GOTHIC LETTERING ON THE BELLS OF THE UTRECHT DOMTOWER GOTISCHE RANDSCHRIFTEN OP DE LUIDKLOKKEN VAN DE UTRECHTSE DOMTOREN
Gothic lettering on the bells of the Utrecht Domtower Goti\che rand\chriften op de luidklokken van de Utrecht\e Domtoren
All photographs and translations copyright 2009 by Tommie Hendriks
Saluator dicorcieo templumqz forumqz Aetheratartareas ac \tygias tenebras Ventos a\trigerosclangore \oni diapa\on perqz nemus\ed mentes iuuenumqz \enum Sum penetrans uoce \olida dulcore latenti Talis honor nec po\t condita tecta fuit Gerhardus de wou me fecit Anno domini M CCCCC V SALVATOR DICORCIEO TEMPLUMQZ FORUMQZ AETHERATARTAREAS AC STYGIAS TENEBRAS VENTOS ASTRIGEROSCLANGORE SONI DIAPASON PERQZ NEMUSSED MENTES IUVENUMQZ SENUM SUM PENETRANS VOCE SOLIDA DULCORE LATENTI TALIS HONOR NEC POST CONDITA TECTA FUIT GERHARDUS DE WOU ME FECIT ANNO DOMINI M CCCCC V
De Verlosser word ik genoemd. Ik doe de tempel daveren, laat de markt beginnen, de hemel dreunen, de ijselijke en huiveringwekkende duisternis van de dood weerklinken; de sterren dragende wind zet ik in beweging met het volle geluid van mijn octaaftoon en ik dring door tot in het woud, maar de geest van jong en oud bereik ik met mijn vaste stem vol verborgen lieflijkheid. Sinds de bouw van dit onderdak, is er niet zo’n eer geweest. Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1505.
Sum regina maria poli virgoqz tonantis Nempe potens matrona \acri patris inclita mater Eterno man\urum que gero tempore nomen In\idias calcans a\tu\qz dolo\qz \uperbiDemonis et rabidas acherontis contero flammas Gerhardus de wou me fecit Anno M CCCCC V SUM REGINA MARIA POLI VIRGOQZ TONANTIS NEMPE POTENS MATRONA SACRI PATRIS INCLITA MATER ETERNO MANSURUM QUE GERO TEMPORE NOMEN INSIDIAS CALCANS ASTUSQZ DOLOSQZ SUPERBIDEMONIS ET RABIDAS ACHERONTIS CONTERO FLAMMAS GERHARDUS DE WOU ME FECIT ANNO M CCCCC V
Ik ben Maria, Koningin van de Hemel en Moedermaagd van Hem die het laat donderen. Voorzeker ben ik een eerbare, invloedrijke vrouw, de alom gekende moeder van de Heilige Vader. Ik draag een naam die zal blijven tot in lengte van dagen. Hinderlaag, listen en misleidingen van de hoogmoedige duivel vertrap ik en ik verstik het razende vuur van de hel. Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1505.
Martinus mihi vox cum ditono modo Defen\or patrie precipue chori Traiecten\is ero civibus et meis Alter murus ubi tempora di\gruunt Gerhardus de wou me fecit Anno domini M C C C C C V MARTINUS MIHI VOX CUM DITONO MODO DEFENSOR PATRIE PRECIPUE CHORI TRAIECTENSIS ERO CIVIBUS ET MEIS ALTER MURUS UBI TEMPORA DISGRUUNT GERHARDUS DE WOU ME FECIT ANNO DOMINI M C C C C C V
Ik, Martinus, met een stem van twee tonen hoger, beschermer van de vaderstad, in het bijzonder van de Utrechtse Dom, zal ook voor mijn burgers een tweede muur zijn, telkens wanneer de tijd tweedracht zaait. Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1505.
Tentat hic iu\tos \athanas prophanus \ubiugem reddam michael \uperbum nexibus diris ego cum mini\tris per diate\ron Gerhardus de wou mefecit Anno domini M CCCCC V TENTAT HIC IUSTOS SATHANAS PROPHANUS SUBIUGEM REDDAM MICHAEL SUPERBUM NEXIBUS DIRIS EGO CUM MINISTRIS PER DIATESRON GERHARDUS DE WOU MEFECIT ANNO DOMINI M CCCCC V
Hier op aarde beproeft de goddeloze duivel de rechtvaardigen. Ik, Michaël, zal samen met mijn helpers de hovaardige het juk opleggen met verschrikkelijke banden door middel van de kwart. Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1505.
E\t bapti\ta ioannes \onus et tonus Dulcis cum diapente venio deo Charus \ancta patrum lux qz fide fui Et \pe va\ti heremi decus Gerhardus de wou me fecit Anno domini M C C C C C V EST BAPTISTA IOANNES SONUS ET TONUS DULCIS CUM DIAPENTE VENIO DEO CHARUS SANCTA PATRUM LUX QZ FIDE FUI ET SPE VASTI HEREMI DECUS GERHARDUS DE WOU ME FECIT ANNO DOMINI M C C C C C V
Dit is Doper Johannes, aangenaam van klank en toon. Hier kom ik, geliefd bij God, met mijn kwint. Door het geloof en de hoop was ik het heilige Licht der Vaderen, een sieraad van de onmetelijke woestijn. Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1505.
peccatrix pia \um plenaqz laudemagdalena tonus cum diapente\pon\i perqz pedes bal\ama nardi ac fudi lachrimas crine reter\i gerhardus de wou me fecit anno domini m c c c c c i i i i i PECCATRIX PIA SUM PLENAQZ LAUDEMAGDALENA TONUS CUM DIAPENTESPONSI PERQZ PEDES BALSAMA NARDI AC FUDI LACHRIMAS CRINE RETERSI GERHARDUS DE WOU ME FECIT ANNO DOMINI M C C C C C I I I I I
Ik ben de vrome zondares Magdalena; vol lof galm ik met een toon boven de kwint. Over de voeten van de Bruidegom heb ik balsemolie van de nardus gegoten, en tranen; met mijn haren droogde ik ze weer af. Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1505.
ihe\us maria iohannes gerhardus de wou me fecit anno domini m ccccc vi IHESUS MARIA IOHANNES GERHARDUS DE WOU ME FECIT ANNO DOMINI M CCCCC VI
Jezus Maria Johannes. Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1506.