Feedbackformulier Professioneel opvoeden Pedagogiek (hoofdfase 2, niveau 3) 2009-2010
Pagina 1 van 4
Professioneel Opvoeden. Feedbackformulier voor de feedback op het handelen door de praktijkbegeleider.
Naam student: Groep student:
Datum:
Totaalbeoordeling (omcirkel):
Naam feedbackgever: (met toestemming van de praktijkbegeleider kan dit een vervangende collega zijn):
Onvoldoende - Matig- Voldoende - Ruim Voldoende - Goed Handtekening praktijkbegeleider: Feedback betreft het handelen en de beroepshouding in het kader van de beroepsopdracht (kruis aan):
een plan voor een jeugdige of een groep jeugdigen (bv. stimulerings-, begeleidings-, of handelingsplan). uitvoering van een specifieke (ortho)pedagogische training. uitvoering van een ouderbegeleiding (één-op-één situatie) actieve deelname aan een multidisciplinair overleg een collegiaal gesprek waarin student leiding geeft. uitvoering van een voorlichtingsbijeenkomst/ themabijeenkomst voor (professionele) opvoeders of voor jeugdigen
1
Feedbackformulier Professioneel opvoeden Pedagogiek (hoofdfase 2, niveau 3) 2009-2010
De praktijkbegeleider geeft feedback op het handelingsgedeelte van het beroepsproduct en op de houding ten opzichte van cliënten en collega’s.
Pagina 2 van 4
Feedback:
Feedback:
Wat gaat goed?
Suggesties voor verbetering
Indien niet van toepassing, geef dit dan aan. In interactie met de jeugdige(n) en/of opvoeders en/of collega’s toont de student adequate gespreks-/ communicatievaardigheden (bv, actief luisteren, open/gesloten vragen, samenvatten, parafraseren, confronteren, oogcontact, stiltes waar nodig, specifieke (gespreks/ beeld-)technieken van de gekozen methodiek, aansluiting bij de doelgroep). In interactie met de jeugdige(n) en/of opvoeders en/of collega’s toont de student een adequate beroepshouding (bv. open houding, empathie, respectvol, leiding nemend, aansluitend bij specifieke, culturele, seksespecifieke, ontwikkelingsgerichte behoeften van de doelgroep, motiverend). pas De student past een bepaalde werkwijze passend toe (bv. vraaggestuurd werken, competentiegericht werken, systematische observatie). Uit de interacties blijkt dat het perspectief van de ouder(s) en/of jeugdige en/of collega wordt gerespecteerd. In interactie met de ouder en/of jeugdige(n) en/of collega’s biedt de student de ander emotionele steun.
2
Feedbackformulier Professioneel opvoeden Pedagogiek (hoofdfase 2, niveau 3) 2009-2010
Aspecten van cesuur (handelingsgedeelte)
Pagina 3 van 4
Feedback:
Feedback:
Wat gaat goed?
Suggesties voor verbetering
De student heeft een zorgvuldige en motiverende houding (bv benoemt de krachten van de ander en kan tijdens het gesprek doelen daarop afstemmen, toont tijdens het gesprek kennis van en respect voor culturele normen en waarden van de ander). De student is tijdens de training/ scholingsbijeenkomst zowel procesgericht als taakgericht Werkwijze en (leer-)doel van de verschillende trainings-/ scholingsonderdelen/ bijeenkomst worden helder uitgelegd. Theoretische kennis wordt helder, correct en begrijpelijk overgebracht (bv voorbeelden uit verschillende contexten kunnen t.a.v. het thema worden gegeven). De student beschikt over didactische vaardigheden (bv structureren, activeren, reageren, presenteren). Media zoals projector, flip-over, video, worden (correct) gebruikt.
De interactieve en communicatieve vaardigheden van de student bij een groep mensen zijn adequaat (bv stelt vragen aan de groep,moedigt deelnemers aan vragen te stellen, uit waardering voor standpunten, herhaalt en vat vragen samen, is duidelijk verstaanbaar, maakt oogcontact, wisselt stemgebruik af).
3
Feedbackformulier Professioneel opvoeden Pedagogiek (hoofdfase 2, niveau 3) 2009-2010
Aspecten van cesuur (handelingsgedeelte)
Feedback: Wat gaat goed?
Pagina 4 van 4
Feedback: Suggesties voor verbetering
Er is oog en oor voor de behoefte van de deelnemers (bv geleerde vaardigheden worden geïnventariseerd, oefeningen worden helder uiteengezet en motiverend begeleid). De bijeenkomst heeft een duidelijke structuur: introductie, kern, afsluiting. Tijdens gespreksvoering wordt het eigen standpunt helder onderbouwd en verwoord. De student heeft de leiding in het gesprek (bv neemt initiatief, vraagt/geeft mening, vat samen, vraagt door, motiveert, rondt het gesprek af, geeft het doel van het gesprek duidelijk aan, tegengestelde meningen worden op constructieve wijze besproken). De eigen inbreng wordt helder gegeven, onderbouwd vanuit observatie en/of gesprekken en theoretisch inzicht in de behoefte van de cliënt. De student stelt zich collegiaal, loyaal en respectvol op.
4