Pension Benefits Herstelplannen: Mogelijke reacties van IBP’s op de crisis Gert Borremans
[email protected] +32 2 743 77 37
zich gemiddeld om de 5 jaren kunnen voordoen. Een voldoende gefinancierde LTV zou een volgende crisis moeten kunnen opvangen.
Kernboodschap
Aandachtspunten voor herstelplannen
Na jaren van gunstige rendementen worden de de Instellingen voor Bedrijfspensioenvoorziening (IBP) zwaar op de proef gesteld. Onderfinanciering dreigt of is al een feit, waardoor inbreng van bijkomende liquiditeiten noodzakelijk lijkt. Ondernemingen hebben hun liquiditeiten momenteel echter hard nodig. De toezichthouder CBFA wenst de financiële positie van de IBP’s op korte en lange termijn veilig te stellen in het belang van de aangeslotenen, maar is, gezien de moeilijke omstandigheden, bereid tot pragmatische oplossingen. Die omstandigheden kunnen ertoe leiden dat IBPs een herstelplan moeten indienen.
Een herstelplan moet wettelijk concreet en haalbaar zijn en een uitvoeringstermijn voorzien. Het dient ook rekening te houden met de specifieke situatie van de IBP, met name de structuur van de activa en passiva, het risicoprofiel, de liquiditeitsbehoefte, het profiel van de aangeslotenen, enz. Een herstelplan moet ook voor de onderneming economisch haalbaar zijn. De evolutie van de markt is onvoorspelbaar. Een herstel kan traag of snel gebeuren, terwijl de bijkomende stortingen van de onderneming aan de IBP in principe definitief zijn en niet kunnen gerecupereerd worden. Ondernemingen hebben vandaag hun liquiditeiten nodig en hebben geen boodschap aan overdreven financiering.
Onderfinanciering van de IBP De prudentiële regels definiëren mogelijke onderfinanciering op twee niveaus. De wet bepaalt een Korte Termijn Voorziening (KTV) en een Lange Termijn Voorziening (LTV). Voor actieve aangeslotenen stemt de KTV overeen met de som van de verworven reserves, verhoogd met de eventuele solvabiliteitsmarge. Het niveau van de LTV, minimaal gelijk aan de KTV en op “prudente” wijze gedefinieerd, is specifiek voor elke IBP. Een zogenaamde continuïteitstoets moet in principe uitwijzen hoe prudent de LTV gedefinieerd werd. Een pensioenfonds raakt ondergefinancierd als de marktwaarde van de activa lager ligt dan de KTV of LTV. Zijn de activa lager dan de LTV, moet de IBP een herstelplan indienen. Als ook de KTV niet gehaald wordt, moet normaal een tweede plan worden ingediend.
Herstelplannen moeten dus zorgvuldig uitgewerkt worden. Indien het herstelplan voorziet in jaarlijkse stortingen van een vaste bijdrage, houdt dit een verbintenis van de onderneming in, die toepasselijk blijft, ook bij een eventueel tussentijds herstel van de financiële markten. De onderneming heeft er dus alle belang bij op voorhand rekening te houden met een mogelijk herstel van de markt. De beurs kan echter ook de andere kant opgaan, waardoor het herstelplan mogelijk moet herzien worden. Er dient in elk geval een methodiek vastgelegd te worden, die het mogelijk maakt het verlies te bepalen dat maximaal kan worden overgedragen over de boekjaren waarover het herstelplan loopt, met inbegrip van maatregelen in geval van een verdere verslechtering van de markten.
Termijn van herstelplannen De KTV is een absoluut minimum. Deze provisie moet te allen tijde voldoende gedekt zijn om de verworven rechten van de aangeslotenen te garanderen. De einddatum om een tekort in de KTV aan te zuiveren werd door de CBFA onherroepelijk vastgelegd op 31 december 2009. Een tekort ten aanzien van de LTV kan over een langere termijn aangezuiverd worden. De CBFA zou een maximum van 5 jaar vooropstellen, in de veronderstelling dat neerwaartse bewegingen Copyright © 2009 Hewitt Associates
Impact van herstructureringen Collectieve ontslagen of overnames kunnen leiden tot uitbetaling of overdracht van belangrijke delen van de activa. De uitkering of overdracht van de verworven reserves kan de financieringsgraad mogelijk negatief aantasten. Bij een tekort ten aanzien van de KTV kan de financieringsgraad nog verlagen, mede onder 8
invloed van de bepalingen van de beheersovereenkomst inzake overdracht van activa.
supplementaire bijdragen in het financieringsplan voldoende om een herstelplan te vervangen.
Herstelmogelijkheden
Financiering in pan-Europese context
De Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen (BVPI) onderzocht mogelijke maatregelen. De meest pragmatische zijn als volgt. IBP’s die zelf het risico overlijden en/of invaliditeit op zich nemen, kunnen de solvabiliteitsmarge vermijden door herverzekering. Herverzekeraars zijn zeer competitief en met een sterke “experience rating” kan de jaarlijkse premiekost tot een minimum herleid worden. De dekkingswaarden voor de solvabiliteitsmarge kunnen dan gebruikt worden om de technische voorziening af te dekken.
De bereidheid van de CBFA om flexibel te zijn, maakt België aantrekkelijk voor het opzetten van pan-Europese IBP’s. Het ontbreken van kwantitatieve regels voor de LTV laat toe om beter rekening te houden met de specifieke situatie van de IBP, de solvabiliteit van de bijdragende onderneming en de karakteristieken van de groep(en) van aangeslotenen. Het onderbrengen van plannen in een pan-Europese structuur laat bovendien toe een betere controle uit te oefenen op hun financiering in de verschillende landen.
Communicatie met de aangeslotenen
De LTV wordt berekend op basis van “prudente” hypotheses, gedefinieerd in het financieringsplan. Misschien moeten bepaalde assumpties herzien worden. De impact van een wijziging van het financieringsplan kan via de continuïteitstoets gemeten worden. Hierbij kan ook de impact van een wijziging van de beleggingspolitiek voorgesteld worden. Het risicoprofiel van de beleggingen kan worden gereduceerd (kwaliteit van obligaties, indekken van wisselkoersrisico, enz.). Een lagere kans op onderfinanciering kan leiden tot een lagere LTV, waardoor de mogelijke onderfinanciering beduidend kan beïnvloed worden.
Aangeslotenen beseffen niet altijd de financiële druk op de IBP. Tijdige, duidelijke informatie is belangrijk, met een toelichting van gebruikte begrippen (zoals het actuele financieringsniveau van de verworven reserves op de pensioenfiche). De pensioenvoordelen van tebereikendoelplannen (defined benefit) worden in principe niet beïnvloed door onderfinanciering. De verbintenis blijft immers bij de bijdragende ondernemingen. Het invoeren van een herstelplan en/of de wijziging van het financieringsplan moet ook vooraf voor advies aan de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging worden voorgelegd; bij gebrek hieraan, dient de bijdragende onderneming de werknemers periodiek en individueel in te lichten.
Activa dienen normaal aan marktwaarde geboekt te worden. Voor obligaties die niet meteen gerealiseerd kunnen worden, kan een waardering aan nominale waarde aanvaardbaar zijn. Achtergestelde leningen kunnen ook overwogen worden, doordat ze toelaten dat fondsen terugvloeien naar de onderneming. Een aantal voorwaarden moet wel zijn voldaan: de lening dient voldoende waarborg te bieden, de tijdsduur is beperkt tot maximum 12 maand, de lening blijft achtergesteld (d.i. wordt enkel terugbetaald indien de dekkingsgraad ten aanzien van de KTV/LTV 100% is) en kan in principe enkel uitgegeven worden ten behoeve van de liquiditeit. Als op het einde van de lening nog onderfinanciering vastgesteld wordt, moet de lening in principe omgezet worden in een definitieve dotatie.
De cruciale bepalingen van het herstelplan of het herziene financieringsplan dienen te worden opgenomen in het transparantieverslag.
Conclusie Ook al is het einde van de crisis moeilijk voorspelbaar, toch moeten concrete en haalbare stappen gezet worden om de financiering van uw IBP veilig te stellen. Bij onderfinanciering moet dit via een herstelplan, met het akkoord van de CBFA. Door de extreme situatie stelt die zich flexibel op. Het is echter belangrijk om tijdig en duidelijk met de CBFA te overleggen, zodat rekening kan worden gehouden met de specifieke situatie van uw onderneming.
Veel IBP’s gebruiken financieringsmethodes met geprojecteerde salarissen (zoals “aggregate cost” of “projected unit credit”). Mogelijk zijn de Copyright © 2009 Hewitt Associates
8