3-2 Technische Vragen Volledig Hoofdstuk

  • October 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View 3-2 Technische Vragen Volledig Hoofdstuk as PDF for free.

More details

  • Words: 9,282
  • Pages: 18
3.1 Eigenschappen en functies van glas 3.2 Technische vragen 417 u Diktebepaling 435 u Thermische spanningen 438 u Reactie van de randafdichting

van dubbele beglazingen 439 u Condensatie op dubbele beglazingen 443 u Tabellen 3.3 Plaatsing 3.4 Regelgeving

Station van Namen, België • Architect: Christian Bourgeois, NMBS

Technische vragen

32

32

32

Technische vragen

Diktebepaling Bij het opstellen van dit overzicht is een nieuwe versie van de STS 38 ”Beglazing” (NBN S 23-002) en de STS 52 ”schrijnwerk” in voorbereiding. Alsook wordt een nieuwe methode voor de bepaling van de glasdikte verwacht. Controleer daarom altijd de voortgang van deze werkzaamheden en de eventuele publicatie ervan voordat u de onderstaande methodes toepast. Deze zijn slechts geldig tot de officiële publicatie van de voornoemde nieuwe documenten.

Algemene formule De theoretische minimumdikte voor vlakke enkele beglazingen die onderhevig zijn aan een gelijkmatig verdeelde belasting kan worden berekend volgens de formule* van Timoshenko:

Kleine doorbuigingen worden berekend als volgt:

e = nominale productiedikte van de beglazing (mm) f = doorbuiging in het midden van de beglazing (mm) b = kortste afmeting van de beglazing (m) (of vrije zijde voor de driezijdig ingeklemde beglazingen of afstand tussen de overstaande ingeklemde zijden) P = gelijkmatig verdeelde belasting, in Pa (incl. het eigen gewicht van de beglazing als deze schuin wordt geplaatst) 417 • Diktebepaling

Diktebepaling k = veiligheidscoëfficiënt R = breukspanning (N/m2) E = modulus van Young · en ß = coëfficiënten die afhangen van de verhouding van de grootste zijde L op de kleinste zijde b en van het aantal zijden dat ondersteund wordt. In de tabel op pagina 446 vindt u de waarden van · en ß. • Verticale beglazingen Verkorte formule: P = W (windbelasting) = 0,81 . cp. qb • Schuine beglazing De belastingen en de formules zijn opgenomen in de TV 176 – Glas in daken. De berekening kan worden uitgevoerd met behulp van het programma SGG OCTOPUS dat verkrijgbaar is bij onze technische dienst.

- klasse IV: steden (constructiezones van minstens 10 m hoog op minstens 1/4 van de oppervlakte). 2. De hoogte van de bovenrand van de beglazing ten opzichte van de grond 3. De oppervlakte die onderhevig is aan de windbelasting We onderscheiden: - de oppervlakken van de centrale zone (f) van de gevels; - de oppervlakken van de zone (b) aan de rand waarvan de breedte b wordt bepaald volgens de onderstaande tabel.

* De parameters voor de berekening van de dikte en doorbuiging van de verticale beglazingen in constructies met veel binnenwanden en opengaande ramen, zijn vermeld in het hoofdstuk ‘Tabellen’ op pagina 443.

Ve r t i c a l e beglazingen voor woningen Elementen waarmee rekening moet worden gehouden 1. De ligging van de constructie We onderscheiden 4 ruwheidsklassen van het terrein: - klasse I: kustgebied bij vloed over een afstand tot 2 km, ook in stadsgebied; - klasse II: landelijk gebied met vrijstaande gebouwen of bomen; - klasse III: stedelijk, industrieel of bosgebied;

i Ligging van de verschillende zones van plaatselijke winddruk in een gebouw

B = de grootste van de waarden hiernaast

h 1 ≥ d1 3

h 1 < d1 3

0.15 d1 1m

0.45 h 0.04 d1 1m

worden beschouwd. De doorbuiging wordt berekend volgens de STS 52, d.i. met normale maximumwind.

Berekende maximumoppervlakten van een dubbele beglazing SGG CLIMALIT, SGG CLIMAPLUS De berekende maximumoppervlakte voor bepaalde samenstellingen van dubbele beglazingen, is aangegeven in de tabellen op p. 419. Deze tabellen zijn geldig voor de volgende omstandigheden: - plaatsing op vier steunzijden; - woningen, d.w.z. constructies met meerdere binnenwanden en openslaande ramen. Voor de gebouwen waarvan de hoogte niet groter is dan: - 18 m in klasse IV, - 10 m in klasse III, mogen de randzones worden opgenomen in de centrale zone van de gevels. In deze beide gevallen bedraagt de dynamische basiswinddrukbelasting qb 633 Pa. Voor asymmetrische dubbele beglazingen wordt het dikste glas meestal aan de buitenkant geplaatst. Voor dubbele beglazingen met slechts één gelaagd glas wordt dit laatste bij voorkeur aan de binnenkant geplaatst. * Zonder rekening te houden met de eigen stijfheid van de beglazing.

4. Het aantal steunzijden Onder het effect van de windbelasting mag de vervorming van elk samenstellend element niet groter zijn dan 1/300 van de spanwijdte van de dubbele beglazing (met een maximum van 8 mm) om als steunzijde* te kunnen Diktebepaling • 418

32

32

Technische vragen

Diktebepaling

Diktebepaling

Maximale oppervlakte (m2) voor de centrale zone van de gevel qb (Pa)

Samenstelling van de beglazing 4+4

5+4

6+4

5+5

6+5

6+6

8+6

10 + 6

4 + 33

5 + 33

6 + 33

5 + 44

6 + 44

6 + 55

8 + 55

10 + 55

33 + 33

4 + 44

44 + 44

5 + 55

55 + 55

633

1.9

2.3

3.0

3.2

3.8

5.0

6.5

9.1

700

1.7

2.1

2.7

2.9

3.4

4.4

5.8

8.1

800

1.5

1.8

2.3

2.5

2.9

3.8

4.9

7.0

1000

1.3

1.6

2.0

2.2

2.5

3.3

4.3

6.1

1100

1.0

1.4

1.8

1.9

2.3

3.0

3.8

5.4

Plaats van de zones van plaatselijke uitwendige winddruk

2

Maximale oppervlakte (m ) voor de rand van de gevel qb (Pa)

* Ten behoeve van een gelijkvormig uitzicht en voor de eenvoud van de plaatsing, berekent men meestal de dikte die nodig is in de randzone r en past men deze toe op alle glasoppervlakken in het dak, behalve wanneer minstens een derde van het glasoppervlak met een helling < 30° zich in de hoekzone c van het dak bevindt. In dat geval moet de beglazing in de hoekzone berekend worden.

Plaats van de zones van plaatselijke uitwendige winddruk

Samenstelling van de beglazing 4+4

5+4

6+4

5+5

6+5

6+6

8+6

10 + 6

4 + 33

5 + 33

6 + 33

5 + 44

6 + 44

6 + 55

8 + 55

10 + 55

33 + 33

4 + 44

44 + 44

5 + 55

55 + 55

633

1.6

2.0

2.5

2.7

3.1

4.1

5.3

7.4

700

1.4

1.8

2.2

2.4

2.8

3.7

4.8

6.6

800

1.3

1.5

1.9

2.1

2.4

3.2

4.1

5.7

1000

1.1

1.3

1.7

1.8

2.1

2.8

3.6

5.0

1100

1.0

1.2

1.5

1.6

1.9

2.5

3.2

4.5

Hellende beglazingen voor woningen Elementen waarmee rekening moet worden gehouden 1. De ligging van het gebouw We onderscheiden 4 ruwheidsklassen van het terrein: klasse I tot IV (zie Verticale beglazingen op pagina 417). 2.De hoogte Z van de bovenrand van de beglazing ten opzichte van de grond 3.Hellingsgraad van de beglazing (van het dak) ten opzichte van de waterpaslijn Om een goede waterafvoer te garanderen mag de helling van de beglazing niet kleiner zijn dan 10°.

419 • Diktebepaling

4. De plaats van de beglazing in het dak We onderscheiden verschillende zones, met plaatselijke windbelasting in een schuin dak (zie schema). Parameter a wordt bepaald volgens de onderstaande tabel. 5. De hoogte waarop de beglazing zal worden geplaatst 6. Het aantal steunzijden Om de belasting van de beglazingen te beperken mogen structuurvervormingen op de spanwijdte van het glaselement voor de dubbele beglazing* niet groter zijn dan: • 1/300 onder dynamische belasting (wind); • 1/600 (maximaal 6 mm) van de spanwijdte van het glaselement onder statische belasting (sneeuw + eigen gewicht). * Dit zonder rekening te houden met de eigen stijfheid van het glas

Bepaling van parameter a d1 ≤ d2

a = de grootste van de waarden hiernaast

h 1 < d1 3

h 1 ≥ d2 3

h 1 < d2 3

0.15 d1 1m

0.45 h 0.04 d1 1m

0.15 d2 1m

0.45 h 0.04 d2 1m

Berekende spanwijdte van een dubbele dakbeglazing SGG SKY-LITE of SGG SKY-LITE SILENCE De onderstaande tabellen geven bij wijze van voorbeeld de toegelaten spanwijdte* voor enkele types tweezijdig opgelegde beglazingen. Deze gegevens zijn toepasbaar op de randen in de volgende omstandigheden: - hoogtes tot 100 m, 400 m en 700 m zonder sneeuwophoping; - dynamische basiswindbelasting: 650 Pa, 800 Pa en 950 Pa.

Dynamische** basiswinddruk 650 Pa

d1 > d2

h 1 ≥ d1 3

- ruimtes met of zonder tussenwand, - hellingsgraad van het dak ten opzichte van de waterpaslijn kleiner dan 30°, tussen 30° en 50° of groter dan 50°. * De breedte van de beglazingen, bij ‘normale’ werkzaamheden (d.w.z. waarvoor geen hijsmiddelen zoals een kraan nodig zijn) mag niet meer bedragen dan 0,70 m. Hun lengte mag niet meer bedragen dan ongeveer 3,5 m. Hun gewicht mag niet meer bedragen dan 80 kg om een plaatsing in normale omstandigheden te kunnen waarborgen. Het gelaagde glasblad wordt steeds aan de binnenkant van het gebouw geplaatst.

Maximale waarde van de hoogte z Kust

Landelijke zone

Stedelijke zone

Stad

-

5m

10 m

18 m

800 Pa

-

9m

18 m

30 m

950 Pa

7m

18 m

30 m

45 m

** niet geldig voor hoge gebouwen of in de nabijheid ervan, en in geval van heuvelachtig reliëf

Diktebepaling • 420

32

32

Technische vragen

Diktebepaling

Diktebepaling

Maximale breedte (cm) van beglazing op 2 steunpunten op een hoogte ≤ 100 m Dynamische basiswinddruk qb

Type beglazing

650 Pa

800 Pa

950 Pa

Maximale breedte (cm) van beglazing op 2 steunpunten op een hoogte ≤ 700 m

Helling Zonder scheidingswanden

Met scheidingswanden

< 30°

tussen(1)

> 50°

< 30°

tussen(1)

> 50°

4 + 33

62

67

68

63

71

78

4 + 44

70

78

78

70

78

90

5 + 44

78

87

88

78

87

101

6 + 44

84

95

97

84

95

6 + 55

91

102

108

91

102

4 + 33

55

60

61

61

4 + 44

64

70

70

5 + 44

73

79

6 + 44

81

6 + 55

91

4 + 33

Type beglazing

Helling Zonder scheidingswanden

Met scheidingswanden

< 30°

tussen(1)

> 50°

4 + 33

45

51

68

45

51

4 + 44

51

58

78

51

58

90

5 + 44

57

65

88

57

65

101

111

6 + 44

63

71

97

63

71

111

121

6 + 55

69

78

108

69

78

121

69

70

4 + 33

45

51

61

45

51

70

70

78

81

4 + 44

51

58

70

51

58

81

79

78

87

92

5 + 44

47

65

79

57

65

92

88

87

84

95

102

6 + 44

63

71

87

63

71

102

98

98

91

102

112

6 + 55

69

78

98

69

78

112

50

54

56

56

62

65

4 + 33

45

51

56

45

51

65

4 + 44

58

58

64

65

73

74

4 + 44

51

58

64

51

58

74

5 + 44

66

72

72

74

83

84

5 + 44

57

65

72

57

65

84

6 + 44

73

80

80

82

93

93

6 + 44

63

71

80

63

71

93

6 + 55

82

90

89

91

102

104

6 + 55

69

78

89

69

78

104

(1) Tussen 30° en 50°

650 Pa

800 Pa

950 Pa

< 30°

tussen(1)

> 50° 78

(1) Tussen 30° en 50°

Maximale breedte (cm) van beglazing op 2 steunpunten op een hoogte ≤ 400 m Dynamische basiswinddruk qb

Dynamische basiswinddruk qb

Type beglazing

650 Pa

800 Pa

950 Pa

(1) Tussen 30° en 50°

421 • Diktebepaling

Helling Zonder scheidingswanden

Met scheidingswanden

< 30°

tussen(1)

> 50°

< 30°

tussen(1)

4 + 33

52

59

68

52

59

4 + 44

58

66

78

58

66

90

5 + 44

65

74

88

65

74

101

6 + 44

71

80

97

71

80

111

6 + 55

78

88

108

78

88

121

4 + 33

52

59

61

52

59

70

4 + 44

58

66

70

58

66

81

5 + 44

65

74

79

65

74

92

6 + 44

71

80

87

71

80

102

6 + 55

78

88

98

78

88

110

4 + 33

50

54

56

52

59

65

4 + 44

58

63

64

58

66

74

5 + 44

65

72

72

65

74

84

6 + 44

71

80

80

71

80

93

6 + 55

78

88

89

78

88

104

> 50° 78

Voor de bepaling van de samenstelling van een vierzijdig ingeklemde beglazing op basis van de gegevens toepasbaar voor tweezijdig opgelegde beglazingen gaat u als volgt te werk: - bepaal de L/b-verhouding van de vierzijdig opgelegde beglazing; - selecteer in de tabel van Timoshenko (pagina 446) de vormfactor die overeenstemt met de L/b-verhouding; - bepaal de verhouding‚ ß (twee opleggingen)/ ß (vier opleggingen); - bepaal een gelijkwaardige breedte door de werkelijke spanwijdte te delen door deze verhouding; - zoek in de bovenstaande tabellen de samenstelling van de beglazing die deze fictieve breedte geeft op twee opleggingen.

Voorbeeld Een rechthoekige beglazing van 1,6 m x 0,8 m (L>b) wordt vierzijdig opgelegd; helling 45°, gebouw zonder tussenwanden, hoogte 100 m, hoogte 5 m boven de grond in een landelijke zone (650 Pa): - L/b-verhouding = 1,6/0,8 = 2; - ß (4 opleggingen) voor L/b = 2: 0,781; - ß (2 opleggingen) / ß (4 opleggingen): 0,866/0,781 = 1,11; - gelijkwaardige breedte: 0,8 m/1,11 = 0,72 m; - de tabel (hoogte ≤ 100 m) geeft voor de dichtst benaderende breedte (groter of gelijk aan de gelijkwaardige breedte van 0,72 m) 78 cm de samenstelling van de beglazing: 4 + 44.

Diktebepaling • 422

32

32

Technische vragen

Diktebepaling

Diktebepaling factor van 3,5. Deze veiligheidsfactor houdt rekening met de lange duur van de belasting door middel van een “vermoeidheidsfactor” van 0,60.

Equivalente dikte van de samengestelde beglazingen Wanneer de vereiste dikte voor enkelglas gekend is, kan de equivalente dikte eeq van andere types beglazing

bepaald worden a.d.h.v. de formules die in onderstaande tabel worden aangegeven.

Type beglazing

Equivalente dikte

Gelaagd glas - symmetrisch n bladen van dikte e - asymmetrisch e1 e2 e3 … en e1 = grootste dikte

Gehard monolithisch glas Het gebruik van halfgehard monolithisch glas wordt sterk afgeraden bij aquaria want in geval van breuk verdwijnt de wand volledig en onmiddellijk waardoor er een vernielende golf ontstaat.

Isolerende beglazing - symmetrisch - asymmetrisch e1 > e2

Beglazing voor aquaria of zwembaden De aquarium- of zwembadbeglazingen zijn onderhevig aan hydrostatische belastingen, eventueel nog verhoogd met gelijkmatig verdeelde belastingen. Ze worden beschouwd als vulelementen. Daarom mogen ze geen vervormingen vertonen door bewegingen van de constructie of van de bodem.

Aard van de glasproducten De aquariumbeglazing is uitgevoerd in ongehard of halfgehard monolithisch glas, of in gelaagd glas samengesteld uit glasbladen met dezelfde dikte. De glasproducten bestaan uit doorzichtig of gekleurd glas. 423 • Diktebepaling

Halfgehard monolithisch glas In geval van breuk zal het aquarium sneller of trager leeglopen naargelang de aard van de breuk. Het gevolg hiervan is dat, indien er geen letsels worden opgelopen, er in elk geval meer of minder ernstige materiële schade zal zijn naargelang het volume van het aqaurium. Het wordt aanbevolen dit type beglazing enkel te gebruiken voor aquaria met een kleinere inhoud (<1 000 liter bijvoorbeeld).

De bestanddelen van de gelaagde beglazing, die bijdragen tot het opnemen van de belasting, vertonen allemaal identieke mechanische eigenschappen (glas van het type SGG PLANILUX, SGG DIAMANT, SGG PLANIDUR, SGG SECURIT of SGG SECURIPOINT). Zo niet wordt de dikte van het glas berekend rekening houdend met de toegelaten spanning van het minst sterke bestanddeel. De randen van het glas worden altijd geslepen (vlak mat geslepen). De tussenlagen bestaan uit PVB of hars, maar deze worden niet beschouwd als elementen die bijdragen tot het opnemen van de belasting.

Veiligheid De dikte van de aquariumbeglazing wordt berekend met een veiligheids-

Ongehard, halfgehard of gehard gelaagd glas. In geval van accidentele breuk van een van de bestanddelen van het gelaagd glas zal de resulterende veiligheidsfactor nog voldoende zijn om een tijdelijke veiligheid te verzekeren gedurende dewelke het publiek kan geëvacueerd worden. De flora en fauna kunnen eventueel gered worden vooraleer het reservoir geleegd wordt en men kan overgaan tot de vervanging van het gebroken glas.

Plaatsing Zie hoofdstuk 3.3 pagina 466.

Toegelaten spanning

Type beglazing

Toegelaten spanning Û in MPa (N/mm2)

Ongehard

6

SGG PLANIDUR

12

SGG SECURIT

30

SGG SECURIPOINT

50

Toegelaten doorbuiging De doorbuiging in het midden van het glasvolume mag onder werkbelasting niet groter zijn dan 1/200 van de kleinste afmeting.

Berekeningsmethode De dikte van de beglazing hangt af van: - de hoogte van het water; - het aantal opleggingen; met: - n = aantal componenten van het gelaagde glas n = 1 voor enkelglas; - ec = berekende minimumdikte van een van de componenten (mm); - en = commerciële dikte van een van de componenten (mm); Alle componenten hebben dezelfde dikte. - ‚1, ‚2 ‚3, ‚4 = coëfficiënten van Timoshenko afhankelijk van de lengte/breedteverhouding; - q = hoogte van het water gemeten aan de basis van het zichtbare gedeelte van de beglazing (m); - a = hoogte van de beglazing (afmeting van het zichtbare gedeelte in m); - b = lengte van de beglazing (afmeting van het zichtbare gedeelte in m); - Û = toegelaten spanning in MPa (N/mm2).

De toegelaten spanningen houden rekening met de voortdurende aanwezigheid van de belastingen. Diktebepaling • 424

32

32

Technische vragen

Diktebepaling De doorbuiging van de beglazing wordt berekend: - in het midden van de beglazing wanneer de hoogte van het water groter is dan de hoogte van de ruit; - op de plaats waar de doorbuiging maximaal is wanneer de hoogte van het water gelijk is aan de hoogte van de ruit; met: - maximale doorbuiging of doorbuiging in het midden van de beglazing (m);

Diktebepaling - ·1, ·2, ·3, ·3’ en ·4 = coëfficiënten van Timoshenko afhankelijk van de lengte/breedteverhouding. Zie pagina 428. De dikte van elke component volgens de toegelaten spanning en de doorbuiging worden, afhankelijk van het type beglazing, gegeven door de formules die zijn beschreven op de volgende pagina’s. Als de doorbuiging groter is dan de toegelaten doorbuiging moet de dikte van de beglazing vergroot worden.

Verticale rechthoekige beglazing gesteund op 4 zijden Glas met breedte > hoogte Waterhoogte hoger dan de hoogte van de beglazing

Verticale rechthoekige beglazing gesteund op 4 zijden Glas met hoogte > breedte Waterhoogte hoger dan de hoogte van de beglazing

Dikte van de beglazing

Maximale doorbuiging van de beglazing

Waterhoogte lager dan de hoogte van de beglazing*

Dikte van de beglazing

Dikte van de beglazing Maximale doorbuiging van de beglazing

Maximale doorbuiging van de beglazing *In dit geval worden de berekeningen uitgevoerd alsof de waterhoogte minstens gelijk was aan de hoogte van de beglazing. Rechthoekige beglazing als bodemplaat Waterhoogte lager dan de hoogte van de beglazing*

Dikte van de beglazing

Dikte van de beglazing

Maximale doorbuiging van de beglazing

Maximale doorbuiging van de beglazing

*In dit geval worden de berekeningen uitgevoerd alsof de waterhoogte minstens gelijk was aan de hoogte van de beglazing. 425 • Diktebepaling

Diktebepaling • 426

32

32

Technische vragen

Diktebepaling

Diktebepaling

Verticale rechthoekige beglazing gesteund op 3 zijden Dikte van de beglazing

Waarde van de coëfficiënten · en ‚ voor de berekening van de doorbuiging en van de dikte Verticale rechthoekige beglazing gesteund op 4 zijden ‚1 uniforme ‚2 hydrostatische belasting belasting 1.0 2.819 1.554 1.1 3.261 1.778 1.2 3.691 1.989 1.3 4.085 2.184 1.4 4.444 2.366 1.5 4.779 2.525 1.6 5.074 2.672 1.7 5.344 2.802 1.8 5.580 2.919 1.9 5.798 3.020 2.0 5.986 3.114 3.0 6.998 3.596 4.0 7.269 3.720 5.0 7.334 3.755 > 5.0 7.358 3.767

Verhouding b/a

Maximale doorbuiging van de beglazing

*In dit geval worden de berekeningen uitgevoerd alsof de waterhoogte minstens gelijk was met de hoogte van de beglazing.

Bepaling van de nominale (commerciële) dikte van elke component en Berekende dikte van een component ec (mm)

Commerciële dikte en (mm)

≤ 7.7 ≤ 9.7 ≤ 11.7 ≤ 14.5 ≤ 18

8 10 12 15 19

Bepaling van de commerciële dikte van de gelaagde beglazing ef ef = en x n de dikte van de tussenlaag wordt niet meegerekend.

Bijzondere aanbevelingen De beglazingen mogen geen begin van breuk vertonen. Gekraste of beschadigde beglazingen mogen niet worden gebruikt. Bij beschadiging na de plaatsing, en voornamelijk gericht naar het 427 • Diktebepaling

publiek, moet dit glas onmiddellijk worden vervangen.

·1 uniforme belasting 4.06 4.85 5.64 6.38 7.05 7.72 8.30 8.83 9.31 9.74 10.13 12.23 12.82 12.97 13.02

Verticale rechthoekige beglazing gesteund op 4 zijden ‚1 uniforme ‚3 ·1 uniforme belasting hydrostatische belasting belasting

Verhouding a/b

1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 2.0 3.0 4.0 5.0 > 5.0

2.819 3.261 3.691 4.085 4.444 4.779 5.074 5.344 5.580 5.798 5.986 6.998 7.269 7.334 7.358

1.554 1.678 1.901 2.119 2.331 2.519 2.690 2.855 2.996 3.137 3.261 4.208 4.827 5.162 5.515

4.06 4.85 5.64 6.38 7.05 7.72 8.30 8.83 9.31 9.74 10.13 12.23 12.82 12.97 13.02

·2 hydrostatische belasting 2.03 2.43 2.82 3.19 3.53 3.86 4.15 4.41 4.65 4.87 5.06 6.12 6.41 6.48 6.51

·3 hydrostatische belasting in het midden 2.02 2.43 2.82 3.19 3.53 3.86 4.15 4.41 4.65 4.87 5.06 6.12 6.41 6.48 6.51

·’3 hydrostatische belasting maximum 2.02 2.45 2.86 3.25 3.63 3.99 4.32 4.63 4.91 5.18 5.42 7.07 8.32 9.65 9.76

Diktebepaling • 428

32

32

Technische vragen

Diktebepaling

Diktebepaling

Verticale rechthoekige beglazing gesteund op 3 zijden Verhouding b/a ‚4 0.5

1.160

·4 2.30

0.66

1.560

3.04

1.0

1.948

3.68

1.5

2.666

4.45

2.0

3.114

5.33

>2

3.679

6.51

Glazen vloertegels en traptreden Glas wordt, gezien zijn transparantie en zijn lichtdoorlating, steeds meer gebruikt door ontwerpers voor plafonds, vloeren en trappen. Daarom moeten de glasspecialisten de nodige bijstand verlenen aan ontwerpers en uitvoerders voor wat de plaatsingsmodaliteiten en glasdikteberekeningen aangaat, opdat de veiligheid van de gebruikers kan worden gegarandeerd. De aanbevelingen van SAINT-GOBAIN GLASS zijn van toepassing op de meest eenvoudige gevallen waar in het bijzonder geen punctuele bevestigingen of opleggingen aan te pas komen.

Plaatsing Zie hoofdstuk 3.3 pagina 467.

Bepaling van de afmetingen Glasproducten De vloertegels of traptreden zijn omwille van de veiligheid altijd vervaardigd uit gelaagd glas. Elke component die meehelpt bij het opvangen van de belastingen heeft een dikte groter dan of gelijk aan 8 mm. Alle componenten hebben dezelfde dikte en dezelfde mechanische kwaliteit (ongehard, halfgehard of gehard). 429 • Diktebepaling

Voor de verschillende soorten glas moet bij de berekening van de dikte rekening worden gehouden met de toegelaten spanningen. Deze vindt u in de onderstaande tabel. Ze houden rekening met de voortdurende aanwezigheid van belastingen. De afstandshouders (transparant, mat of gekleurd) tussen de componenten bestaan meestal uit PVB. • Toegelaten spanningen

Type beglazing

Toegelaten spanning Û in MPa (N/mm2)

Ongehard

10

Halfgehard(1)

20

Gehard(2)

40

ruimtes, zoals beschreven in de norm NBN B 03-103. Ze komen overeen met de belasting van meubilair, materiaal, opgeslagen goederen en personen, bij een normale bezettingswijze. Ze moeten worden beschouwd als permanente belastingen. We onderscheiden twee soorten exploitatiebelastingen: de gelijkmatig verdeelde belastingen en de plaatselijke belastingen op een oppervlakte van 0,10 m x 0,10 m. De dikte van de glastegels is groter of gelijk aan de dikte die werd berekend met een van deze belastingen. Indien niet anders aangegeven en gerechtvaardigd door de uitvoerder, houdt u de belastingen aan die zijn aangegeven in de onderstaande tabel. Ze houden rekening met de gangbare dynamische effecten die worden veroorzaakt door de verplaatsing van personen en lichte toestellen, maar niet met fenomenen van dynamische amplificatie, te wijten aan uitzonderlijke situaties.

Veiligheid Afhankelijk van het toepassingsgebied en de kennis van de voorspelbare risico’s, kunt u een component toevoegen met dezelfde dikte en thermische behandeling als de componenten van het gelaagde glas, die de exploitatiebelastingen en het eigen gewicht van het geheel alleen kunnen dragen. Dat kan het geval zijn wanneer de eventuele doorvalhoogte na breuk van de vloer groot is en ernstige verwondingen kan veroorzaken of het leven van personen in gevaar kan brengen (bijvoorbeeld doorvalhoogte groter dan 1,50 m). Deze bijkomende veiligheidsmaatregel voor de gebruikers of goederen moet worden bepaald door de uitvoerder.

Exploitatiebelastingen op vloeren en trappen (NBN B 03-103) (1) oppervlaktespanning tussen 35 en 55 MPa. (2) oppervlaktespanning ≥ 90 MPa.

Belastingen waarmee rekening moet worden gehouden Glastegels zijn vulelementen en mogen dus niet worden beschouwd als structurele elementen. Een element is structureel als het, wanneer het ontbreekt of verdwijnt, het bouwwerk minder stabiel maakt. Daarom mogen de glazen vloertegels en traptreden geen vervormingen ondergaan door bewegingen van de structuur of vloer. Exploitatiebelastingen zijn belastingen die ontstaan door het gebruik van

Klasse I II III

IV

V

Aard van de ruimte Lokalen met een lage bezettingsgraad: Woonruimtes (appartementen, villa’s, privé-woningen) Lokalen met een gemiddelde bezettingsgraad: Gangen en trappen van woonhuizen Lokalen met een hoge bezettingsgraad: Leeszaal met een beperkte voorraad drukwerken Verkoopzalen, commerciële ruimtes, kleinhandelaars Gangen, overlopen en trappen anders dan die van een woonhuis (klasse II) en die van tribunes (klasse IV) Lokalen met een zeer hoge bezettingsgraad met mogelijkheid van dynamische acties: Zaal voor openbare bijeenkomsten met niet-vastgemaakte zitplaatsen Bijzondere belastingen: Speciale lokalen zoals archiefzalen, bibliotheken, ...

Uniforme belasting (Pa)

Geconcentreerde belasting op 100 cm2 (N)

2000

2000

3000

2000

4000

2000

5000

2000

5000

5000

Diktebepaling • 430

32

32

Technische vragen

Diktebepaling De traptreden worden altijd op deze manier behandeld. Bij breuk van een van de componenten moet de trap worden afgesloten tot de trede vervangen is. Dikte van de glastegel Voor de berekening van de dikte wordt geen rekening gehouden met toegevoegde elementen zoals een eventuele slijtagetegel, maar wel met hun eigen gewicht. De berekende minimum dikte is gelijk aan de grootste berekende dikte volgens de gelijkmatig verdeelde belasting en de plaatselijke belasting. En dat, bij toepassing van de volgende formules, afhankelijk van de aard van de belasting (deze methode is niet van toepassing voor asymmetrische samenstellingen). Berekening van de minimumdikte voor rondom opgelegde vloertegels

Uniform verdeelde belasting P

Breedte

Belasting P (uniform verdeeld)

Lengte

431 • Diktebepaling

Diktebepaling Plaatselijke belasting P

Breedte = b

Belasting P Lengte = L

n = aantal componenten van het gelaagde glas, allemaal met dezelfde dikte ec = berekende dikte van elke component van het gelaagde glas (mm) en =nominale dikte van elke component van het gelaagde glas (mm) eu = nominale dikte van de eventuele slijtagetegel (mm) g = 25. (n . en + eu), eigen gewicht van de tegel (Pa) q = exploitatiebelasting (Pa) p = q + g, gelijkmatig verdeelde belasting (Pa) L = lengte tussen opleggingen op de kleine afmeting P = punctuele exploitatiebelasting (N) Û = toegelaten spanning (MPa), zie pagina 429. ‚ = coëfficiënt van Timoshenko, afhankelijk van de lengte/breedteverhouding, zie pagina 432. ‚1 = coëfficiënt van Timoshenko, voor de punctuele belastingen, afhankelijk van de lengte/breedteverhouding, zie pagina 432.

De lengte en de breedte worden beschouwd tussen de opleggingen. De nominale diktes van elke component die overeenstemmen met de berekende diktes, worden gegeven in de onderstaande tabel. Berekende dikte ec (mm)

Nominale dikte en (mm)

≤ 7.7

8

≤ 9.7

10

≤ 11.7

12

≤ 14.5

15

≤ 18

19

De commerciële dikte van het gelaagde glas wordt verkregen met de volgende formule:

· = coëfficiënt van Timoshenko afhankelijk van de lengte/breedteverhouding. Zie verder.

Berekeningsparameters Waarden van de coëfficiënten ·, ‚ Voor de berekening van de doorbuigingen en spanningen onder gelijkmatig verdeelde belasting voor enkele waarden van de lengte/breedte-verhouding. Lengte/Breedte

ef = en x n

De werkelijke dikte van het afgewerkt product houdt rekening met de dikte van de veiligheidsfolies, de dikte van de eventuele slijtagetegel en de productietoleranties van elke component. Doorbuiging in het midden van de tegel onder gelijkmatig verdeelde gebruiksbelasting Bij deze berekening wordt beschouwd dat de veiligheidsfolies niet meehelpen bij het opvangen van de spanningen veroorzaakt door de exploitatiebelasting. De maximale doorbuiging in het midden van de glastegel wordt verkregen volgens de formule van de onderstaande tabel.

·



1.0

0.6444

0.2668

1.5

1.2250

0.4732

2.0

1.6069

0.6017

5.0

2.0569

0.7476

Waarde van de coëfficiënten ‚1 Voor de berekening van de spanningen in geval van een plaatselijke belasting. Waarde van de coëfficiënten ‚1

Breedte b

L/b 1

1.5

2

5

0.5

1.171

1.376

1.428

1.463

1

1.578

1.777

1.818

1.858

2

1.972

2.177

2.219

2.258

Diktebepaling • 432

32

32

Technische vragen

Diktebepaling B i j zo n d e r e a a n b eve l i n g e n Bij een verlichte vloer moet u zeker zijn dat de temperatuur van het gelaagde glas die wordt opgewekt door een lichtbron, niet hoger is dan 60 °C en geen thermische breuk kan veroorzaken (voor het gebruik van ongehard glas). Deze verschijnselen hangen af van het vermogen van de lichtbron, de afstand tot het glas en de ventilatie van de ruimte tussen de bron en de beglazing. Bij intensief gebruikte vloeren kunnen naaldhakken, schoenen met ijzer of vallende harde voorwerpen krassen of splinters veroorzaken. Als deze laatste in kleinere mate aanwezig zijn, hebben ze weinig gevolgen voor de mechanische weerstand aangezien ze in principe alleen betrekking hebben op de drukzone van het glas. Als er een doorsijpelingsrisico bestaat van schoonmaak-, sneeuwbestrijdingsof ontdooiingsmiddelen, dan moeten de glasbladen zo geplaatst worden dat het risico van contact met de rand van het blad ter hoogte van de veiligheidsfolie zeer onwaarschijnlijk is. Bij onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden aan het gebouw moet de beglazing worden beschermd tegen zware en stompe, vallende voorwerpen. Eventuele steigers moeten op sledes worden geplaatst met een voldoende grote oppervlakte om de hierboven bepaalde aangehouden plaatselijke belastingen niet te overschrijden. Zoals elk ander materiaal met een glad oppervlak, is glas gladder wanneer het nat is. Om de gladheid te beperken kan SGG SECURIT CONTACT worden gebruikt, zie pagina 245. 433 • Diktebepaling

Diktebepaling Tra p t r e d e n va n woningen Om een maximaal doorzicht te verkrijgen gebruiken architecten vooral opgelegde treden op twee tegenover elkaar liggende zijden.

De nominale diktes van alle componenten die overeenstemmen met de berekende diktes worden gegeven in de tabel op pagina 432. De nominale dikte van het gelaagde glas wordt verkregen door de formule toe te passen die is aangegeven op pagina 432.

Plaatsing Zie hoofdstuk 3.3 pagina 467.

Bij deze berekening houdt u er rekening mee dat de veiligheidsfolies niet meewerken aan het opvangen van de spanningen veroorzaakt door de exploitatiebelasting. De maximale doorbuiging in het midden van de glastegel wordt verkregen door de formules toe te passen van de onderstaande tabel.

Uniform verdeelde belasting p

Bepaling van de afmetingen De belastingen waarmee rekening moet worden gehouden zijn (zie tabel p. 430): - gelijkmatige belasting = 3000 Pa - geconcentreerde belasting = 2000 N Berekening van de minimumdiktes voor opgelegde tegels op 2 tegenover elkaar liggende zijden n = aantal componenten van het gelaagde glas, allemaal met dezelfde dikte ec = berekende dikte van elke component van het gelaagde glas (mm) en =nominale dikte van elke component van het gelaagde glas (mm) eu = nominale dikte van de eventuele slijtagetegel (mm) g = 25. (n . en + eu), eigen gewicht van de tegel (Pa) q = exploitatiebelasting (Pa) p = q + g, gelijkmatig verdeelde belasting (Pa) a = afstand tussen opleggingen (m) Û = toegelaten spanning (MPa) ‚ = coëfficiënt van Timoshenko = 0,866

(in mm)

Belasting p (uniform verdeeld)

(in mm) Afstand tussen de steunen

Dit geeft als type glas afhankelijk van de afstand tussen de opleggingen:

Doorbuiging in het midden van de tegel Geconcentreerde belasting P

Dikte (mm)

Afstand tussen Minimale breedte de steunen steunen (mm)

38

tot 900 mm

40

48

tot 1.200 mm

50

Referentiedocument NBN B 03-103 Werkingen op constructies – Rechtstreekse inwerkingen – Gebruiksbelastingen van gebouwen.

Belasting P Afstand tussen de steunen

Diktebepaling • 434

32

32

Technische vragen

Thermische spanningen Een temperatuurverschil in eenzelfde beglazing brengt spanningen van thermische oorsprong met zich mee, die breuk kunnen veroorzaken als dit verschil een bepaalde kritieke waarde overschrijdt (> 30°C voor ongehard glas, d.w.z. glas dat niet thermisch is behandeld, volgens de methode ”Glass in Building”). De opwarming van de beglazing wordt over het algemeen veroorzaakt door plaatselijk zonlicht of door de nabijheid van een verwarmingselement zoals een verwarmingsapparaat of lichtspot. Deze opwarming wordt beïnvloed door: - de plaatselijke klimaatomstandigheden (zonlicht, dagelijks temperatuurverschil, wind, oriëntatie, seizoen, hoogte, enz.); - de aard en de omgeving van de sponningen (thermische inertie van de sponningen, enz.); - de aard van de glasproducten (energetische eigenschappen, Uwaarde, enz.); - de aard en de plaatsingswijze van de gevel (traditionele sponning, verticale of schuine gevel, enz.); - de aard van de wanden in de buurt van de beglazing (ondoorschijnende borstwering, zonwering, wandbekleding, schuiframen, enz.); - de toevoeging van elementen die de energetische eigenschappen van het geheel kunnen beïnvloeden (affiche, etiket, zonwering, verf, enz.). De beglazingen waarbij het temperatuursverschil tussen twee zones de kritieke waarden overschrijdt of dreigt te overschrijden, die zijn bepaald voor ongehard natriumkalksilicaatglas (”gewoon” glas), moeten thermisch worden versterkt (d.w.z. gehard of halfgehard). 435 • Thermische spanningen

Thermische spanningen

De berekening van het thermische breukrisico van doorzichtbeglazingen wordt gegeven in het document Belgian Glass 01 – Evaluatie van thermische spanningen in beglazing (Verbond van de Glasindustrie – februari 1997). Bij meer complexe projecten zoals tweedehuidgevels, klimaatgevels, worden andere, meer gedetailleerde methodes gebruikt. Op de volgende pagina’s worden de belangrijkste tips om thermische spanningen in doorzichtbeglazingen te beperken herhaald.

Oriëntatie van de beglazingen De beglazingen waarvan de oriëntatie binnen de in het blauw aangegeven AOB-hoek valt, worden beschouwd als zijnde blootgesteld aan zonlicht: Noord A B

60°

45°

West

Oost 0

Aard van de wanden in de omgeving van de beglazingen Aanwezigheid van zonwering Wanneer de beglazing ongehard is, moeten er voorzorgsmaatregelen getroffen worden, opdat de zonwering niet in contact komt met de beglazing; een minimumruimte van 25 mm tussen glas en zonwering moet worden nageleefd. De volledig neergelaten zonwering mag geen ondoorzichtige wand vormen. Bij binnenzonwering moet de ruimte tussen beglazing en zonwering in verbinding zijn met de binnenlucht. Daartoe moet er een vrije ruimte zijn van 20 mm boven de zonwering of minstens 20 mm aan de verticale zijden en aan de onderzijde – de minimale ruimte tussen glas en zonwering bedraagt 40 mm. Beglazingen voor een ondoorzichtige wand Beglazingen die zich voor een ondoorzichtige wand bevinden, zelfs gedeeltelijk, moeten een verhoogde weerstand bieden tegen thermische schokken. Zij worden altijd gehard of halfgehard. d1

Zuid h1

In de onderstaande schema’s* wordt beglazing die gedeeltelijk voor een ondoorzichtige wand geplaatst wordt als ”voor een ondoorzichtige wand” beschouwd onder een van de twee volgende voorwaarden: d1 < 0,8 m met h1 > 0,5 d1 of d2 < h2 * De schema’s zijn louter indicatief en niet bindend.

Wand

d1

d2

h1

h2

d1

h1

Horizontale doorsnede

Dubbele beglazingen in de gevel of het dak met een oversteek De dubbele gevel- of dakbeglazingen met een oversteek waarvan een gedeelte van het glas zich buiten bevindt, moeten voor elk van de componenten een verhoogde weerstand bieden tegen thermische schokken. Dat betekent dat ze moeten worden gehard of halfgehard. De bedekking van de dubbele dakbeglazingen door slabben en/of andere materialen mag niet meer dan 50 mm bedragen. Buiten

h2

d2

vloerplaat

h2

Binnen d2 Verticale doorsnede Thermische spanningen • 436

32

Thermische spanningen Dubbele beglazingen met ongelijke afmetingen (overlap) De dubbele beglazingen met overlapping moeten het voorwerp uitmaken van een bijzondere studie. Glas in schuiframen en -deuren Voor enkele en dubbele beglazingen in een schuifraam moet een evaluatie worden gemaakt van het risico op thermische breuk wanneer het raam gedeeltelijk of volledig geopend is. De aanwezigheid van een zonwering vormt een nadeel. Beschilderde, gegraveerde of gedecoreerde beglazingen Een bijzondere studie zal de aard van de beglazing bepalen met het oog op het risico van thermische breuk. Bij kans op breuk zal de beglazing thermisch versterkt worden. Schaduw Bij alle methodes die worden gebruikt om de gebruiksvereisten voor het ongeharde glas te bepalen wordt rekening gehouden met het effect van de schaduw. Beglazingen bekleed met een kleeffolie De garantie van de dubbele beglazingen vervalt als de staat van deze beglazingen werd gewijzigd door het aanbrengen van zonwerende of andere folies. Beglazingen blootgesteld aan de invloed van een verwarmingselement Als de beglazing moet worden onderworpen aan warmtestromen afkomstig van systemen die rechtstreeks op het glas stralen of blazen (bijvoorbeeld radiators), moet u: 437 • Thermische spanningen

32

Technische vragen

- ofwel een thermisch versterkte beglazing gebruiken; - ofwel een bijzondere studie uitvoeren om de aard van het te gebruiken glasproduct te bepalen. Bij een luchtstroom parallel aan de beglazing, kan ongehard glas worden gebruikt als de convector op minstens 20 cm van deze beglazing staat en de lucht niet tussen een zonwering en de beglazing wordt geblazen.

Reactie van de randafdichting van dubbele beglazingen De hoeveelheid lucht of gas, die tijdens de vervaardiging wordt ingesloten in de dubbele beglazing, kan in overdruk gaan als de temperatuur stijgt of als de plaatselijke atmosferische druk aanzienlijk daalt. De kitten van de afdichting kunnen aan trekkrachten worden onderworpen die, wanneer ze te groot worden, degradatie kunnen veroorzaken. Om de prestaties van de dubbele beglazingen te waarborgen, mag de maximum reactie op hun omtrek de volgende waarden niet overschrijden: - 0,95 N/mm voor de randen geplaatst in een sponning of bedekt door een glaslat; - 0,65 N/mm voor de vrije randen of de randen verlijmd volgens de VEC-techniek. De overschrijding van deze grenzen kan gebeuren wanneer verschillende ongunstige factoren samen aanwezig zijn: - kleine volumes; - volumes met een hoge lengte/breedte-verhouding; - gebruik van beglazingen met een sterke energetische absorptie; - zeer brede lucht- of gasspouw;

Hoogteverschil (m) tussen het fabricage-atelier en de plaatsingslocatie

0(1)

100

200

300

- gebruik van zeer dikke glascomponenten; - asymmetrische samenstelling van het glas; - beglazingen blootgesteld aan sterk zonlicht; - plaatsing van de beglazingen op grote hoogte. Voor de berekening van de maximale reactie van de voegen van de dubbele beglazingen is een gespecialiseerde software vereist. Meestal is deze studie niet nodig als de dubbele beglazingen al aan de volgende voorwaarden voldoen: - blank glas bestaande uit SGG PLANILUX of SGG DIAMANT, gelaagd en/of gehard; - nominale dikte van elke glascomponent (of gelijkwaardige dikte voor gelaagd SGG STADIP) uiterlijk gelijk aan 8 mm; - dikte van de lucht- of gasspouw uiterlijk gelijk aan 12 mm; - verticale beglazing zonder zonwering; - maximaal zonlicht: 750 W/m2; - maximale buitentemperatuur: 35°C; - afmetingen van de beglazingen groter of gelijk aan de waarden van de onderstaande tabel, afhankelijk van de plaatsing:

Minimale toegelaten afmetingen (mm) Plaatsing in de sponning Met vrije randen 4 zijden Lange zijde Korte zijde Lange zijde Korte zijde 800 x 600 zonder beperking of 1000 x 500 of 1300 x zonder beperking 750 x 750 zonder beperking of 1000 x 600 of 1400 x 500 850 x 800 800 x zonder beperking of 1000 x 700 of 1200 x 650 800 x 600 900 x 850 of 1000 x 500 of 1000 x 800 of 1200 x zonder beperking of 1200 x 700

(1) Dit is ook het geval wanneer de plaatsingshoogte lager is dan de fabricagehoogte of wanneer het evenwicht van de druk van de isolerende beglazing ter plaatse werd hersteld.

Reactie van de randafdichting van dubbele beglazingen • 438

32

32

Technische vragen

Condensatie op dubbele beglazingen Algemeen Het verschijnsel oppervlaktecondensatie op dubbele beglazingen komt voor in drie vormen, te weten: • op de buitenzijde of positie 1; • op de spouwzijdes 2 en 3 van de dubbele beglazing; • op de binnenzijde of positie 4.

Buiten

Binnen i Schema oppervlaktecondensatie binnen- en buitenglasblad van een beglazing

Door het koudebrugeffect ter hoogte van de afstandshouders van dubbele beglazingen is de condensatievorming zeer verschillend naargelang u zich binnen of buiten het gebouw bevindt. De oppervlaktecondensatie op de binnenzijde begint altijd in de hoeken, voornamelijk als gevolg van de extra koeling veroorzaakt door de koudebrug. Bij afstandshouders, die vervaardigd zijn uit composietmateriaal en dus beter isolerend, bijvoorbeeld SGG SWISSPACER, wordt het condensatierisico in deze hoeken verkleind. De oppervlaktecondensatie op de buitenzijde doet zich zelden voor in de hoeken aangezien de randen van het buitenglas worden opgewarmd ter hoogte van de koudebrug. Het koudste punt van het buitenoppervlak van de beglazing bevindt zich meestal in de middelste zone, daar waar het warmteverlies kleiner is.

Condensatie aan de binnenzijde (4)

Binnen

Buiten

439 • Condensatie op dubbele beglazingen

Het verschijnsel van de oppervlaktecondensatie op positie 4 van de dubbele beglazing houdt verband met de volgende factoren: - het buitenklimaat; - de temperatuur van de binnenlucht; - de luchtvochtigheid in het gebouw; - de mate van ventilatie; - de oppervlaktetemperatuur van de wand. Om de condensatie te beperken, moet u dus al deze parameters aanpakken, met uitzondering van het buitenklimaat waarop wij uiteraard geen enkele invloed hebben.

Condensatie op dubbele beglazingen Het beste middel om de oppervlaktecondensatie aan de binnenzijde te beperken, is het opvangen van de waterdamp bij de bron (bijvoorbeeld de keuken en de badkamer) en ze rechtstreeks af te voeren naar buiten. Bovendien moeten ruimtes worden verwarmd en vooral behoorlijk worden geventileerd. Het condensatierisico kan ook worden verminderd door dubbele beglazingen te gebruiken met een beter isolerende afstandshouder in plaats van aluminium. Hiervoor is SGG SWISSPACER aangewezen. De oppervlaktetemperatuur van het binnenglas wordt verhoogd, waardoor het condensatierisico in de hoeken afneemt.

Condensatie aan de buitenzijde (1) De oppervlaktecondensatie op positie 1 van de dubbele beglazing verschijnt als de temperatuur op deze zijde van de beglazing veel lager is dan de buitentemperatuur en als het dauwpunt (= temperatuur waarop de waterdamp vloeibaar wordt) van de buitenlucht hoger is dan de temperatuur van het glas. De oppervlaktetemperatuur aan de buitenkant van een beglazing hangt af van: - de warmtestroom die van de binnenkant door het glas gaat. Deze hangt o.m. af van het temperatuurverschil dat bestaat tussen het binnenoppervlak en het buitenoppervlak van de beglazing en de U-waarde van deze laatste; - de convectieve uitwisseling met de buitenlucht; - de verliezen door straling, vooral naar het hemelgewelf toe.

Uit diverse studies en metingen die werden uitgevoerd door het WTCB, blijkt dat de warmte-uitwisseling door straling vrij beperkt is bij bewolkt weer. Als de hemel ’s nachts echter helder is, doen zich aanzienlijke warmteverliezen voor naar de hemel. Het stralingseffect van een beglaasd oppervlak naar de hemel kan worden vergeleken met een wagen die ’s nachts, bij open hemel en windstil weer buiten staat: ’s morgens zijn bepaalde delen van de buitenkant nat of zelfs bevroren, zelfs als het niet geregend heeft. Als de wagen langs een gebouw is geparkeerd, stelt men vast dat de ruiten aan de kant van het gebouw zelden nat zijn; het gebouw vermindert immers sterk de uitwisseling door straling tussen de ruiten van de wagen en de hemel. De tabel op pagina 441 geeft de resultaten van het WTCB voor een beglaasd oppervlak op een open plaats. De oppervlaktetemperatuur wordt gegeven op de buitenzijde van de beglazing en de relatieve vochtigheid van de buitenlucht die een oppervlaktecondensatie veroorzaakt bij een binnentemperatuur van 20 °C en bij helder weer.

Condensatie op dubbele beglazingen • 440

32

Condensatie op dubbele beglazingen Wind T (m/s) (°C)

Helling

SGG PLANILUX (U = 5,8 W/m2.K)

Tglas 0 0 0 0 0 0 4 4 10

32

Technische vragen

10 0 -10 10 0 -10 10 10 10

verticaal verticaal verticaal horizontaal horizontaal horizontaal verticaal horizontaal verticaal

(°C) 12.4 7.3 2.2 9.8 4.7 -0.3 11.2 9.9 10.7

SGG CLIMALIT

SGG CLIMAPLUS

(U = 2,9 W/m2.K)

(U = 1,3 W/m2.K)

Condensatie

Tglas

geen geen geen 99% geen geen geen 99 % geen

(°C) 9.3 2.2 -4.9 5.8 -1.3 -8.4 9.7 8.3 9.9

Uit deze tabel blijkt dat ook bij binnentemperatuur van 20°C: - een enkele beglazing bijna nooit een oppervlaktetemperatuur heeft die lager is dan de temperatuur van de buitenlucht, zodat elke condensatie aan de buitenzijde uitgesloten is; - de verbetering van de thermische isolatie (lage U-waarde) een vermindering inhoudt van de warmteoverdracht naar de buitenzijde: het beglaasde oppervlak aan de buitenkant is kouder en het condensatierisico groter; - bij hoge windsnelheid de temperatuur van het glas meestal dicht bij die van de buitenlucht ligt; - het risico dat de beglazing een veel lagere temperatuur heeft dan de buitenlucht kleiner wordt naarmate de buitenlucht afkoelt. Kortom, de oppervlaktecondensatie aan de buitenkant van de beglazingen is een verschijnsel dat zich soms ’s nachts en in de vroege ochtend voordoet op goed isolerende beglazingen, bij helder weer en als er geen wind is. Het wordt vooral veroorzaakt door de

441 • Condensatie op dubbele beglazingen

Condensatie op dubbele beglazingen

Condensatie

Tglas

95% geen geen 75% 90% geen 99% 89% 99%

(°C) 7.2 -1.3 -9.9 2.9 -5.6 -14.1 9.0 7.4 9.5

Condensatie 83% 90% 99% 61% 63 % 69 % 93 % 84 % 97 %

warmteverliezen naar de heldere hemel. Dit verschijnsel moet niet worden gezien als een slechte eigenschap van de dubbele beglazing, maar als bewijs van een goede thermische isolatie.

Condensatie aan de spouwzijden 2 en 3 De vorming van condensatie op de spouwzijden van de dubbele beglazing wijst erop dat de lucht- of gasspouw niet meer dicht is. De deshydraterende stoffen zijn dan vlug verzadigd en alle vochtige lucht die door de randafdichting naar binnen komt, vermindert de zichtbaarheid omdat er condensatie ontstaat op de posities 2 en 3 van de dubbele beglazing. De dubbele beglazing moet dan worden vervangen aangezien het proces onomkeerbaar is. Deze beglazing wordt vervangen volgens de voorwaarden en specificaties van de tienjarige garantie op dubbele beglazingen als dit verschijnsel zich voordoet binnen 10 jaar na de leveringsdatum.

Opmerkingen • Een voorbijgaande condensatie die ontstaat: - in zeer vochtige periodes; - in ruimtes waar veel onmiddellijk vocht wordt geproduceerd (bv. badkamer); - bij uitzonderlijk koud weer; • is normaal. Deze condensatie mag echter niet permanent zijn. • Bij een renovatie of constructie van een gebouw moeten voor bouwmaterialen zoals beton, bepleistering, deklagen en betegeling grote hoeveelheden water worden gebruikt. Als deze materialen drogen, ontstaat er binnen het gebouw een abnormaal vochtig overgangsklimaat (dat soms meer dan een jaar aanhoudt) waarin het condensatierisico abnormaal hoog is. • Als voor de hermetische afdichting van de dubbele beglazing een metalen afstandshouder wordt gebruikt, ontstaat een koudebrug. Het nadelige effect van deze koudebrug is des te groter als de dubbele beglazing in het middelste deel beter isolerend is (lage U-waarde in het midden [W/m2K]) en het profiel waarin ze is geplaatst thermisch sterk geleidend (lage Uf-waarde [W/m2K]); daarom wordt SGG SWISSPACER aanbevolen om dit neveneffect aanzienlijk te beperken! • Kleine afgesloten ruimtes: Zelfs in ruimtes die naargelang hun gebruik over het algemeen goed geventileerd en/of verwarmd zijn, kan de gebruiker kleine afgesloten ruimtes creëren met plaatselijk een

abnormaal vochtig klimaat (bijvoorbeeld, ruimte tussen het buitenschrijnwerk en een bekleding, plaatsing van decoraties of meubels in de buurt van schrijnwerk, enz.). Het condensatierisico is op deze plaatsen abnormaal hoog.

Condensatie op dubbele beglazingen • 442

32

32

Technische vragen

Tabellen

Tabellen

Lengte-eenheden

Conversietabel van windsnelheden in dynamische druk

1 in (inch) =

25.4 mm

1 ft (foot) = 12 in =

304.8 mm

Beaufortschaal

Windsnelheid km/uur

m/seconde

kgf/m2

Pa

1 yd (yard) =

914.4 mm

4

30

8.3

4.3

42

5

35

9.7

5.9

58

6

45

12.5

9.5

93

7

55

15.3

14.5

142

8

65

18.1

20.5

200

9

80

22.2

31.0

304

10

95

26.4

43.5

426

11

110

30.3

57.5

563

12

120

33.3

69.0

676

130

36.1

81.0

793

140

38.9

94.5

926

150

41.6

108.0

1058

160

44.4

123.0

1200

170

47.2

139.0

1362

180

50.0

156.0

1528

190

52.8

174.0

1705

200

55.5

193.0

1891

210

58.2

212.0

2080

220

61.1

228.0

2295

230

63.9

256.0

2510

240

66.7

278.0

2730

250

69.4

310.0

2950

Kracht- en drukeenheden 10 N (Newton) =

1 kgf *

1 Pa (Pascal) =

1 N/m2

2

1 daN/m (deca Pascal) =

10 Pa

1 MPa (mega Pascal) = 106 Pa =

1 N/mm2

1 bar =

105 Pa = 1 daN/cm2 = 10 N/mm2

1 atmosfeer =

760 mm kwik = 1.013 bar = 101 325 Pa

1 lb/sq in (pound per square inch) = 1 psi =

6.896 . 10-3 N/mm2

* Het exacte getal is 1,02. Het werd tot op de eenheid afgerond.

Energie-eenheden (arbeid, hoeveelheid warmte) 1 W s (Watt seconde) 1 J (Joule) =

1 Nm -3

0.239 . 10 kcal 1 kgf m =

9.81 J

1 kcal (kilocalorie)=

4186 J

1 Btu (British thermal unit) =

1055 J

2

1 W/m .K =

0.860 kcal/h.m

1 Btu/hr.ft2 =

3.154 W/m2

2

Druk

Dikte van floatglas SGG PLANILUX, SGG PARSOL… Temperatuureenheden

443 • Tabellen

Nominale dikte(mm)

Minimale fabricage dikte (mm)

3

2.8

°C=

Celsius

4

3.8

K=

Kelvin

5

4.8

°F =

Fahrenheit

6

5.8

0°C =

273.15 K

8

7.7

T (K) =

(t(°C) + 273.15)

10

9.7

t (°C) =

5/9 x (t(°F) - 32)

12

11.7

t (°F) =

32 + 9/5 T(°C)

15

14.5

19

18.0

Tabellen • 444

32

32

Technische vragen

Tabellen

Tabellen Gemiddelde breukspanning van het natronkalkglas

Dynamische basiswinddruk qb (NBN S 23-002)

Hoogte z van de bovenrand van de beglazing (m) ≤5 6 7 8 9 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 35 40 45 50 55 60 65 75 80 85 90 95 100

klasse I Kust (2)

885 920 951 977 1001 1023 1060 1092 1121 1146 1169 1189 1209 1226 1243 1258 1293 1324 1351 1375 1398 1418 1438 1472 1488 1502 1516 1530 1542

Dynamische basisdruk qb (1) (N/m2) klasse II klasse III Landelijke zone Stadszone, alleenstaande gebouindustriële wen of bomen of beboste zone 656 633 695 633 729 633 759 633 786 633 810 633 852 679 889 719 921 753 950 784 976 813 1000 839 1022 863 1043 885 1062 906 1080 925 1120 970 1156 1009 1188 1044 1217 1076 1243 1105 1267 1132 1290 1157 1330 1202 1349 1223 1366 1242 1383 1261 1399 1278 1414 1295

Gemiddelde breukspanning R (N/m2)

Glastype klasse IV Steden (3)

633 633 633 633 633 633 633 633 633 633 664 692 718 743 765 787 836 879 918 953 986 1016 1044 1094 1118 1140 1160 1180 1199

Floatglas (SGG PLANILUX, SGG PARSOL, SGG ANTELIO…)

45 x 106 (NBN EN 572)

Halfgehard glas (SGG PLANIDUR)

70 x 106 (NBN EN 1863)

Gehard glas (SGG SECURIT)

120 x 106 (NBN EN 12150)

TIMOSHENKO Vormcoëfficiënten · en ‚ in functie van de verhouding L/b van de afmetingen van de beglazing en van het aantal zijden die ondersteund zijn. L/b

4 steunen

3 steunen

2 tegenover elkaar geplaatste steunen

·

ß

·

ß

0.50

-

-

0.078

0.600

·

ß

0.67

-

-

0.106

0.706

0.71

-

-

0.112

0.727

0.77

-

-

0.119

0.751

0.83

-

-

0.126

0.775

0.91

-

-

0.135

0.801

1.00

0.044

0.536

0.140

0.820

0.142

0.866

1.10

0.053

0.576

0.146

0.838

1.20

0.062

0.613

0.151

0.852

in alle gevallen

in alle gevallen

1.30

0.070

0.645

0.155

0.863

1.50

0.084

0.698

0.160

0.876

1.70

0.096

0.738

0.163

0.882

2.00

0.111

0.781

0.165

0.890

3.00

0.134

0.845

0.166

0.893

5.00

0.142

0.864

0.166

0.893

>5

0.142

0.865

0.166

0.893

(1) Voor verticale binnenbeglazing (binnenscheidingswanden bijvoorbeeld), neemt men een conventionele druk van 450 Pa (2) Kustgebied bij vloed over een afstand tot 2 km, ook in steden (3) Gebieden met bouwwerken van minstens 10 m hoog op minstens 1/4 van de oppervlakte De hoogte z moet gerekend worden vanaf het maaiveld tot aan de bovenrand van het glas. Wanneer het glas zich in de onderste helft van het gebouw bevindt, neemt men voor de berekening bij onderdruk de halve hoogte van het gebouw

445 • Tabellen

Tabellen • 446

32

32

Technische vragen

Tabellen

Tabellen

Figuurglas (SGG DECORGLASS en SGG MASTERGLASS)

Winddrukcoëfficiënten - verticale wanden

Nominale dikte (mm)

Minimale fabricagedikte (mm)

Oppervlakte S(2)

4

3.5

m2

5

4.5

≤1

-1.3

-1.5

6

5.5

1.5

-1.247

-1.447

8

7.5

2.0

-1.210

-1.410

10

9.5

2.5

-1.181

-1.381

3.0

-1.157

-1.357

3.5

-1.137

-1.337

4.0

-1.119

-1.319

Gelaagd glas SGG STADIP, SGG STADIP PROTECT, SGG STADIP SILENCE (1)

Drukcoëfficiënt cp(1) Centrale zone(f) van de gevel

Randzone (b) van de gevel

Gelaagd glas (mm)

Berekende equivalente nominale dikte (mm)

Equivalente dikte (mm)

4.5

-1.104

-1.304

33.x

4.24

4

5.0

-1.090

-1.290

44.x

5.66

5

5.5

-1.078

-1.278

55.x

7.07

6

6.0

-1.067

-1.267

66.x

8.49

8

6.5

-1.056

-1.256

88.x

11.31

10

7.0

-1.046

-1.246

7.5

-1.037

-1.237

8.0

-1.029

-1.229

8.5

-1.021

-1.221

9.0

-1.014

-1.214

9.5

-1.007

-1.207

≥10

-1.0

-1.2

(1) Diktes beperkt tot de commerciële waarden

(1) Geval van gebouwen met meerdere binnenscheidingswanden en opengaande ramen (bijvoorbeeld woonhuis) (2) In geval van interpolatie zijn de volgende formules van toepassing: • Centrale zone f: cp = -1,3 - (-0,3) . logS • Randzone b:cp = -1,5 - (-0,3) . logS

447 • Tabellen

Tabellen • 448

32

32

Technische vragen

Tabellen

Tabellen

Equivalente dikte - gewicht van de beglazing Type beglazing

Berekende minimale

Berekende equivalente

Gewicht van

equivalente dikte (mm)

nominale dikte (mm)

de beglazing N/m2 (Pa)

Dauwpunt - relatieve vochtigheid Dauwpunt van de lucht bij een temperatuur Tlucht en voor een relatieve vochtigheid RV van x % Tlucht (°C)

Relatieve vochtigheid (%) 50

55

60

65

70

75

80

85

90

95

30

18.4

20.0

21.4

22.7

23.9

25.1

26.2

27.2

28.2

29.1

200

29

17.5

19.0

20.4

21.7

23.0

24.1

25.2

26.2

27.2

28.1

250

28

16.6

18.1

19.5

20.8

22.0

23.1

24.2

25.2

26.2

27.1

8.49

300

27

15.7

17.2

18.6

19.8

21.1

22.2

23.3

24.3

25.2

26.1

11.31

400

26

14.8

16.3

17.6

18.9

20.1

21.2

22.3

23.3

24.2

25.1

25

13.9

15.3

16.7

18.0

19.1

20.2

21.3

22.3

23.2

24.1

Gelaagd glas 33

3.96

4.24

150

44

5.37

5.66

55

6.79

7.07

66

8.20

88

10.89

Isolerende beglazing 4+4

4.66

4.91

200

24

12.9

14.4

15.7

17.0

18.2

19.3

20.3

21.3

22.3

23.2

4+5

5.09

5.33

225

23

12.0

13.5

14.8

16.1

17.2

18.3

19.4

20.3

21.3

22.2

4+6

5.69

5.92

250

22

11.1

12.5

13.9

15.1

16.3

17.4

18.4

19.4

20.3

21.2

5+5

5.89

6.13

250

21

10.2

11.6

12.9

14.2

15.3

16.4

17.4

18.4

19.3

20.2

5+6

6.30

6.54

275

20

9.3

10.7

12.0

13.2

14.4

15.4

16.5

17.4

18.3

19.2

6+6

7.11

7.36

300

19

8.3

9.8

11.1

12.3

13.4

14.5

15.5

16.4

17.3

18.2

6+8

7.98

8.27

350

18

7.4

8.8

10.1

11.3

12.4

13.5

14.5

15.4

16.3

17.2

6 + 10

9.27

9.56

400

17

6.5

7.9

9.2

10.4

11.5

12.5

13.5

14.5

15.4

16.2

Isolerende beglazing met gelaagd glas 4 + 33 4.71

16

5.6

7.0

8.2

9.4

10.5

11.5

12.5

13.4

14.3

15.2

4.99

250

15

4.7

6.0

7.3

8.5

9.6

10.6

11.6

12.5

13.4

14.2 13.2

5 + 33

5.20

5.50

275

14

3.7

5.1

6.4

7.5

8.6

9.6

10.6

11.5

12.4

6 + 33

5.77

6.05

300

13

2.8

4.2

5.4

6.6

7.7

8.7

9.6

10.5

11.4

12.2

4 + 44

5.42

5.71

300

12

1.9

3.2

4.5

5.6

6.7

7.7

8.7

9.6

10.4

11.2

5 + 44

6.10

6.38

325

11

1.0

2.3

3.6

4.7

5.8

6.7

7.7

8.6

9.4

10.2

6 + 44

6.74

7.05

350

10

0.1

1.4

2.6

3.7

4.8

5.8

6.7

7.6

8.4

9.2

5 + 55

6.85

7.13

375

9

-0.8

0.5

1.7

2.8

3.8

4.8

5.7

6.6

7.5

8.2

6 + 55

7.50

7.78

400

8

-1.6

-0.4

0.7

1.8

2.9

3.9

4.8

5.6

6.4

7.2

8 + 55

8.67

9.02

450

7

-2.4

-1.2

-0.2

0.9

1.9

2.9

3.8

4.7

5.5

6.3

10 + 55

9.75

10.09

500

6

-3.2

-2.1

-1.0

-0.1

0.9

1.9

2.8

3.7

4.5

5.3

33 + 33

4.86

5.20

300

5

-4.0

-2.3

-1.9

-0.9

0.1

1.0

1.8

2.7

3.5

4.3

44 + 44

6.59

6.94

400

4

-4.8

-3.7

-2.7

-1.7

-0.9

0.0

0.9

1.7

2.5

3.3

55 + 55

8.32

8.67

500

3

-5.7

-4.6

-3.5

-2.6

-1.7

-0.9

-0.1

0.7

1.5

2.3

Voorbeeld: Het dauwpunt van de lucht met temperatuur Tlucht van 20 °C en waarvan de relatieve vochtigheid RV 55% is, is 10,7 °C

449 • Tabellen

Tabellen • 450

Related Documents