanvaardbaar klinkt. Voor pianisten of blazers is dit sowieso een hele klus, want zij kunnen niet zomaar dezelfde vingerzetting gebruiken. Elke toonaard is weer een hele nieuwe uitdaging, maar dat betekent ook dat zij in elke toonaard op een andere manier gaan soleren omdat sommige toonsoorten iets “onhandiger” zijn. Dit is natuurlijk slechts een kwestie van oefenen. Als je lang genoeg een bepaalde toonsoort oefent, word hij even speelbaar als elke andere. Waarschijnlijk denkt nu iedereen dat het een onbegonnen opgave is, om alle nummers in alle toonsoorten te kennen. Als je een song inderdaad klakkeloos van buiten leert, dan heb je uiteraard overschot van gelijk. De bedoeling is echter niet om een song van buiten te leren, maar eerder om hem te begrijpen ! Eens je de structuur degelijk geanaliseerd hebt, dan blijft deze in elke toonsoort gelijk. Een song die op de 5de graad begint, doet dit ook als hij in gelijk welke andere toonsoort staat. Persoonlijk vind ik het akkoordenschema en de baslijn het gemakkelijkst om in alle toonsoorten te leren. Vele schema’s komen namelijk terug in veel verschillende songs. Hoeveel liedjes zijn er niet opgebouwd uit een “Rhythm Change” of uit een “Blues-schema” enz. Wat ook steeds terugkeert zijn de beruchte kwartopeenvolgingen. Dikwijls zit er in een schema van een song slechts op 1 of 2 plaatsen een “vreemde eend in de bijt”, waarna alles gewoon weer zijn (kwart)gang gaat. Neem bvb. All Of Me . Eens je doorhebt dat er na het eerste akkoord , het volgende akkoord een grote terts hoger is, en daarna weer de kwartopeenvolgingen, dan word transponeren een fluitje van een (euro)cent.

http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 6 van 8

Improvising 3

24/03/08 10:48

C

/

E7

Gr terts

/ A7

/ Dm

kwart

/ E7

kwart

/ Am kwart

/ D7

/

Dm7 / G7

kwart

kwart

Op deze manier hoef je enkel de “rare” overgangen te onthouden, en voor je het weet ken je dit schema in alle toonsoorten. In Eb bvb : Eb

/

G7

Gr terts

/ C7 kwart

/

Fm

kwart

/ G7

/ Cm kwart

/ F7 kwart

/ Fm7

/ Bb7 kwart

Na verloop van tijd ga je merken dat die eerste “sprong” van een grote terts ook in vele andere songs voorkomt ( o.a. On the Sunny Side of the Street) , waardoor je deze afstand gaat leren herkennen, zodat je bij een volgende song, deze akkoordwending zelfs niet meer hoeft van buiten leren, maar dat je hem op het gehoor meteen herkent. Dit betekent alweer een hele grote stap vooruit.

Tempo Changes Nog een andere manier om nieuw leven te blazen in een standard, is om hem in een totaal ander tempo te studeren. Daarmee bedoel ik niet enkel en alleen het tempo op de metronoom ( Pat Metheny speelt bijvoorbeeld Giant Steps in “Ballad” in plaats van in “Fast Swing” ) , maar ook een stuk dat bijvoorbeeld in een maat van drie staat, spelen in een maat van vier ! Een heel goed voorbeeld is onze eigen Toots Thielemans, die zijn pensioennummer zoals hij het noemt, namelijk “Bluesette” niet alleen in 3/4, maar ook in een samba ritme heeft opgenomen. Er bestaan ook minder smaakvolle experimenten zoals het overbekende “Take Five”, wat ooit in een 4/4 “Disco” versie opgenomen geweest is, maar het hangt natuurlijk van je eigen smaak af hoever je daarin gaat. Maar het is toch echt ongelooflijk hoeveel inspiratie je krijgt, als je met andere ritmes en met andere toonaarden gaat experimenteren. The sky is the limit !

Ritmische eentonigheid Nog éen van mijn geliefkoosde oefeningen, maar een echte nachtmerrie voor mijn studenten ! Dikwijls laat ik mijn leerlingen het ganse schema door in achtsten spelen. Voor blazers is dit iets minder evident, tenzij ze meesters zijn in het circulair ademhalen, maar voor alle andere instrumenten moet dit haalbaar zijn. Het is me namelijk opgevallen dat veel musici heel toffe lijnen spelen, om ze dan ineens te onderbreken omdat ze “vast zitten” en niet meer verder kunnen. Het spreekt vanzelf dat we nooit zo gaan improviseren “in het echt”, maar als oefening is het heel waardevol. Als je namelijk ononderbroken kan soleren in achtsten ( ik bedoel echt wel degelijk zonder enige onderbreking of rust ! ) , dan kan je later tijdens een “echte” improvisatie je muzikale pauzes daar leggen, waar ze muzikaal verantwoord zijn, of omdat je het zo wil, en niet enkel en alleen maar omdat je strop zit middenin een mooie lijn. Natuurlijk hoef je je weeral niet te beperken tot achtsten alleen. In het begin speel je zelfs het beste alleen maar vierde noten, dus 1 per tijd. Zo lijkt het wel alsof je baslijnen maakt. Persoonlijk moet ik toegeven dat het basspelen me heel veel bijgeleerd heeft over het gitaarspel. Als bassist ben je namelijk verplicht om “door te spelen”. Ook al weet je helemaal niet meer waar je zit in het schema, al ben je helemaal de weg kwijt: toch moet je timing verdergaan, en mag je zeker niet stoppen met spelen. (Op de gitaar zet je gewoon je volume wat stiller, en kijkt even de kat uit de boom, en op het moment dat je de draad http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 7 van 8

Improvising 3

24/03/08 10:48

teruggevonden hebt speel je gewoon weer mee) Baslijnen maken is dus de oefening bij uitstek om een goede timing aan te leren, en jezelf te dwingen om gewoon door te gaan. Je kan het zelfs nog eenvoudiger maken door alleen maar halve noten spelen. Aebercrombie bewijst op zijn lesvideo dat je zelfs met enkel en alleen maar 2 noten per maat (dus constant halve noten) een hele mooie improvisatie kan maken. Doordat je geen ritmisch interessante dingen kan spelen, en ook geen snelle camouflagetechnieken kan toepassen, moet je ervoor zorgen dat je notenkeuze heel interessant is, anders lijkt het nergens op. Eens je al deze systemen onder de knie hebt kan je natuurlijk ook de ganse tijd in triolen spelen, of zestienden, of zelfs sixtolen. Alles hangt er natuurlijk vanaf hoeveel techniek je hebt op je instrument.

Over de akkoorden heen spelen Wat mij ook steeds weer opnieuw opvalt, is dat teveel instrumentisten denken in “blokken”, meestal per maat of per akkoord. Dit betekent dus op C7 een bepaalde riff. Volgende maat op Fm7 een andere riff enz. Om uit deze valkuil te geraken kan je best heel veel rusten spelen (niet spelen dus), en enkel en alleen de overgangen van de akkoorden laten horen. Dit is buitengewoon moeilijk, omdat je dan net met een veranderende toonladder zit. Een van de vele grootmeesters hierin is Jimmy Raney. Hij noteert zijn solo’s zelfs over de maat heen, omdat hij op deze manier denkt. Hier volgt een voorbeeld , maar dan in normaal notenschrift. Vb. 5

Ziezo, ik denk dat we alweer een jaartje (of langer) verder kunnen. Hopelijk is hiermee de vraag van het doorbreken van oude gewoontes beantwoord, en hebben we weer genoeg inspiratie om een nummer op alle mogelijke manieren te bekijken en in te studeren. Het is de bedoeling dat het woord “studeren” zijn negatieve bijklank verliest, en dat spelen weer echt “fun” word door het ontdekken van vele extra mogelijkheden. Indien jullie nog suggesties of vragen hebben of op een bepaalde techniek dieper willen op ingaan, aarzel dan niet om mij te contacteren. Het is tenslotte door jullie (positieve) kritiek dat ik telkens weer inspiratie krijg voor verdere artikels, waarvoor hartelijk dank. Veel studiegenot en misschien tot volgende Summer School. Terug

http://users.skynet.be/peter.verbraken/In%20&%20Out%27s%20of%20Improvising%203.htm

Pagina 8 van 8

Related Documents

Improvising 3
May 2020 3
Improvising 1
May 2020 3
Improvising 2
May 2020 4
Improvising, Jazz Piano
November 2019 17