Biometrie en nationaal identiteitsmanagement Door Elisabeth de Leeuw Business consultant
Specialist op het gebied van informatiebeveiliging en identiteitsmanagement
VOORWOORD De Verenigde Staten, en in navolging daarvan de Europese Gemeenschap, stellen momenteel de toepassing van biometrie op reisdocumenten, conform de richtlijnen van de International Civil Aviation Organization (ICAO), verplicht. ICAO schrijft de toepassing van gelaatsherkenning technologie voor, op termijn aangevuld met vingerafdruk technologie ofwel iris technologie. Doel is te komen tot een betrouwbare authenticatie van identiteitsclaims, of anders gezegd, met zekerheid vast te stellen of degene die een identiteitsdocument toont ook de rechtmatige houder is. Om tegemoet te komen aan deze eisen en richtlijnen is in Nederland op 26 augustus 2006 een nieuwe generatie reisdocumenten geïntroduceerd1 waarop gelaatsherkenning technologie wordt toegepast. Nieuwe paspoorten en identiteitskaarten worden daartoe voorzien van een chip met onder meer een digitale foto en persoonsgegevens. Uit onderzoek, uitgevoerd door de United Kingdom Passport Service (UKPS)2 blijkt dat de prestaties van gelaatsherkenning technologie in de grootschalige toepassing bij lange na niet voldoende zijn om de beoogde doelstelling te realiseren. Dit betekent dat er met de nieuwe generaties reisdocumenten ernstige problemen te verwachten zijn. Meer in het algemeen kleven er aan de toepassing van deze onrijpe technologie in de grootschalige praktijk een aantal problemen die moeilijk te compenseren lijken middels aanvullende wet- en regelgeving. Deze bezwaren zijn bij de oordeelsvorming onvoldoende zijn meegewogen. Dat de toepassing nu toch wordt doorgevoerd getuigt, zo niet van een ondoordachte, dan toch van een overhaaste besluitvorming.
ACHTERGROND De afgelopen decennia worden gekenmerkt door toenemende mobiliteit, mobiele- en internetcommunicatie en het wegvallen van de Europese binnengrenzen. Deze factoren zijn niet alleen bevorderlijk voor de economie maar dragen ook bij tot grensoverschrijdende criminaliteit, mensenhandel, illegaal verblijf, witwaspraktijken, identiteitsdiefstal en terrorisme. De daders van misdrijven bedienen zich niet zelden van een valse of gestolen identiteit. De schade ten gevolge van identiteitsdiefstal neemt de laatste jaren hand over hand toe. De precieze omvang is echter moeilijk in te schatten. Veel zaken komen nooit aan het licht, vervolgfraude ofwel identiteits gerelateerde misdaad is vaak moeilijk vast te stellen en immateriële schade is moeilijk te kwantificeren. Ramingen van financiële schade variëren van £1.3 biljoen op jaarbasis voor Groot Brittannië3 tot € 5.5 biljoen op jaarbasis voor Nederland4.
1 Zie: http://www.regering.nl/actueel/nieuwsarchief/2006/04April/24/0-42-1_42-78675.jsp 2 [UKPS, 2005]. 3 Volgens de woordvoerder van de Britse Premier, geciteerd in [LSE, 2005]. 4 [DE LEEUW, 2003].
Goed identiteitsmanagement van overheidswege, ofwel nationaal identiteitsmanagement, is daarom meer dan ooit van belang. Hiermee kan een bijdrage geleverd worden aan de bestrijding identiteitsfraude en daarmee indirect aan de bestrijding van criminaliteit en terrorisme. De aanslagen van 11 september 2001 hebben wereldwijd een schok teweeg gebracht. De Verenigde Staten reageerden daarop in mei 2002 met het uitvaardigen van de “Enhanced Border Security and Visa Entry Reform Act”, waarin de toepassing van biometrie op reisdocumenten verplicht wordt gesteld. Aansluitend hierop bracht in december 2004 de Europese Gemeenschap richtlijn (EC) 2252/2004 uit ten aanzien van de toepassing van biometrie op reisdocumenten. Zowel de Verenigde Staten als de Europese Gemeenschap volgen daarbij de richtlijnen van de International Civil Aviation Organization (ICAO) voor wat betreft de wijze van implementatie5. ICAO stelt de toepassing van gelaatsherkenning technologie verplicht en daarnaast de toepassing van ofwel vingerafdruk technologie ofwel iris technologie. Om tegemoet te komen aan deze eisen is in Nederland op 26 augustus 2006 is een nieuwe generatie reisdocumenten geïntroduceerd6. Nieuwe paspoorten en identiteitskaarten vanaf die datum voorzien van een chip met onder meer een digitale foto en persoonsgegevens. Doel van de toepassing van biometrie is te komen tot een betrouwbare authenticatie van identiteitsclaims, of anders gezegd, met zekerheid vast te stellen of degene die een identiteitsdocument toont ook de rechtmatige houder is. De Wet identificatie bij dienstverlening, de Wet identificatie bij financiële dienstverlening en de Wet op de identificatieplicht schrijven in een aantal situaties identificatie met gebruikmaking van nationale identiteitsbewijzen dwingend voor. Nationaal identiteitsmanagement is daardoor voor zowel de publieke sector als voor de private sector van groot belang. Het debat over de toepassing van biometrie in nationaal identiteitsmanagement is tot nu toe beperkt en wordt gekenmerkt door een gebrek aan transparantie7. Voor zover er sprake is van een debat speelt dit zich af op technologisch en juridisch vlak. Maatschappelijke vraagstukken komen nauwelijks aan de orde en burgers zijn nagenoeg buitengesloten. Een duidelijke regie en een open maatschappelijk debat zijn echter nodig om te komen tot een doordachte oordeelsvorming en effectieve maatregelen. In dit artikel wordt ingegaan op de doelmatigheid van de toepassing van biometrie in nationaal identiteitsmanagement. De prestaties van de technologie zijn daarbij van essentieel belang. Vervolgens worden onbedoelde neveneffecten besproken die mogelijk kunnen optreden. Tenslotte zal ingegaan op het belang van zorgvuldigheid en doelgebondenheid.
5 Zie: “Enhanced Border Security and Visa Entry Reform Act” van 2002 stelt: “(…) government must certify that it has a program to issue to its nationals machine-readable passports that are tamperresistant and which incorporate biometric and authentication identifiers that satisfy the standards of the International Civil Aviation Organization (ICAO).” ; zie: http://travel.state.gov/visa/laws/telegrams/telegrams_1403.html. 6 Zie: http://www.regering.nl/actueel/nieuwsarchief/2006/04April/24/0-42-1_42-78675.jsp 7 In een recente publicatie van het Rathenau Instituut [RATHENAU, 2007] wordt er op gewezen dat het geheel aan veiligheidsmaatregelen waarmee de strijd tegen misdaad en terreur wordt aangebonden nauwelijks maatschappelijke discussie oproept.
DOELMATIGHEID Prestatie-eisen De prestaties van de technologie zijn doorslaggevend voor de doelmatigheid van de toepassing van biometrie in nationaal identiteitsmanagement. De prestaties worden onder meer uitgedrukt in de False Acceptance Rate (FAR) en de False Rejection Rate (FRR), waarmee het percentage wordt van respectievelijk onterechte herkenningen en onterechte afwijzingen. Van Renesse8 formuleerde in 2002 de volgende eisen aan de prestaties van biometrie in nationaal identiteitsmanagement: Tabel 1– Prestatie eisen voor authenticatie van identiteitsclaims onder toezicht FAR FRR
0,1% 5,0%
Prestaties volgens laboratoriumproeven Cijfers over de prestaties, gebaseerd op onderzoek van leveranciers van biometrische technologie en onafhankelijke laboratoria in diezelfde periode tonen aan dat alleen vingerafdruk technologie op dat moment aan de eisen voldoet. De resultaten van de leverancierstests vallen, dat is niet helemaal onbegrijpelijk, duidelijk gunstiger uit dan de resultaten van onafhankelijke laboratoria. Iris technologie en in mindere mate vingerafdruk technologie scoren in de onafhankelijke tests voldoende. Gelaatsherkenning technologie scoort ook in de leverancierstests onvoldoende. Verbeteringen van de technologie zullen in de toekomst resulteren in betere prestaties. Een bepaalde foutmarge zal echter steeds blijven bestaan. Dat heeft te maken met het feit dat niet alle biometrische kenmerken uniek zijn9. Daarnaast zijn een aantal externe factoren van invloed op het herkenningsproces. Deze factoren zijn in de grootschalige praktijk moeilijk te controleren en worden later in dit artikel besproken. Tabel 2 - Prestaties volgens laboratoria en leveranciers10 Onafhankelijke laboratoriumtests Minimaal FAR
Gelaat Iris Vingerafdruk
1% <0,1% 0,1%
Leverancierstests
Maximaal FRR
3% 2% 8%
FAR
10% - 11 0,1%
Minimaal
FRR
9% - 12 10%
FAR
0,1-1% <0,01% 0,01%
8 [VAN RENESSE, 2002]. 9 Vingerafdrukken en gelaat zijn niet uniek; iris en DNA zijn dat wel. 10 [DE LEEUW, 2003]. 11 Waarden niet bepaald (onvoldoende data beschikbaar). 12 Waarden niet bepaald (onvoldoende data beschikbaar).
Maximaal FRR
FAR
0,1-1% 0,5% 0,01%
1,5% 0,01% 0,1%
FRR
1,5% 0,1% 2%
Prestaties in de grootschalige praktijk Van beslissende betekenis is natuurlijk hoe de technologie presteert in de grootschalige praktijk van het nationaal identiteitsmanagement. De United Kingdom Passport Service (UKPS) heeft daar onderzoek naar ingesteld en in 2005 daarover rapport uitgebracht13: In het kader van dit onderzoek is de False Rejection Rate voor gelaatsherkenning technologie, iris technologie en vingerafdruk technologie vastgesteld. Tabel 3 – Prestaties volgens proef UK Passport Service (UKPS) 2005
Steekproef14 Representatief voor GB Gehandicapten Invloed veroudering
FRR Gelaat 31% 52% Negatief
FRR Iris
FRR Vingerafdruk 4% 19% 9% 20%
Negatief
Negatief
De door UKPS gemeten prestaties blijven ver achter op de verwachtingen op basis van het eerdere laboratoriumonderzoek. Onderstaande tabel toont dat de FRR in de grootschalige praktijk bij lange na niet voldoet aan de te stellen eisen. Tabel 4 – Vereiste FRR versus FRR laboratorium / UKPS15
Vereist Laboratorium (maximum) FRR UKPS (representatieve steekproef) Delta - FRR UKPS / Laboratorium Delta - FRR UKPS / Eisen
Gelaat 5% 9% 31% 350% 620%
Iris 5% 2% 4% 200% 80%
Vinger 5% 10% 19% 190% 380%
Bij wijze van gedachte experiment en bij gebrek aan op onderzoek gebaseerde cijfers wordt hierna de afwijking van de FRR cijfers van de UKPS geëxtrapoleerd naar de False Acceptance Rate: Tabel 5 - Vereiste FAR versus FAR laboratorium / FAR o.b.v. extrapolatie FRR UKPS16
Vereist Laboratorium (maximum) FAR o.b.v. extrapolatie Delta % UKPS / Laboratorium Delta - FAR UKPS (geëxtrapoleerd) / Eisen
13 [UKPS, 2005]. 14 De samenstelling van de steekproef was als volgt: Representatief voor GB 2.000 Gehandicapten 750 Overige 7.266 Totaal 10.016 15 Cijfers voor steekproef representatief voor GB. 16 Cijfers voor steekproef representatief voor GB.
Gelaat 0,1% 10% 35% 35000%
Iris 0,1% 0,1% 0,2% 200%
Vinger 0,1% 0,1% 0,19% 190%
Op basis van deze extrapolatie blijft de FRR in de UKPS praktijkproef ver achter bij de gestelde eisen. De achterblijvende resultaten in de grootschalige praktijk kunnen deels verklaard worden uit het feit dat omgevingsfactoren en een relatief grotere diversiteit naar ras en leeftijd de nauwkeurigheid in de grootschalige praktijk negatief beïnvloeden17. De beheersing van deze factoren stelt de leveranciers van biometrie de komende jaren voor een uitdaging.
Invloeden op prestaties Bovenstaande inschatting van de prestaties van biometrie in de grootschalige praktijk is waarschijnlijk nog aan de voorzichtige kant. Naast raciale diversiteit en omgevingsfactoren hebben ook fraude en sabotage18 een negatieve invloed op de performance. Deze factoren zijn in geen van de proeven niet verdisconteerd. Mannen en vrouwen hebben gelijkelijk deelgenomen aan de UKPS proeven. Mogelijke verschillen in performance in verband met sekseverschillen zijn daarom in bovengenoemde cijfers verdisconteerd. Zowel FRR als FAR kunnen ten gevolge van veroudering in de grootschalige praktijk hoger uitvallen. Vanwege de korte tijdsperiode waarbinnen de UKPS proeven werden uitgevoerd is het negatieve effect dat veroudering heeft op de performance niet meegenomen.
ONBEDOELDE EFFECTEN Ongemak Goedwillende burgers kunnen van de toepassing van biometrie veel ongemak ondervinden. In geval van gelaatsherkenning zijn er 1 op de 3 onterechte afwijzingen, in geval van iris 1 op de 25 en in geval van vingerafdruk 1 op de 5.
Ongelijke behandeling Ouderen kunnen meer dan gemiddeld ongemak ondervinden van de toepassing van biometrie.
17 Ook de samenstelling van de populatie naar ras en leeftijd van invloed zijn op de performance in de grootschalige praktijk. De oorzaak hiervan ligt in een moeilijk te vermijden discrepantie tussen de diversiteit van de populatie in de grootschalige praktijk en de diversiteit van de groepen proefpersonen bij laboratoriumproeven. De technologie ‘leert’ daardoor bepaalde varianten te herkennen en andere niet of minder. De resultaten van laboratoriumproeven zijn daarom nooit universeel toepasbaar. Het is niet bekend wat het effect van een relatief grote diversiteit op de performance is. Evenmin is bekend of de totale invloed van de bovengenoemde factoren gelijk is aan het maximum effect dat één van de factoren heeft of gelijk is aan de som van het effect dat de afzonderlijke factoren hebben. Zie: [DE LEEUW, 2003]. 18 Mogelijkheden tot fraude en sabotage zijn onder meer: frustratie of ontlopen van het uitrol- en verificatie proces, spoofing van biometrische kenmerken (op basis van digitale beelden van gelaat en iris of sporen van vingerafdrukken), manipulatie van de biometrische apparatuur en sabotage van de identiteitsinfrastructuur als geheel. Een beschrijving hiervan is te vinden in [DE LEEUW, 2003].
Het ouder worden heeft een negatieve invloed op de validiteit van de biometrische afbeelding van ongeveer 5% per jaar19. De performance van biometrische identiteitsbewijzen neemt in de loop van een gebruikelijke geldigheidsduur van vijf jaar terug met ongeveer 20%. Gehandicapten ondervinden bij toepassing van gelaatsherkenning technologie en iris technologie meer dan gemiddeld hinder van een slechte performance. Gehandicapten hebben bij iris technologie te maken met een FRR van plusminus 9% tegenover een FRR van ongeveer 4% voor een representatieve steekproef. Voor gelaatsherkenning technologie zijn deze cijfers respectievelijk 52% en 31%20. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de bijzondere positie die moet worden ingenomen bij de toepassing van iris technologie en in iets mindere mate gelaatsherkenning technologie. Gehandicapten hebben daar meer dan gemiddeld moeite mee. Technologische varianten van seksisme en racisme zijn niet uit te sluiten. Een relatief grote diversiteit naar ras en leeftijd kan de nauwkeurigheid in de grootschalige praktijk negatief beïnvloeden. Indien vrouwen of vertegenwoordigers van raciale minderheidsgroepen systematisch ondervertegenwoordigd zijn in de groepen proefpersonen bij laboratoriumproeven heeft de technologie onvoldoende ‘geleerd’ om individuen van deze groep te herkennen of binnen deze groepen individuen te onderscheiden, met als gevolg mogelijk een relatief hoog aantal onterechte acceptaties of afwijzingen binnen die groep.
Identiteitsdiefstal De biometrische variant van identiteitsdiefstal is onomkeerbaar. Schneier wijst er op dat biometrische kenmerken niet vervangbaar zijn en dat het gebruik ervan universeel is, dat wil zeggen niet gebonden aan een specifieke doelstelling of toepassing21. Ook kunnen biometrische kenmerken gekopieerd en vervalst worden22. Achtergelaten sporen van biometrische kenmerken kunnen hiervoor als uitgangspunt dienen evenals de digitale afbeeldingen van biometrische kenmerken opgeslagen op nationale identiteitsdocumenten. Vanwege het onvervangbare en universele karakter is een biometrische variant van identiteitsdiefstal bijzonder aantrekkelijk voor de dader en evenzo schadelijk voor het slachtoffer.
Bewijskracht Biometrische technologie kan nooit volledige zekerheid bieden over de authenticiteit van een identiteitsclaim. Bij de toepassing van biometrie dienen daarom zorgvuldige procedures vastgesteld te worden om in geval van twijfel te komen tot een afgewogen en betrouwbaar oordeel. Daartoe dient te worden vastgesteld welke gegevens, anders dan het biometrische kenmerk, of combinatie van gegevens, wél de vereiste bewijskracht biedt.
19 [LEITHOLD, 2003]. 20 [UKPS, 2005]. 21 Zie: www.schneier.com/essay-019.html. 22 [DE LEEUW, 2003] Van gelaat en iris kunnen foto’s gemaakt worden, van een vingerafdruk kunnen kopieën gemaakt worden op basis van achtergebleven residuen.
Met de toepassing van biometrie zijn steeds individuele en collectieve belangen gemoeid. Een scala van rechten en gunsten, waaronder toegang tot gebieden of diensten, eigendom van goederen en bewegingsvrijheid, kan gekoppeld worden aan biometrische toegangsprocessen. Om deze belangen te waarborgen is deze eis van zorgvuldigheid niet alleen van toepassing in het domein van nationaal identiteitsmanagement, maar voor alle toepassingsgebieden in de publieke zowel als private sector.
Vingerafdrukken in de strafrechtpraktijk De bewijskracht van vingerafdrukken in de strafrechtpraktijk kan door de toepassing van vingerafdruk technologie in nationaal identiteitsmanagement worden ondermijnd. Biometrische technologie, waaronder vingerafdruktechnologie, zal in de komende jaren een belangrijke rol gaan spelen in het proces van identiteitsvaststelling. Fraude met biometrische kenmerken wordt daarom aantrekkelijk en vervalste en gekopieerde vingerafdrukken in omloop gebracht worden. De bewijskracht van op plaats delict aangetroffen vingerafdrukken wordt daardoor ondermijnd.
DOELGEBONDENHEID Schuivende doelstellingen Biometrie is, door het universele en onvervangbare karakter van biometrische kenmerken, niet doelgebonden. Iedereen kan, met welke doelstelling dan ook, overgaan tot de toepassing van biometrische technologie. Door deze brede toepassing van biometrie buiten het domein van nationaal identiteitsmanagement neemt de kans dat biometrische kenmerken gecorrumpeerd worden of voor andere dan de oorspronkelijke doelstelling worden gebruikt toe. Met behulp van biometrie kunnen bijvoorbeeld klantenkaarten en bezoekgegevens uitgegeven door één of meerdere publieke of private instellingen worden herleid tot de bijbehorende natuurlijke persoon. Biometrische kenmerken die in een bepaald toepassingsgebied zwak zijn beveiligd kunnen worden gestolen gecorrumpeerd en zijn vervolgens onbruikbaar in andere domeinen. Biometrische gegevens die oorspronkelijk voor authenticatie doeleinden worden opgeslagen, bijvoorbeeld bij een tankstation, een bevolkingsadministratie of op een identiteitsdocument, kunnen later, al dan niet legaal, gebruikt worden om individuen op te sporen of te volgen.
Mogelijkheden van wet- en regelgeving Biometrische kenmerken, enkele uitzonderingen daargelaten maken deel uit van het publieke domein en zijn niet het eigendom van iemand in het bijzonder. Een vingerafdruk kan achterblijven op een waterglas, foto’s van een gezicht of een iris zijn zo genomen. Deze sporen van biometrische kenmerken. Opname, bezit en gebruik of misbruik daarvan in individuele gevallen is moeilijk of niet door wet- en regelgeving te beperken.
Wel zou het mogelijk zijn om systematische toepassingen van biometrie middels wet- en regelgeving te stroomlijnen dan wel voor te behouden aan een beperkt aantal partijen of doelstellingen.
EVALUATIE Prestaties voor doelstelling niet toereikend Uit onderzoek, uitgevoerd door de United Kingdom Passport Service (UKPS)23 blijkt dat de prestaties van gelaatsherkenning technologie in de grootschalige toepassing bij lange na niet voldoende zijn om de beoogde doelstelling te realiseren. 31% van de representatieve steekproef van de UKPS wordt met gelaatsherkenning technologie ten onrechte niet herkend en 35% wordt ten onrechte geaccepteerd. De prestaties van gelaatsherkenning technologie zijn daarom volstrekt ontoereikend voor de grootschalige praktijk. 19% van de representatieve steekproef van de UKPS wordt met vingerafdruk technologie ten onrechte niet herkend en ongeveer 0,19% wordt ten onrechte geaccepteerd. De doelstelling van de toepassing, namelijk een betrouwbare authenticatie van identiteitsclaims wordt bijna gehaald. Van een onterechte afwijzing is sprake in een op vijf gevallen. De prestaties van vingerafdruk technologie zijn daarmee, ondanks het feit dat de beoogde doelstelling praktisch wordt gerealiseerd, niet toereikend voor de grootschalige praktijk.
Iris te prevaleren boven gelaatsherkenning technologie Iris technologie scoort weliswaar niet helemaal conform eisen maar wel als beste van de drie en is in de grootschalige praktijk als enige mogelijk bruikbaar. 4% van de representatieve steekproef van de UKPS wordt met iris technologie ten onrechte niet herkend en 0,2% wordt ten onrechte geaccepteerd. De doelstelling van de toepassing, namelijk een betrouwbare authenticatie van identiteitsclaims wordt daarmee bijna gehaald terwijl het ongemak van een onterechte afwijzing beperkt blijft tot een op twintig. De toepassing van iris technologie ligt, gezien de performance cijfers, dus het meest voor de hand terwijl gelaatsherkenning ongeschikt is gebleken voor het beoogde doel. De Amerikaanse en Europese eisen en richtlijnen inzake de toepassing van gelaatsherkenning technologie staan hier lijnrecht tegenover. Beslissingen zijn overhaast genomen en onvoldoende doordacht.
Ongemak, ongelijke behandeling, gebrek aan bewijskracht Met de huidige stand van de techniek wordt de beoogde doelstelling niet gehaald terwijl het falen in termen van onterechte afwijzingen kan leiden tot ongemak en ongelijke behandeling. Het gebrek aan bewijskracht vormt een probleem voor alle betrokken partijen. In het bijzonder dienen maatregelen genomen te worden om de rechten van individuele te beschermen. 23 [UKPS, 2005].
Doelgebondenheid moeilijk te waarborgen Biometrische kenmerken zijn universeel en onvervangbaar. Afbeeldingen van biometrische kenmerken zijn onderdeel van het publieke domein en niet het eigendom van iemand in het bijzonder. Nationale identiteitsdocumenten worden gebruikt voor toepassingen in het publieke én het private domein. Daarmee is, gegeven de huidige wet- en regelgeving, de doelgebondenheid van de toepassing van biometrie moeilijk te controleren.
Fraude ernstiger en moeilijk op te sporen Biometrische varianten van identiteitsfraude, identiteitsdiefstal in het bijzonder, vormen een ernstige bedreiging. Het gebrek aan bewijskracht in combinatie met een relatief groot vertrouwen in de prestaties van biometrische technologie kan ertoe bijdragen dat deze vormen van fraude niet opgespoord worden dan wel moeilijk aantoonbaar zijn. Vanwege het universele en onvervangbare karakter van biometrische kenmerken zijn de gevolgen daarentegen verstrekkend en veelal irreparabel.
Alternatieve technologie (nog) niet beschikbaar Tuyls en Goseling signaleren het probleem van de onvervangbaarheid van biometrische kenmerken. Zij creëren een oplossing door een combinatie van biometrische technologie en cryptografie24. Met dit algoritme is uit één biometrisch kenmerk een groot aantal25 unieke, semi-biometrische kenmerken af te leiden. In geval één van deze semi-biometrische kenmerken is gecompromitteerd kan deze worden vervangen door een ander afgeleid kenmerk. De performance van deze oplossing is tot op heden onvoldoende. Mits de performance kan worden verbeterd biedt deze technologie een alternatief waarin de voordelen van biometrie worden gerealiseerd terwijl principiële nadelen worden weggenomen.
24 [TUYLS & GOSELING, 2004]. 24 25 Het algoritme biedt ruimte voor 2 alternatieven.
TERMEN EN BEGRIPPEN Definitieset 1 - Biometrische, toegeschreven en biografische identiteit26 Biometrische identiteit
Beschrijving of afbeelding van fysieke kenmerken van een individu, waaronder DNA, gelaat, vingerafdruk; synoniem met ‘fysieke identiteit’.
Toegeschreven identiteit
Beschrijving van kenmerken toegeschreven aan een individu, waaronder voornaam en familienaam, datum en plaats van geboorte en de naam van de ouders.
Biografische identiteit
Beschrijving van biografische kenmerken, waaronder opleiding, strafblad, belastingaanslagen, werkgever, hypotheek, bezit, verzekeringen.
Definitieset 2 - Identiteit versus nationale identiteit27 Identiteit
Nationale identiteit29
De identiteit van een individu is een set van kenmerken biometrisch, toegeschreven en biografisch - die tezamen een individu omschrijven als actief lid van maatschappij of gemeenschap28 en dat individu daarmee onderscheiden van andere individuen. De nationale identiteit van een individu is een set van kenmerken zoals vastgesteld en vastgelegd door de nationale overheid in een bevolkingsregister.
Nationaal identiteitsmanagement
Nationaal identiteitsmanagement draagt zorg voor het vaststellen en vastleggen van identiteit en verblijfsrechten van ingezetenen en vreemdelingen, ten behoeve van de publieke en de private sector.
Nationale identiteitsdocumenten (identiteitsbewijzen)30
Een document waarin de nationale identiteit van een individu is vastgelegd.
Identiteitsclaim
Een individu claimt een bepaalde identiteit door het tonen van een identiteitsdocument ofwel identiteitsbewijs waarop die bepaalde identiteit is vastgelegd.
Definitieset 3 - Identiteitsgerelateerde misdaad, identiteitsfraude, identiteitsdiefstal31
26 [DE LEEUW, 2004]. 27 [DE LEEUW, 2004]. 28 Een individu wordt een actief lid van de maatschappij of samenleving op het moment dat hij of zij als zodanig wordt erkend. Ongeboren kinderen, slaven en gevangenen in vernietigingskampen worden niet als zodanig erkend. 29 Niet te verwarren met de gebruikelijke betekenis van 'nationale identiteit', gerelateerd aan nationalisme, nationale trots of folklore. 30 De term identiteitsdocument sluit precies aan op de onderliggende betekenis en heeft daarom de voorkeur. De term identiteitsbewijs suggereert dat de zekerheid omtrent de identiteit van een individu tot op zekere hoogte in het document is vervat, dit is echter niet het geval.
31 [VAN DER MEULEN, 2006].
Definitieset 4 - Biometrie, biometrische identificatie en biometrische authenticatie32 Biometrie Biometrische identificatie
Biometrische authenticatie
De praktijk van het beschrijven en meten van fysieke ofwel biometrische kenmerken van een individu. 1 op N vergelijking van biometrische kenmerken. Biometrische kenmerken direct afkomstig van een individu worden vergeleken met meerdere opgeslagen biometrische kenmerken. Een match tussen het biometrische kenmerk direct afkomstig van het individu en een van de opgeslagen biometrische kenmerken bepaalt de identiteit. 1 op 1 vergelijking van biometrische kenmerken. Biometrische kenmerken direct afkomstig van een individu worden vergeleken met een opgeslagen biometrisch kenmerk van het individu van wie de identiteit wordt geclaimd. Een match tussen het biometrische kenmerk direct afkomstig van het individu en het opgeslagen biometrische kenmerk bevestigt de authenticiteit van de identiteitsclaim..
Definitieset 5 - FAR (False Acceptance) en FRR (False Rejection) Rate33 FAR
De False Acceptance Rate (FAR) duidt het aantal keren aan, als percentage van het totaal aantal verificaties, dat ten onrechte een match is vastgesteld tussen het biometrisch kenmerk direct afkomstig van het individu, en het opgeslagen biometrische kenmerk.
FRR
De False Rejection Rate (FRR) duidt het aantal keren aan, als percentage van het totaal aantal verificaties, dat ten onrechte geen match wordt vastgesteld tussen het biometrisch kenmerk, direct afkomstig van het individu, en het opgeslagen biometrische kenmerk.
32 [DE LEEUW, 2004]. 33 [DE LEEUW, 2004].
LITERATUUR [DE LEEUW, 2003] Risks and threats attached to the application of biometric technology in national identity management, Elisabeth de Leeuw - Lecoeur, Thesis submitted in fulfilment of the requirements for the degree of Master of Security in Information Technology at the TIAS Business School, Eindhoven and Tilburg, Amsterdam, October 2004, https://secure.gvib.nl/afy_info_ID_1322.htm [LEITHOLD, 2003] The possible role of biometrics in unique electronic identification, Herbert Leitold, http://www.a-sit.at/informationen/praesentationen/Workshop_19_5_2003/Leitold_biometrie.pdf [LSE, 2005] The Identity Project: an assessment of the UK Identity Cards Bill and its implications, The London School of Economics and Political Science (LSE), Juni 2005 [VAN DER MEULEN, 2006] The Challenge of Countering Identity Theft: Recent Developments in the United States, the United Kingdom, and the European Union, Nicole van der Meulen, 6 September 2006, International Victimology Institute Tilburg (INTERVICT), Report Commissioned by the National Infrastructure Cyber Crime program (NICC) [VAN RENESSE, 2002] Implications of biometrics on travel-documents – 5th International Conference on Fraudulent Documents, Amsterdam, April 10 – 12, 2002, Rudolf L. van Renesse [RATHENAU, 2007] Van privacyparadijs tot controlestaat ? Misdaad- en terreurbestrijding in Nederland aan het begin van de 21ste eeuw, Rathenau Instituut/TILT, 2007 [TUYLS & GOSELING, 2004] Information-Theoretic Approach to Privacy Protection of Biometric Templates, Pim Tuyls and Jasper Goseling, Philips Research [UKPS, 2005] Report of Biometrics Enrolment Trial, UK Passport Service, May 2005, http://www.passport.gov.uk/downloads/UKPSBiometrics_Enrolment_Trial_Report-Management_Summary.pdf